De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR IN HET C-JAAR 2007
© Ad Blijlevens, Voerendaal 2007




OP WIE WACHT JE?Wachtende, wakende mensen worden in het evangelie gelukkig geprezen: ze voorkomen dat ze iets kostbaars kwijtraken én ze worden beloond om hun trouw. Hun wachten is een uiting van 'bereid zijn'. Zij staan klaar om open te doen. Het zijn geen mensen die, in slaafse dienstbaarheid, met de knop van de deur in hun hand staan maar hun bereidheid uit zich in een hárt dat openstaat. Bij hen is iets gegroeid van een levenshouding die weldadig aandoet, waardoor een ander voelt bij hen welkom te zijn. Het zijn waakzame mensen, die weten waar het om gaat. Door ervaring hebben zij geleerd wat in het leven belangrijk is en wat niet. Zij weten op wie ze wachten.

Dit is van belang: op wie wacht je? Zijn er bij ons niet dikwijls nogal wat onderhuidse gevoelens die meespelen als het om contacten met elkaar gaat? Daarom is de vraag belangrijk: voor wie houden wij onze deur open? Voor wie niet? Wie of wat laten wij in ons wereldje toe? En waarom eigenlijk?
Mensen, dus ook wij, hebben een diepe behoefte om welkom te zijn bij een ander; om een open deur te vinden bij een hartelijk iemand bij wie wij onszelf kunnen zijn. Ten diepste is het de behoefte, door God in ons gelegd, aan een mens naast ons, bij wie je warmte en genegenheid ondervinden, of het nu een levenspartner, een vriend, een vriendin, een fijne buur... een mens is bij wie je mag zijn wie je bent. Hier ligt een opgave voor ons allemaal: er te zijn voor onze medemensen.

Een moeilijke opgave, die niet altijd lukt. Maar áls het lukt, heb je kans dat je in het er-zijn-voor-elkaar iets van Gods nabijheid mag ervaren. Het is maar net waar je op let. Hoe ben ik waakzaam? Waar kijk ik naar uit als ik iemand ontmoet? Staat mijn hart écht open? Misschien wacht er iemand op mij, vandaag. Hopelijk herkent die ander dan in mij de Heer, die, zoals het evangelie zegt, langsgaat en bedient, op welk tijdstip van de dag dan ook.

Wachten, waken, openstaan. Ik denk daarbij nog aan een perspectief dat vérder gaat. Het is al lang geleden, maar misschien herinneren sommigen van ons zich nog hoe in 1968 Koosje Koster in de Kalverstraat in Amsterdam werd gearresteerd als een orde-verstoorster, omdat ze uit een papieren kruidenierszak krenten uitdeelde aan de voorbijgangers. Toen men haar op het politiebureau vroeg waarom ze dat deed, antwoordde ze: 'Dan eten ze tenminste een keer uit dezelfde zak'.

Tijdens deze eucharistieviering doen wij -als ik dit beeld mag gebruiken -in Jezus' naam wat Koosje Koster op haar manier in 1968 deed in Amsterdam. Wij zitten aan een tafel waar wij met Hem - Hem en onszelf doorbrekend - ons tot één lichaam eten, wij, bijeengebracht door dezelfde Geest. Een oase op de soms zo dorre tocht van ons leven, een vooruitlopen op wat ons eens te wachten staat, een verwijzen, niet naar de lokkende spiegeling van een fata morgana, maar naar de werkelijkheid van de vervulling van Gods belofte aan wachtende, wakende, openstaande mensen. Wij worden gevraagd ons op waarachtige verwachting in te stellen, voor en met anderen.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag180
gister352
deze maand1892
totaal826538