De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZEVENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR IN HET C-JAAR 2007
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2007

HOE VERPLANT JE EEN BOOM?


GELOOF EN WERKELIJKHEID
Kinderen houden van Harrie Potter. Ze houden van een wereld waarin de fantasie regeert. Kinderen zijn we allemaal. De grotemensen wereld zit vol zegeltjes, drukwerk en saaie vergaderingen; files van anderhalf uur, twee ernstig gewonden en voorpagina’s vol geweld. De fantasie ontsluit een koninkrijk dat veel dichterbij is. Er is bijna alles mogelijk. Je kunt er over de huizen springen en uit de moeilijkste positie een doelpunt maken. Je kunt het winnen van de draak. Voor kinderen tot een jaar of zeven loopt de wereld van de fantasie en die van de werkelijkheid helemaal in elkaar over. Sint Nicolaas rijdt moeiteloos van het fietspad aan de Heerlerweg via een garage het spitse dak op. Het toverdoosje van opa bevat een onuitputtelijke hoeveelheid drop. Geen wonder dat diep in ons hart een verlangen schuilt naar magische krachten. Heiligen en genezers zouden erover beschikken en anders Harrie Potter wel. Wat zou het mooi zijn als we tegen de moerbeiboom konden zeggen: schuif eens wat op en als hij ging dan pootje baden in de zoute zee! Met een geloof, niet groter dan een mosterdzaadje moet het lukken, zegt Jezus. Dat is een attractieve manier om te zeggen: het geloof kan ijzer met handen breken.

UITVINDERS
Zo’n geloof valt mij vaak bij uitvinders op. In het begin van de negentiende eeuw kregen geleerden in de gaten dat chemicaliën licht kunnen vastleggen. Een Engelse edelman, Henry Talbot (Tálbut), was een van de uitvinders die zich daarmee bezig hielden. Zijn eerste experimentele fotootje heb ik ooit tijdens een vakantie gezien. Het was een bleek raampje van zijn schuur. Hij had het acht uur belicht. Dat was het resultaat van twee jaar experimenteren en voortbouwen op andere uitvinders. Toen ik ooit het fotootje zag dacht ik: hier zou ik zelf zeker teleurgesteld gestopt zijn. Bij dit resultaat had ik gedacht: oké, het was een leuk idee maar het wordt nooit wat. Maar Talbot ging door, tientallen jaren. Hij geloofde erin. Hij was ervan overtuigd dat grote uitvinders na hem de vondst zouden verfijnen en dat dit het begin was van een nieuw tijdperk. Dit geldt voor talloze uitvindingen van het vuur, de speer, het wiel en medicijnen bijvoorbeeld. De fantasie schept een idee en houdt dat vol, ondanks jaren en generaties van tegenslagen en teleurstellingen. Het geloof verzet zich tegen de bestaande werkelijkheid en ontwerpt iets beters. Al is het niet groter dan een speldenknop, na verloop van tijd staat er een moerbeiboom in zee.

EN PROFETEN
Nelson Mandela schrijft in zijn biografie hoe hij vrijheidsstrijder werd. Er was geen aanwijsbaar moment. Wel waren er duizenden gebeurtenissen: schoolbussen alleen voor zwarten, banen alleen voor zwarten, woonwijken alleen voor zwarten, duizenden vernederingen en opkomende woede. Daaruit werd een droom geboren, een onmogelijk idee. Iets voor gekken en fantasten. Tientallen jaren van taai geloof volgden. De meesten daarvan speelden zich af in een zwaar bewaakte gevangenis. Maar zijn geloof verzette meer dan een berg of een moerbeiboom!
Veel van onze ouders hebben gedroomd over een tijd waarin Nederland bevrijd zou zijn van bezetters, over een periode waarin hun kinderen het beter dan zijzelf zouden krijgen. Ze hebben ervoor gewerkt dag en nacht. In de mijn en ‘s avonds in de moestuin. Alleen ‘s zondags niet. Die was voor de duiven. En voor de kerk. Thans wonen de kinderen in riante huizen en zitten ‘s avonds comfortabel in hun bankstel.

WAT IS EN WAT KAN
De wereld waarin wij leven, met penicilline en zonne-energie, met telefoons en fietsen, met brood op tafel en verwarming in de kerk, deze wereld is het gevolg van mensen die bezield waren door een sterk geloof, die geen genoegen namen met de werkelijkheid en die de wereld wilden herscheppen.
Hopenlijk leeft er in de harten van onze kinderen niet alleen realiteitsbesef maar ook geloof in het onmogelijke en in het goede! Een geloof als een mosterdzaadje dirigeert een moerbeiboom de zee in, zei Jezus. Ik denk dat dit zwak is uitgedrukt.

WORST
Lieve kinderen, Joris zat met lange tanden aan tafel. ‘Eerst een boterham met worst en dan pindakaas’, zei mamma streng. Joris dacht dat mamma hem dwars wilde zitten. Hij zag niks in worst. Hij wilde eerst pindakaas en dan zou hij wel verder zien. ‘Die worst is vies’, pruilde Joris. ‘Niks is vies wat hier op tafel staat’, zei mamma bestraffend. ‘Je moest blij zijn. De kinderen in Afrika moeten zonder ontbijt naar school. Als er al een school is!’ Daar moest Joris over nadenken. Niet naar school leek hem wel wat. ‘Hebben ze dan ook geen pindakaas?’ wilde hij weten. ‘Geen brood, geen melk, geen pindakaas, geen cola, ze zijn arm’, zei mamma. En snoep is er ook niet.’ ‘Waarom geven wij het ze dan niet?’ wilde Joris weten. Joris was een slimme jongen met een goed hart. ‘Waarom geven wij het ze dan niet?’ Hij kon nu die worst wel eten, maar dan hadden die arme kinderen nog steeds geen pindakaas. ‘Waarom geef jij ze geen pindakaas?’ Mamma was even stil. Toen wreef ze Joris door de haren. ‘Zullen wij de arme kinderen van de wereld helpen?’ ‘Weet je wat? We sturen ze de worst’, opperde Joris wijs. ‘Het kan wel even duren. Maar er komt een tijd dat zij na een ontbijt naar school gaan’, zei mamma en ze zette de worst voor Joris’ neus. ‘Helaas, geen pindakaas!’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag335
gister172
deze maand1090
totaal825736