De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2021 - 13de zondag door het jaar © Harrie Brouwers, Voerendaal







DWARS DOOR DE WET




REIN/ONREIN
Het jodendom kent heel specifieke voorschriften over wat je wel en niet mag eten. Goed voedsel heet ‘koosjer’. Het was uit een ‘rein’ dier bereid. Door deze regels onderscheidde het volk zich scherp van zijn omgeving. Joden in Nineve, Rome of Carthago ervoeren dagelijks aan tafel hun identiteit. De beslissing of iets rein of onrein was, is in de loop van vele eeuwen ontstaan. Misschien ging er een soort paradigma achter schuil, een culturele vanzelfsprekendheid over wat een ‘gaaf dier’ is. Een herkauwer met een gespleten hoef was het model. Dus wel schaap maar geen paard. Dieren met klauwen zoals katten en honden waren taboe. Vissen moesten vinnen en schubben hebben. 
Ik overweeg dit hier even om me te realiseren dat ‘onrein’ niet inhoudt dat je schuld draagt. Het maakt je niet schuldig maar het is ongeschikt. Je moet er rekening mee houden. Reinheidsgeboden bestonden op alle terreinen van he leven.
In aanraking komen met bloed maakte onrein. Wellicht was bloedverlies verbonden met dood. De priester die onderweg naar Jericho een gewonde langs de weg vond, was geneigd om maar snel door te lopen, net als de Leviet. Alleen de ongelovige Samaritaan durfde zich de handen vuil te maken. Hij werd niet gehinderd door zijn geloof! Vasthouden aan de wet brengt je niet altijd bij God, betoogt Jezus.

BLOED
Wie onrein was mocht enige tijd niet in de tempel komen en moest een reinigingsritueel ondergaan. Een vrouw mocht bij een menstruatie 7 dagen niet in de tempel. Ze had ook geen gemeenschap.
Vroeger kenden we hier de kerkgang, het eerste kerkbezoek van een moeder na de bevalling. De vrouw werd enkele keren met wijwater besprenkeld en het verhaal van het bezoek van Maria aan de tempel stond op de achtergrond. Velen worstelden met de ritus omdat er nog zoveel schuld en schaamte hingen om alles wat met seksualiteit te maken had. 
Marcus vertelt over een vrouw die al 12 jaar aan bloedverlies leed. Het lot van de vrouw wordt uitvoerig behandeld. Ze is al bij veel dokters geweest en was daar haar hele vermogen kwijt geraakt, maar de kwaal was alleen maar erger geworden. Nu heeft ze alle hoop op Jezus gevestigd. Ze denkt: als ik hem maar kan aanraken, dan ben ik ver genoeg; en ze besluipt hem in de drukte van achteren. 
 
ZIEK KIND
Marcus weeft zijn relaas in een andere vertelling. Een zekere Jaïrus had Jezus gesmeekt zijn dochtertje te helpen. Jezus spoedt zich naar zijn woning. Een heleboel nieuwsgierigen lopen met hem mee; ook de vrouw die aan vloeiingen leed.
Twee ineen gevlochten verhalen. Over een wanhopige vrouw die geen kinderen heeft en geen man en die bijna alle hoop heeft laten varen; en een vader die bang is zijn dochter te verliezen. Het verhaal confronteert ons met medemensen die eronder gebukt gaan dat ze geen gezonde kinderen hebben. Jaïrus wanhoopt en de patiënte is al 12 jaar op zichzelf teruggeworpen.
Na 2000 jaar brengt het evangelie dit nog teweeg: meeleven met mensen die het geluk van gezonde kinderen niet hebben, en de dankbaarheid bij wie het wel gegeven is. Bij die genade staan we misschien niet genoeg stil. Je voelt het pas weer als je de vrouw ziet die alle taboes doorbreekt om Jezus te bereiken, en als je Jaïrus’ noodkreet hoort. 
Drie procent van de huwelijken in Nederland blijft ongewenst kinderloos. Dat staat voor een grote pijn bij velen. Per jaar sterven meer dan 1000 kinderen en jongeren. De meesten hebben hun eerste levensjaar niet gehaald: ruim zeshonderd. Jongeren in de leeftijd van 15-20 jaar sterven het meest door zelfdoding en verkeersongevallen. Ook dit veroorzaakt levenslange pijn. Het verhaal van Marcus roept het lot op van hen allen. We staan machteloos tegenover hun lijden.
 
WONDER
Omdat Marcus de twee verhalen verstrengelt ontstaat er een schril contrast tussen de vrouw die door de aanraking van Jezus’ kleed genezen wordt en Jezus zelf die nu misschien onrein is, maar niettemin de synagoge bezoekt en daar zijn genezing verricht. Jezus voelde een kracht van zich uitgaan, maar er was nog kracht genoeg om het dochtertje van Jaïrus bij de hand te nemen. Een man en een vrouw treuren diep om hun kind en Jezus helpt. Daarbij staat geen enkel voorschrift hem in de weg.
Het beeld dat Marcus oproept is dat van een goddelijke genezer, iemand die zich niet door menselijke conventies en regeltjes laat leiden, maar zorg om anderen. De wet vindt haar vervulling in de liefde. Daar koerst Jezus zonder aarzelen op, en dat brengt veel roering teweeg. De weg die God gaat, tart alle conventies.
 

HANDEN WASSEN
Lieve kinderen. ‘Zo, nu gauw naar de badkamer je handen wassen’, zei mamma tegen Roos. Roos rende naar boven. Ze was graag en veel op de badkamer. Soms probeerde ze een klein beetje oogschaduw uit. Dat leerde ze van Youtube. Daar was een kanaal, over geurtjes en kapsels. Ze had speciale spulletjes om zich schoon te maken. En om haar vel te reinigen. Ze was er uren mee bezit. ‘Kom je nog?’, riep mamma onder aan de trap. Roos moest nog gauw naar de wc, en daarna nóg eens de handen wassen... Daar klonken de vrolijke toontjes van haar mobieltje. Ze haalde hem haastig te voorschijn. Kon belangrijk zijn, een nieuwe post op Youtube misschien wel. Toen gebeurde er iets verschrikkelijks! Ze liet hem uit de vingers vallen en hij plofte... in de toiletpot. Roos dacht niet na. Haalde heel diep adem, kneep beide ogen dicht en, terwijl ze met haar arm het mobieltje uit de pot viste, gaf ze een harde gil. Wassen is heel belangrijk, maar niet het allerbelangrijkste!



 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag97
gister160
deze maand3029
totaal822789