De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

TWEEDE ZONDAG IN DE VEERTIGDAGENTIJD VAN HET C-JAAR 2007
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2007


AAN DE VOET VAN DE BERG


EILAND

Aan de westkust van Schotland ligt Iona. Het is een afgelegen, wondermooi eiland. In de zesde eeuw had de Ierse monnik Columba hier een klooster gesticht. Ierse Christenen maakten de avontuurlijkste reizen om zich op onmogelijke plekken af te zonderen. Ze voelden hoe de schoonheid van de natuur hen dichter bij God bracht. U kent dat vast wel.

BERG

Jezus zocht ook de eenzaamheid op. Hij beklom met enkele vrienden een wonderlijke berg.
In de dertiger jaren begonnen gelovigen de ruïnes van Iona te herstellen. Er leeft nu een oecumenische gemeenschap die het christendom bij de tijd wil brengen. Ze ademt de Keltische geest van eerbied voor mens en natuur.
Jezus nam drie leerlingen mee de berg op om hen iets te laten zien van het geheim achter zij leven.

DRAMA

Vorige zomer bezocht een vriend Iona. Hij is pastoraal werker. Op het eiland deed hij mee aan bibliodrama. Misschien heb u daar wel eens van gehoord. Een groep mensen brengt een bijbelverhaal tot leven. Het evangelie wordt een manier om jezelf beter te verstaan. Tegelijk ben jezelf de sleutel tot het evangelie.
Een groep van ongeveer zestig pelgrims kreeg het verhaal te horen over Jezus die de berg beklom en daar in een nieuw licht werd gezien door Petrus, Jakobus en Johannes. Mozes en Elia, Wet en Profeten, hebben zich bij de leerlingen gevoegd. Uit de hemel klinkt Gods stem.
Het verhaal was verteld. De rollen werden verdeeld. Er werd afgeteld. ‘Jij bent Jezus, jij Elia, jij Mozes, jij Jakobus, jij Johannes, jij Petrus, jij bent Andreas, jij Judas en jij de stem van God’ en dan weer vooraan: ‘Jij Jezus, jij Elia...’ enzovoorts. Zo waren er telkens zeven met dezelfde rol. Eerst moesten alle Jakobussen en alle Andreassen met elkaar het verhaal doornemen. Daarna werd het in zeven groepen gespeeld.

BUITENSTAANDER

Boeiend was het dat ook Andreas en Judas een rol kregen, want die komen in het evangelie niet voor! Hoe vonden die twee leerlingen het, dat ze niet mee mochten? Jezus laat aan drie vrienden iets van zijn Goddelijke oorsprong zien. De andere negen mogen niet mee.
Hoe is dat als je merkt dat je oudere broer iets van vader krijgt waar jij buiten staat? Als moeder iets aan die ene dochter toevertrouwd en er bij de anderen niet over rept? Hoe is het als je iedereen nonchalant boodschappen in de winkelwagen ziet smijten en jij iedere cent moet omkeren? Hoe is het om bij de buren naar een powerpoint presentatie te kijken van vakantiefoto’s uit Bali terwijl je thuis de tent aan het repareren bent om naar Peer te gaan kamperen? Besef je dan dat je in Peer even gelukkig of ongelukkig kunt zijn als op Bali of voel je je verongelijkt? Realiseer je je dat mensen zich soms volproppen met voedsel uit eenzaamheid of voel je je buitengesloten? Gun je anderen iets of blijft het knagen?

GEGUND

Andreas was trots op zijn grote broer. Hij wist dat hij altijd op hem kon terugvallen en dat hij hem door dik en dun zou verdedigen. Andreas had in zijn jeugd de trots van zijn ouders ervaren. Hij is niet jaloers. Integendeel, hij voelde zich geëerd omdat zijn broer mee mocht. Hij zou straks het verhaal wel horen! Of nee! Petrus kreeg zwijgplicht opgelegd. Nog spannender! Maar Judas had was boos. Hij was rusteloos op jacht naar erkenning. Zijn vader had hem links laten liggen. En nu voelde hij zich ook voor God alleen maar een verliezer. Judas was jaloers. Hij voelde zich miskent. Boze plannen bgonnen te broeden in zijn hart.
Ik realiseer me dat ik bij de negen leerlingen hoor die niet mee mochten. Wij hebben het geheim niet mogen zien. Als we de berg bestijgen kunnen we wel vermoeden dat vlak onder het oppervlak van onze waarneming een God bestaat die de luchten heeft gewild, sterren en wolken, de zon, de bomen en de wind, maar gezien hebben we niet.
In de stilte op de bergtop, zo wordt ons verteld, hoeven we ons niet verlaten te voelen. Het geheim achter leven en lijden is licht en liefde!

Lieve kinderen.
‘Kom, mee naar achter!’ Mamma stak haar hand uit naar de kleine Max maar Max wou niet. Ze waren net in de bus gestapt en Max wilde vooraan blijven staan, bij de chauffeur en het stuur en de kaartjes. Mamma wilde geen scene in de bus en liep door. Max klom in de stang bij de deur. Daar kwam een meisje aan. Ze stapte in de bus en bleef naar Max kijken. Ze vond hem wel stoer.
‘Waar ga je naar toe?’ vroeg ze.
‘Naar de Molenberg’, zei Max.
‘Ik ook.’
‘Woon je daar?’ Max begon een gesprek met het meisje en ik kon vanaf mijn plaats niet alles verstaan. Wel kon ik duidelijk zien dat Max indruk probeerde te maken. Hij zwaaide met zijn armen en af en toe klom hij in de paal. Het meisje deed mee. Ineens hoorde ik Max roepen:
‘Ik heb een geheim! Zal ik het je verklappen?’ Het meisje wilde zich niet laten kennen en haalde haar schouders op.
‘Hoeft niet’, zei ze. ‘Ik heb al een geheim.’ En toen heel hard: ‘Ik ken wel honderd geheimen.’ Zij keek haar nieuwe vriendje afwachtend aan. Die zei niets en het meisje speelde haar laatste kaart uit: ‘En ze gaan allemaal over K3!’

Lieve kinderen het is fijn als je veel geheimen kent. Het leven zit er vol mee!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag10
gister345
deze maand2067
totaal826713