De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

CHRISTUS KONING IN HET B-JAAR 2006
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2006

GEROEPEN TOT DIALOOG


MOSLIM

‘Die verre vakanties... ik heb het er niet op!’ Een mevrouw had de deur opengemaakt en op de mat een ansichtkaart opgeraapt. ‘Ik ook niet’ beaamde ik snel, ‘ik heb het niet zo op vliegtuigen.’ ‘Ik bedoel de vliegtuigen niet! Bent u daar bang voor? Ze komen altijd weer naar beneden, hoor.’ We waren aan de eettafel gaan zitten. De krant lag er nog open gespreid. ‘Mijn dochter Ans heeft verkering met een Syriër.’ Er viel een stilte. We wisten allebei niet hoe het gesprek verder moest. Ik heb de ervaring dat ouders zich beter niet teveel moeten inlaten met de vrienden en de vriendinnen van hun volwassen kinderen. Ik kan me hun zorgen goed voorstellen, maar als het om partnerkeuze gaat, leiden bemoeienissen al gauw tot verwijdering. ‘U hebt daar geen vertrouwen in?’ ‘Nou ja, geen vertrouwen... Ans is dertig. Hèm heb ik nog niet gezien. Maar ze hebben zo een heel ander geloof. En de positie van de vrouw is zo anders...’

ONZEKERHEID

In dit soort gesprekken merk ik steeds een grote onzekerheid. Hoe moet je denken over de islam? Hoe moet je praten met islamieten? Van de ene kant hoor je harde afwijzingen: ‘Er is niet te praten met de volgelingen van Mohammed. Ze zijn alleen maar uit op verovering.’ Terreurdaden lijken daarop te duiden. Anderzijds lees je over initiatieven om de bevolkingsgroepen met elkaar in gesprek te brengen. De dialoog tussen christenen, islamieten, joden en ongelovigen wordt op veel plekken gevoerd.

DEZELFDE TAAL?

De onzekerheid in de dialoog is in feite de twijfel of er wel een gemeenschappelijke grondslag is. Is er tussen al die volkeren een waarde die allen delen? Daar zijn we niet zeker van, Daarom vrezen we chaos en trekken ons terug in de eigen burchten.
Als we erop konden vertrouwen dat ongelovigen eerbied zouden hebben voor christenen en islamieten; als we zouden geloven dat moslems diep in het hart vredig willen samenwonen met andersdenkenden; als we erop kunnen rekenen dat christenen respect hebben voor ongelovigen, dan was er een basis. Maar als we vrezen dat de tolerantie zo breed is als de beurs dik; dat we ons ten diepste laten leiden door een cynisch verlangen naar olie; als we geloven dat de enige gezamenlijke waarde egoïsme is, dan wordt de dialoog moeilijk.

PIUS XI

Kijken we eens tachentig jaar terug. 1925. Europa had een lang proces achter de rug waarin de rol van de kerk was teruggedrongen. De paus was beroofd van zijn staat. Pius XI had onderhandeld met Mussolini. Hij had er een kleine stadstaat aan overgehouden en in elk geval de status van president. Enkele jaren later zou hij een encycliek schrijven tegen het opkomend nazisme in Duitslang. ‘Mit brennende Sorge’ heette die. Een van de professoren op het seminarie zei altijd lachend: ‘Mit brennende sigarre’.
De paus maakte zich zorgen over een wereld waarin niet alleen de kerk maar ook God was weggebannen. De staat duldde de kerk nog slechts zoals bijvoorbeeld een krant of een gymnastiekvereniging. Het leek alsof de volkeren geen enkel gezag boven zich erkenden en elkaar slechts als concurrenten zagen. Het leek alsof een gemeenschappelijke basis ontbrank. Daarom stelt de paus in een encycliek het feest van Christus Koning in. Spoedig daarna zongen wij uit volle borst: ‘Aan U, o Koning der eeuwen!’ De behoefte was groot aan een macht, een waarde, die boven alle landen stond.

KONING VOOR ALLEN

Christus Koning betekent dus dat Christus er is voor allen. Hij is er niet alleen voor de Europeanen, niet slechts voor zijn eigen volgelingen. Alle schepselen vormen Gods uitverkoren volk.
In het hart van de gelovige leeft het besef dat alle mensen tempels zijn van Gods geest, of ze zijn naam noemen of niet. Het maakt ons geneigd om met eerbied en bewondering contact te zoeken met allen. We zijn geroepen tot dialoog.
Dit voorop gesteld hoeven we natuurlijk niet naïef te zijn. Natuurlijk is een moeder bezorgd als haar dochter gaat trouwen met iemand die een heel andere visie op de vrouw heeft. Natuurlijk maakt een regering zich zorgen als ze ziet dat er zich onder bepaalde jongeren een eng soort strijdvaardigheid ontwikkelt, of dat nu rechtse jongeren zijn of fundamentalisten. Wij, christenen, zijn geroepen om te zoeken wat ons bindt. Ten diepste is dat de Schepper zelf.

HET BOEK

Lieve kinderen. De kleine Anton had voor het eerst in zijn leven een kruis gezien. Zomaar langs de weg. Een kruis met Jezus eraan. Misschien had hij er wel vaker een gezien, maar nu ineens was het hem opgevallen. Hij was ook nog maar een paar jaar oud. Hij schrok ervan. Wat moet die man aan het kruis? Het leek hem ernstig. Pappa legde uit.
‘Dat is een kruis. En daar hangt Jezus aan. Jezus had veel vriendjes. En daarom wilde sommige mensen hem doodmaken. Dat staat allemaal in de bijbel.’ Anton moest het even verwerken. Veel vriendjes.... Dood maken... Kruis... ?

Nu hij eenmaal één kruis gezien had, zag hij er meer. Bij oma bijvoorbeeld.
‘Kruis’, riep hij en hij wees met zijn vingertje naar de schoorsteen.
‘Zo?’ zei oma blij verrast.
‘Dat is Jezus. Die had veel vriendjes. Dat staat in een boek.’ Anton keek ernstig.
‘Weet je ook in welk boek dat staat?’ vroeg oma overmoedig. Anton moest nadenken en antwoordde toen heel beslist:
‘De avonturen van Jezus’. ‘Deel één!’ Als ik ooit een kinderbijbel schrijf, ga ik hem zò noemen.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag197
gister193
deze maand471
totaal825117