De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DERDE ZONDAG VAN PASEN IN HET C-JAAR 2007
© Ad Blijlevens, Heerlen 2007

'HET IS DE HEER!'


Het heeft iets van een romantisch tafereel. Het strand bij een flink meer. De sfeer van een vissersdorp. De geur van vis, water, teer, brandend hout. Heel concrete bijzonderheden, zoals: 200 el uit de kust, 153 vissen. ‘Komen jullie bij mij ontbijten?’ Alsof we op vakantie zijn. Maar de evangelist Johannes heeft dit evangelie zeker niet verteld wegens allerlei romantische trekjes. En bovendien: zou een dergelijk verhaal de eeuwen kunnen trotseren als er niet iets wezenlijks mee bedoeld was? En als luisterende en lezende mensen dat in de loop der tijden niet hadden herkend?

Toen ik dit evangelie las, viel het mij op hoeveel bekende scènes het bevat. Eerder gehoord, van andere evangelisten, op andere ogenblikken. Vissers die aanvankelijk niets vangen. Jezus die eerst niet wordt herkend. Vissers die worden aangemoedigd om toch maar hun netten uit te werpen. Vertrouwen in iemand die ogenschijnlijk een onbekende is. Het uitdelen van brood en vis. ‘Het is de Heer!’ zegt een enthousiaste volgeling. Hij heeft ineens door waar het om gaat. ‘Het is de Heer!’ Ze herkennen het vertrouwen dat Hij uitstraalt, de eenvoud waarmee Hij uitnodigt om dichterbij te komen, de gastvrijheid om samen te eten. Ze herkennen de uitnodiging om op zijn voorstellen in te gaan. Ze herkennen Hem ook aan zijn concreetheid. Hij noemt hen vrienden, Hij vraagt om wat vis, Hij legt een houtskoolvuur aan, Hij vraagt om te komen ontbijten, Hij deelt brood en vis uit. ‘Het is de Heer!’ Geen van de leerlingen durft volgens Johannes te vragen wie Hij is. Een overbodige vraag? Ze weten immers allemaal wel met wie ze te doen hebben. Toch durven ze de vraag niet te stellen. Misschien uit angst Hem te beledigen? Of zijn ze bang voor een tegenvraag? Want stel je voor, dat Hij op zijn beurt vraagt wie zij zijn.

Stelt u zich voor, dat de Heer vraagt wie wij zijn. Wat voor vrouwen en wat voor mannen wij menen te zijn. Mensen die vertrouwen weten te wekken? Mensen die geen karrenvrachten vol wetten en kerkelijke regels nodig hebben om er te zijn? Mensen die zich voelen aangetrokken tot mensen en die zich laten uitnodigen om telkens opnieuw de netten uit te werpen?
Soms kom je een vrouw of een man tegen bij wie je tot je verbazing kunt zeggen: ‘Hé, het is de Heer!’ Haar of zijn houding, liefde, verdraagzaamheid, oprechtheid lijken verdraaid veel op wat onze Heer heeft gedaan en gezegd. De evangelist Johannes merkt op, dat het de derde keer is dat Jezus aan de leerlingen verschijnt. Drie keer is scheepsrecht. Nu moet het onderhand genoeg en duidelijk zijn. Nu moeten wij weten wat navolging-van-Jezus betekent. Nu moeten wij hebben verstaan, wat het wil zeggen in zijn spoor te gaan. Het lijkt een voorstel tot zelfonderzoek.

Als mensen om ons heen zeggen: ‘Wat zij of hij doet of zegt, lijkt op wat op Jezus, de inzet waarvoor Hij kiest...’, dan begint het er op te lijken, dan beginnen wij Jezus Messias te volgen. Natuurlijk zeggen wij niet van onszelf dat wij in het goede spoor lopen. Zo arrogant zijn wij niet. Ofschoon... hoe gemakkelijk wordt het woord ‘christen’, iemand die Christus volgt, opgepakt en aangemeten. Maar tegelijk kunnen wij onze opdracht herkennen: christen-zijn, Christus volgen, proberen te zijn zoals Hij die de mensen met vertrouwen tegemoet gaat en die door mensen wordt gevolgd. Zijn zoals Hij, en niet schamper lachen wanneer Hij zegt: ‘Werp het net uit!’ Maar het er op wagen. In de overtuiging, of minstens in de hoop ooit volle netten te zullen binnenhalen.

Om zo'n houding te kunnen opbrengen moet je vertrouwen groot zijn. Dat is zeker! Vooral als je wordt getroffen door verdriet, als je weinig reden hebt je gelukkig te voelen, als .je niet ziet dat je levenspad nog ooit zal worden verlicht. In zulke omstandigheden heb je eerder behoefte aan iemand in wie je de Heer kunt herkennen dan dat je zelf iets kunt uitstralen. Maar steeds mogen wij toch het lied in ons laten doorklinken dat wij soms zingen: ‘En al wie Jezus' naam belijdt, zal wonderen verrichten en als een lamp verlichten de lange gang van onze tijd.’ Deze levenshouding wens ik ons allen toe.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag156
gister352
deze maand1868
totaal826514