De genoemde datums laten het moment van publicatie zien,
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
2022 - 2de zondag van de Advent © Harrie Brouwers, Voerendaal
VREDE BEGINT MET EEN DROOM
HONDEN EN WOLVEN
VREDE BEGINT MET EEN DROOM
HONDEN EN WOLVEN
Als u bang bent voor een hond, dan hoeft u zich daar niet voor te schamen! Er worden in Nederland elk jaar 150 duizend mensen door een hond gebeten. Wereldwijd sterven daar tienduizenden mensen aan, in Nederland overigens bijna nooit iemand. De hond, een door de mens getemde wolf, maakt dus veel meer slachtoffers dan de wolf zelf. Tenminste onder de mensen. De wolf jaagt wel op herten en schapen. Voor een mens gaat hij op de vlucht. Aanvallende wolven leden vaak aan hondsdolheid. In de literatuur kwam het beeld naar voren van een gevaarlijke bloeddorstig vijand. Mensen geloven misschien niet in sprookjes, maar van Roodkapje hebben vele generatie sinds de zeventiende eeuw begrepen dat de wolf het op ons voorzien heeft.
Wolven waren de eerste dieren die door mensen getemd werden om te waken over het erf. Later ging men er lasten te vervoeren, liet ze sleeën trekken en helpen bij de jacht. DNA-onderzoek laat zien dat de vroegste vermenselijking van wolven ergens tussen Nepal en Mongolië, zo’n 16 duizend jaar geleden heeft plaatsgevonden. Het proces heeft zich in de loop der eeuwen op andere plekken, onafhankelijk van elkaar herhaald. Dieren met gewenste eigenschappen worden verder doorgefokt. Lang na de wolf werden ook poezen, schapen, geiten en varkens tot huisdier gemaakt. Nog weer iets later kwamen de koe en het paard erbij.
De Hebreeën waren nomaden die met kuddes rondzwierven. Hyena’s, jakhalzen en wolven vormden een gevaar. Een wolf jaagt overdag en in de schemering. Prooien neemt hij tegen de wind al op 300 meter waar. Zijn gehoor en gezicht zijn goed ontwikkeld. Een herder had enkel een stok en een slinger om zich te verdedigen. Voor een veilige nacht waren her en der omheinde plekken ingericht, waarvan kuddes gebruik konden maken. De herder ging in de opening slapen om eventuele belagers te betrappen en af te schrikken. Hij was de deur van de stal! Schaapshonden worden pas eeuwen later ontwikkeld!
WOLVEN EN SCHAPEN
WOLVEN EN SCHAPEN
Het is dus voor elke toehoorder een heel erg spannend beeld dat Jesaja oproept: de lam en de wolf die samen hun intrek hebben genomen in één hol.
Maar eeuwen later is het inderdaad zover gekomen! De herder kon toen over honden gaan beschikken, zeg maar wolven, die de schapen beschermden tegen gevaarlijke belagers. Jesaja formuleert dus niet zomaar een fantastisch verlangen, maar hij beschrijft een proces waarmee de mens al eeuwen bezig was. En steeds weer inspireerde zijn lied ertoe om wilde dieren zo te temmen dat ze met elkaar in de piste van een circus samen hun spel speelden. In onze tijd zal de dierenbescherming daar terecht grote bezwaren tegen hebben, maar het heeft wel bestaan: het zoeken van de mens naar wegen om natuurlijke vijanden tot vrienden te maken en om op die manier het Rijk van God nabij te brengen. Voor de profeet waren de wolven overigens het symbool van een vijand die nog groter was en verwoestender, de koningen van Assur en van Babel en later van Macedonië.
SCHAPEN EN HERDERS
SCHAPEN EN HERDERS
Zou dit misschien een van de grootste problemen van onze tijd zijn, dat de mensheid niet meer een gezamenlijke droom heeft? We zien wolven genoeg, maar een collectief visioen, niet van de wolf die het lam verorbert of van het lam dat de wolf strikt, maar van wolf en lam samen in een huis, dat is er niet. Acht miljard mensen hebben ieder hun eigen privé-droompje, en de belangen daarvan botsten hevig met elkaar. De droom, dat alle volkeren in vrede leven, dat ze elkaar verdragen, en aan elkaar het bestaan gunnen..., de bereidheid om daarvoor offers te brengen..., zo’n droom heerst niet. Misschien af en toe een beetje. Je zag het aan het begin van de corona-epidemie, het gevoel van samen iets te willen en te kunnen, een virus terugdringen. Misschien is het er een beetje in de strijd tegen de oorlog van Rusland. Er lijkt een brede bereidheid om ‘nee’ te zeggen tegen de agressie, en daarbij de hoge inflatie op de koop toe te nemen. Is het sterk genoeg om stand te houden? Ook als er straks moet worden omgezien naar degenen die het meest onder de inflatie gebukt gaan? Leeft het verlangen naar vrede-op-aarde voldoende in ons hart, of willen we alleen maar rust in onze eigen achtertuin? Wat willen we als mensheid met het klimaat? Hoeveel hebben we er voor over? Hoe royaal steken we een hand uit naar de arme landen? Hoeveel welvaart willen we er zelf voor prijsgeven?
Misschien verandert de wereld pas in een land van God vanuit de angst, wanneer eerst allerlei rampen van honger en oorlog over ons zijn gekomen. Misschien kunnen we het aanschijn van de aarde ook veranderen door een droom, een verlangen.
Die droom willen we levend houden,, elk jaar, hier in de kerk, aan het begin van de advent. Sluit je ogen en zie een wolf aan tafel met een lam..., een berin die graast naast de koe..., en een kindje dat speelt in het nest van een adder.
SLANG
SLANG
Lieve kinderen. Ken je dat verhaaltje over een kindje dat op vakantie ergens aan zee naast een struik zat? Het wil zijn flesje limo pakken en voelt ineens het lijf van een slang naast zich. Het schrikt, maar de slang blijft rustig en zegt: ‘Hé mensje..., weet jij misschien of ik een giftige slang ben...?’ Het kind zit stijf van angst en zegt: ‘Nee, sorry meneer..., of mevrouw..., waa.., waarom vraagt u dat?’ ‘Nou’, zegt de slang ernstig, ‘ik heb net op mijn tong gebeten!’