De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DERDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD VAN HET C-JAAR 2007
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2007

ZOEKT VROUW - VINDT GOD


UITSTERVEND GELOOF

Ik geloof dat de hoogleraar en schrijver Wiel Kusters het heeft gezegd: ‘Als het Limburgs dialect één generatie niet wordt doorgegeven dan is het uit de wereld verdwenen!’ Grote culturele verworvenheden moeten van generatie op generatie opnieuw worden doorgegeven en aan elke kind met de paplepel worden meegegeven, anders gaan ze verloren. Dat geldt niet alleen voor de taal die je spreekt maar ook voor je geloof. Als het christendom één generatie niet wordt doorgegeven -zo lijkt het - is het nergens meer!

Toch is het niet voor het eerst in de geschiedenis dat het einde van de godsdienst nabij lijkt.

GELOOF VAN DE VADEREN

Hebreeën waren half-nomaden. Ze sloegen hun kamp op in een oase. In het voorjaar, als de woestijn kortstondig tot bloei kwam, trokken ze er met de kudde op uit. Deze zwervers hadden een verrassend modern idee van God. Voor hen was God niet gebonden aan een bepaald land. De nomade, die overal wat rond zwierf en geen eigen koninkrijk bezat, stelde zich God voor als Iemand die over alle landen regeert. Hun God kon je niet zien; Hij was geen beeld van steen of hout. God was als het denken van een mens, een geest. God woont in de adem als we zijn naam uitspreken: ‘Hij die is, ìs er’, ‘JHWH’. Aanvankelijk schreeuwde ze die naam uit, om moed te verzamelen. Ze riepen hem als ze in de lente hun kamp opbraken en de verraderlijke tocht door de woestijn begonnen. De symbolen van God waren vuur en wind.

OP ZOEK NAAR EEN VROUW

Rond 1200 voor Christus was er iets verschrikkelijks gebeurd. Tijdens een dorre periode was het volk bijna uitgehongerd. Het zocht voedsel langs de grenzen van Egypte. De nomaden gaven hun zwerversbestaan op en gingen werken in dienst van farao. Deze maatschappelijke verandering had tot gevolgd dat zij hun geloof en hun vrijheid verloren.
Zo is dat in onze tijd ook. De samenleving is lang niet meer agrarisch. Mensen blijven niet bij hun ouders wonen. Ze nemen hun levensritme niet over. Ineens is de traditie in gevaar. De Limburgse taal. En wie komt er zingen bij het koor? Wie betaalt mee om de kerk in stand te houden? Wie trouwt er voor de kerk? Alles lijkt in afbraak.
Mozes was een intelligente Hebreeër. Hij werkte bij het koninklijk hof. Toen hij wilde trouwen kwamen traditionele overwegingen naar boven. Zou hij geen meisje gaan zoeken uit zijn eigen stam? Ergens in het verre Midjan, achter de bergen van de Sinaï, daar woonden nog stammen die net als vroeger met hun schapen rondtrokken. Mozes besluit daar op zoek te gaan naar een vrouw. Hij zou niet de laatste zijn die zijn geloof terugvindt bij zijn meisje!

VRIJHEID

Mozes vindt onderdak en blijft enkele jaren wonen en werken bij Jetro. Zijn oog is op diens dochter gevallen. Zo vinden we Mozes vandaag in het verre Midjan achter de schapen.

Daar maakte Mozes de feesten mee. Het slachten van het eerste lammetje dat in de lente geboren was. Het roepen van Gods naam bij het uittrekken naar een nieuwe oase. Hij hoorde de lang vergeten verhalen over de God van Abraham, Izaäk en Jakob. Mozes werd diep geraakt. Hij staart in het vuur. Hij voelt de warmte van de gloed. Het spel van de vlammen daagt zijn fantasie uit. De omhoog zwalkende vonken stemmen hem bedachtzaam. Wat wil die God van hem? Over een jaar zal hij terugkeren met zijn bruid naar het land van Farao. Daar leeft zijn volk in slavernij. Zou hij ze het lentefeest leren? Een lam slachten, ‘Jahweh’ roepen en ervandoor gaan, op zoek naar nieuw land om in te leven?
Dat gebeurde er bij het brandend braambos. Mozes vindt het geloof van zijn voorvaderen terug en hij past het toe op de nood van zijn volk. Het oude geloof blijkt ongekende kracht te hebben.

BEVRIJDINGSFEEST

Zo is God. Overal waar een mens zich losmaakt uit afhankelijkheid, waar hij vrij wordt, daar is God bezig. Als wij met een vastenoffer de mensen in Mozambique helpen, dan is God met ons bezit. Dan zijn wij bezig met God. Als mensen die zich derderangs vinden, ergens in een sloppenwijk, zingen en het verhaal van Mozes vertellen en er eigenwaarde aan ontlenen, dan is God met hen bezig. Dan zijn zij met God bezig. Misschien was God ook bezig toen gelovigen zich losrukten van valse schuldgevoelens rond seksualiteit en de kerk de rug toekeerden. God bevrijdt. Het drong met schokken tot Mozes door. Hij durfde niet, maar ontkomen kon hij niet. De wind blies het vuur aan, hij voelde de hitte en volgde de gloeiende vonken naar de sterren. Pasen kwam. Lammeren werden geboren. Hij zou gauw met zijn bruid naar het land van Gosen gaan. Met zijn bruid... en met een bevrijdingsfeest.


VUURTJE STOKEN

Lieve kinderen.
‘Heeft iemand nog een vraag?’ zei ik aan het einde van de les. Daan stak zijn hand heel dringend omhoog:
‘Ik wou eens weten’, begon hij, ‘wat is vuur eigenlijk?’
‘Vuur is vuur, wat bedoel je precies?’
‘Ja, nou, is het een soort kleur of een soort spook?’ vroeg Daan.
‘Eigenlijk is het een soort lucht. Een gas, maar dan heel erg heet. Twee gassen, lucht en een andere soort lucht en die worden een nieuw gas en dat is heel heet’ zei ik. ‘Waarom vraag je dat?’
‘Mijn vader die zit altijd bij de openhaard als er bezoek is’ legde Daan uit. ‘En dat vind mamma niet leuk. Maar pappa vind het wel leuk om vuurtje te stoken en dan zit ik naast pappa, en dan mag ik ook hout erop gooien. En dan zegt papa dat de vlammen dansen. Dat vinden wij mooi, pappa en ik. En misschien wordt ik later brandweerman. Of misdienaar.’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag4
gister345
deze maand2061
totaal826707