De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZESDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD VAN HET C-JAAR 2007
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2007




GODS RIJK AAN ZIEN KOMENNEERDALEN

Johannes gelooft niet meer in de wereld. Er is teveel kwaad. Je kunt er nooit een paradijs van maken. Het rijk van God komt niet door wereldverbetraars tot stand; het kan alleen nog uit de hemel neerdalen! Aldus zijn droom. Met dat ‘neerdalen’ echter hebben wij, moderne mensen, grote problemen. Daarom lees ik nog eens het begin van het 21ste hoofdstuk.

BINNENTREDEN

U hebt wel eens een kerkelijk huwelijk bijgewoond. De plechtigheid begint sterk. Tot uitdrukking wordt gebracht, dat een mens huis en haard verlaat en zich hecht aan die ene ander. De bruid gaat, na tien jaar samenwonen, nog eens overnachten bij haar ouders!
Ik begroet de gasten bij de kerkdeur. Iedereen gaat naar binnen. Dan komt een kleine stoet: voorganger, getuigen en de bruidegom aan de arm van zijn moeder. Bij de trappen draaien we ons om. De bruidegom staat in het midden. We kijken naar de ingang. Het koor begint te zingen. De bruid komt binnen aan de hand van haar vader!
Ik instrueer de vader aldus: ‘U moet even wachten voordat u binnenkomt. Jullie moeten zolang wachten dat ze denken ‘Zouden ze wel komen?’ maar niet zolang dat iemand het hardop zegt!’
De entree is ongelooflijk feestelijk. De vader van de bruid geniet van elke stap. Trots glundert hij naar links en naar rechts. De bruid heeft al uren bij de kapper gezeten. Aan het kiezen van haar kleed is een jaar voorafgegaan. De bloemist en schoonheidsspecialiste hebben hun best gedaan. Langzaam nadert ze de bruidegom. Hij heeft geen haast. Dit mag lang duren. De ouders laten dochterlief los. Ze laten zoonlief gaan. Ze maken ze nog eens voor de eeuwigheid duidelijk: dochter en zoon zijn er voortaan op de eerste plaats voor elkaar.

ZIEN AANKOMEN

Het Rijk van God komt uit de hemel vandaan, toebereid, schoon, als een bruid die zich voor haar man heeft opgemaakt. Ik zie de bruidegom naast me, kalm, genietend, zeker van zijn zaak. Het is geen tafereel uit een romantische b-films waarin de jongen en het meisje zich aan het strand in elkaars armen stormen. Nee, hij geniet ervan dat ze in aantocht is.
Jezus had het rijk van God beloofd. En ze hadden allemaal gedacht dat ze de komst ervan zelf zouden meemaken. Jezus’ dood was de eerste schok die ze moesten verwerken. Maar ook Petrus ging dood. En Jakobus. Steeds meer ooggetuigen van de eerste generatie overleden. Dat zette de gelovigen aan het denken. Tenslotte hield men het erop, dat het Rijk van God op zijn laatst zou neerdalen, vlak voordat de laatste ooggetuige dood ging, maar ook dat gebeurde niet. Ook de jongste leerling van Jezus stierf. De christenen moesten hun ongeduldig, begerig verlangen naar God vervangen door de zekerheid dat het in Jezus begonnen was. Het kwam eraan. Dat is de grond van je geluk: niet dat je haar in je armen hebt, maar dat ze komen zal. Je leeft niet vergeefs. Het goede dat je doet, is geen parel voor zwijnen. Je offers geen boter aan de galg. Neem een voorbeeld aan de bruidegom die relaxed geniet van de bruid die hij nog niet heeft maar die er aan komt!
‘Jullie moeten de moed niet verliezen. De Geest zal je bezielen!’, klinkt Jezus’ vermaan in het evangelie.

KOSTEN EN MOEITE

Maar vergis je niet! Het leven is niet alleen maar een ontspannen afwachting van een feest. Het moment dat de bruid de kerk binnenkomt is een kortstondig onderdeel van haar huwelijk. Kosten noch moeite heeft ze gespaard om te stralen als de zon. Huilbuien en ruzies zijn er geweest voordat de twee elkaar gevonden hadden. Angstige nachten hebben hun ouders wakker gelegen toen hun kinderen elkaar belangrijk begonnen te vinden. En straks zal de trouw op de proef worden gesteld. Zalfjes en poedertjes zullen de slijtageslag van het leven niet meer verhullen. Straks schreeuwt de wereld om aandacht. Dringt de honger van miljarden mensen in hun kamer door. Klaagt de klimaatverandering hun gulzigheid aan.
Het wachten op het Rijk van God is ploeteren om de wereld rechtvaardig te maken. En dan, dan mogen we haar in de verte zien aankomen, zonder haast en verblindend mooi, de bruid die zich heeft getooid voor haar man.

BRUID NIJNTJE

Lieve kinderen. ‘Ik geloof dat Plukkie jongen krijgt’, had pappa aan tafel gezegd. Plukkie was een van de konijntjes. Yoice keek verrast op. ‘Wanneer dan?’ vroeg ze. Ze zag nog net hoe mamma de vinger op haar mond legde. Ze wilde niet dat pappa het vertelde aan tafel, over die jonkies. Even kreeg ze een ongerust gevoel.
Die middag sloop Yoice met haar vriendin naar de zolder. Uit de verkleedkist pakten zij een oud stuk witte gordijn. Ze knipten er een stuk uit en ze slopen ermee naar beneden. Ze plukten verse weegbree. Voorzichtig wikkelden zij het gordijn om Plukkie heen. Plukkie ging trouwen vandaag.
‘s Avonds aan tafel. ‘Er lag een gordijn bij het konijn!’ Pappa was boos. ‘Dalijk komen de konijnen eraan en dan eten ze zich dood!’ ‘Maar Plukkie moest trouwen”, zei Yoice verongelijkt. ‘Wat trouwen?’, zei pappa bars. ‘Moeten de kleintjes straks zeker gedoopt worden!’ Er begon iets te schitteren in de ogen van Yoice en mamma legde opnieuw de wijsvinger op haar lippen. Pappa had weer eens teveel gezegd!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag288
gister352
deze maand2000
totaal826646