De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2021 - 4de zondag van de advent © Harrie Brouwers, Voerendaal








VREUGDESPRONG




HET ONBEWUSTE
Ik heb het vaak meegemaakt, een kamer vol ernstige mensen. Er wordt  alleen maar af en toe wat gefluisterd. Op een bed ligt iemand te sterven, soms kalm ademend – eventueel geholpen door medicijnen –, soms ook onrustig en rochelend, happend naar adem, met lange pauzes tussendoor. Iemand komt geschrokken naar binnen, een familielid die een flinke reis achter de rug heeft. Een dochter misschien, Ze knielt bij de stervende en wil iets zeggen. Plotseling draait ze zich om. ‘Kan hij mij horen?’ vraagt ze. Niemand weet het. Maar ga er maar van uit dat hij je hoort. Zorg maar dat hij het hoort! De stervende hoort nabijheid, veiligheid, geborgenheid, liefde... De stervende zal meer meekrijgen dan een pasgeboren baby. Hij zal misschien geen woorden meer thuis kunnen brengen; hij zal niet alle zinnen kunnen ontleden, maar de onderliggende gevoelens die landen in de ziel. En ook al zouden ze niet doordringen, dan nog moeten ze worden gezegd. 
Communicatie is zoveel meer dan zinnen ontleden en woorden vertalen! En we weten tegenwoordig hoe goed een ongeboren kind van vier maanden al horen kan!

JEZUS VERSUS JOHANNES
De vertelling over Jezus’ kindertijd wordt door de evangelist Lukas volgens een strak schema opgebouwd. Eerst ontdekt Zacharia dat hij toch nog een kind zal krijgen. Vervolgens verneemt Maria dat ze zwanger is. Daarbij valt het op dat Zacharia met ongeloof reageert en Maria met overgave. Daarna wordt ons verteld, hoe Jan de Doper geboren wordt en vervolgens hoe de komst van Jezus op aarde is verlopen. Ook bij deze vergelijking blijkt de meerwaarde van Jezus, die Redder wordt genoemd, boven zijn neef, die een profeet heet. Dit dubbele tweeluik verbindt Lukas met een ontroerend tussenstuk. Midden in de zwangerschap van Elisabeth ontmoeten de beide moeders elkaar. Dat is het evangelie van vandaag. De ontmoeting mondt uit in een strijdlied van Maria, het Magnificat. 
Het opvallendste zinnetje, dat ook nog eens wordt herhaald, is dat het kindje in de schoot van Elisabeth van vreugde opspringt als het Maria hoort. Ook hier laat Lukas de vergelijking tussen Elisabeth en Maria in het voordeel van Jezus uitvallen.

SEROTONINE
Vanaf de vierde maand kan het kindje in de buik van zijn moeder geluiden horen. De hersenen zijn nog lang niet zover dat ze woorden onderscheiden, maar het gehoor functioneert en dat zal een rol spelen bij de ontwikkeling van de hersenen. De intonaties van moeders stem hebben zeker invloed, net als het aaien van de buik. Er vindt al een soort hechting plaats. De ongeborene krijgt veel mee van de emoties van zijn moeder. Moderne wetenschappers zeggen, dat blije moeders de hormonen serotonine en dopamine aanmaken en de gevolgen daarvan merkt het kindje ook. Gelukkige moeder, gelukkig kind! Maar ook zonder modern onderzoek wist Lukas, dat de vreugde van Elisabeth ook de blijdschap van haar kindje is. Het baby’tje van Elisabeth doet hier precies wat de volwassen Jan de Doper deed: Jezus aanwijzen als de Messias. 
Een kindje dat nog niet kan praten, heeft ons veel te vertellen. Contact tussen mensen is zoveel meer dan het uitwisselen van meningen.

DEMENTERENDEN
Ook met je dementerende vader kun je veel diepe emoties wisselen. Ook je stervende moeder kun je je dankbaarheid tonen. En ik weet van veel dochters die na een overlijden geholpen hebben om het lichaam van hun lieve mamma vóór het opgebaren te verzorgen en op te maken, dat ze dit als een van de mooiste momenten met hun moeder hebben ervaren. 
Hoeveel geluk en pijn veroorzaakt een kindje al niet voor het geboren is? Kinderen bij wie het bewustzijn nog moet groeien en dementerenden en stervenden bij wie het bewustzijn aan het vervagen is en wegzakt..., ik geloof dat we met hen doorgaans te krampachtig omgaan. We maken ons soms te gemakkelijk van demente dierbaren af door hun bestaan als voltooid of zelfs mensonwaardig te noemen, terwijl zij toch zoveel diepe gevoelens bij ons wekken. Misschien willen we onze angst voort het onbekende ermee bezweren.
Zoals zo vaak maakt het evangelie ons gevoelig voor de ware wijsheid die uit onverwachte hoek naar ons toekomt. Jezus parafraseert ergens psalm 8: ‘Uit de mond van zuigeling en kind hebt Gij uw lofzang bereid’.

IN DE BUIK
Lieve kinderen. Mamma had met Dave door een prentenboek gebladerd. Het ging over kindjes die geboren werden. Dave zou immers ook een zusje of een broertje krijgen. Mamma legde uit dat ze dat nog niet wiseten. Dat ging er bij Dave niet in. Hij wilde een broertje. Dat moest toch niet zo moeilijk zijn! ‘Zat ik ook bij jou in de buik?’ Dave vroeg het een beetje benauwd. Het leek geen fijne plek. Donker..., en hoe kreeg je daar lucht? Hoelang zat ik daar? ‘Negen maanden? Zolang?!’ Hij telde in gedachte de maanden na en besloot: ‘Dan was ik bijna jarig toen ik geboren werd. En wat deed ik dan?’ ‘Nou je was tamelijk wild. Ik voelde je kopje duiken en trappen. Je schopte tegen mijn buik.’ Dave grinnikte. Dat was dan weer stoer. ‘Deed het pijn?’ ‘Nee’, zei mamma. ‘Ik vond het fijn. Ik voelde dat je leefde en pappa kwam dan voelen met zijn hand en die zei altijd: Dat wordt vast een jongetje. En ik denk wel een voetballer.’ ‘Mag ik eens voelen?’, vroeg Dave voorzichtig. ‘Kom maar.’ Mamma hielp hem zijn handje tegen haar buik te houden. Dave aaide plechtig. Maar hij voelde weinig. Toen zei hij een beetje teleurgesteld. ‘Het zal wel een meisje worden!’ 



 

  MENU


   
BEZOEK
vandaag151
gister112
deze maand4685
totaal819137