De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZEVENTIENDE ZONDAG DOOR HET B-JAAR 2006
© Ad Blijlevens, Heerlen 2006

VIJF EN TWEE


WEINIG MAAR TOCH VEEL.

De evangelisten hebben er plezier in, ons te vertellen over Jezus' wonderen. Het grote aantal wonderverhalen is daarvan een bewijs. Ook bij Johannes merken wij niets van een tegenzin tegen dit soort verhalen. Integendeel! Uit tal van opmerkingen in het evangelie van vandaag spreekt zijn zorg om vooral iets groots te laten zien. De aanwezige menigte is volgens het verhaal zo groot dat 200 denariën brood nog niet genoeg is om er ieder een klein stukje te geven . Zeker, er is een jongetje -, dat vijf broden en twee vissen bij zich heeft. Maar op zichzelf is dat alniet veel- daar is het jongetje voor -, en voor zoveel mensen is het als een druppel op een gloeiende plaat. De situatie lijkt uitzichtloos. Dan begint Jezus te delen. Wanneer echter iedereen' genoeg heeft. gegeten, blijven er nog twaalf manden vol brood over.

Het plezier waarmee de evangelist dit allemaal vertelt, roept bij ons wantrouwen op. Wij geloven zijn batig saldo niet. Het liefst zouden wij inzage hebben in Johannes' boekhouding om zelf de cijfers te controleren.
Wij zijn nu eenmaal gewend om waarde te hechten aan rekenen. Dat is natuurlijk ook niet verkéérd! Maar cijfers kunnen bokkensprongen maken als het om dingen gaat die van lévensbelang zijn.'Als er liefde in het spel is, is één plus één niet langer twéé En op rekening van het gelòof komt het soms voor dat 99 mindér is dan 1. De evangelist Johannes nu spreekt ons aan op een niveau waar cijfers aan andere wetten beantwoorden dan wij gewend zijn. Dat blijkt al uit de aarde van de zogeheten wonderen waarover Johannes vertelt. Ze hebben betrekking op eten en drinken ,op licht en leven, op onze allereerste levensbehoeften. Dat het in het evangelie van vandaag gaat om brood dat niet met geld te koop is, blijkt uit een otmerking die wij in de rede die op dit verhaal volgt, uit Jezus' mond horen: 'u zoekt Mij niet omdat u tekenen hebt gezien, maar omdat u volop hebt kunnen eten' (6,26).
En kijken we nog eens naar de omlijsting van het verhaal. Johannes laat Jezus de berg opgaan. Hij vermeldt ook Pasen, hét feest van de joden. En ook horen wij de belijdenis dat Jezus de profeet is die in de wereld moest komen (vgl. Dt 18,15vv).
Dit verwijst allemaal naar Mozes, door wie God het oude volk Israël heeft gevoed met het brood van de Wet, of liever: van de Grote Richtingwijzer. Die Grote Richtingwijzer heeft volgens het vierde evangelie uiteindelijk niet het ware leven kunnen geven. Jezus zou de Grote Richtingwijzer tot voltooiing komen brengen.

JEZUS OVERGAVE VOOR DE ZIJNEN

Hiermee zijn wij dan ook in het hart van het verhaal aangekomen. Johannes laat zien dat Jezus heel het gebeuren beheerst. Jezus neemt alle initiatieven en bepaalt heel de gang van zaken. Welnu, telkens wanneer Johannes Jezus zó laat optreden. gaat het om Jezus' vrijwillige levensovergave voor de zijnen. De goede herder geeft uit eigen beweging zijn leven voor zijn schapen (10,18) en Jezus draagt zelf zijn kruis naar Golgotha (19,17). Zo wordt volop duidelijk wat de evangelist ons vandaag wil zeggen: Jezus zelf is het brood dat onze honger stilt; zijn leven. dat Hij uit liefde geeft, is de overvloed waarin wij mogen delen.
Na het gebeuren maken volgens Johannes de aanwezigen de rekening op. De uitkomst ligt voor de hand: Jezus moet volgens hen koning worden. Zo'n broodheer immers biedt alleen maar voordelen. Maar ... het feest van brood en spelen gaat niet door! Jezus trekt zich terug. helemaal alleen. Want zijn koningschap is, naar zijn eigen zeggen., niet van deze wereld 018,36)- Deze koning geeft méér dan alleen maar ` brood: Hij geeft zijn léven, zichzélf. --- Van ons wil Hij daarom méér dan zomaar wat enthousiasme. Hij sterkt ons tot een nieuwe, zijn eigen manier van leven. Als wij anderen het brood uit de mond stoten of niet erop letten of die ander honger heeft, zullen wij zelf sterven van de honger. Dankzij Jezus is er voor allen genoeg: 'Ik ben het brood van het leven... Wie tot Mij komt, zal geen honger meer hebben'. En... dit geldt van gewoon brood én van Jézus, het brood van het leven. Wij hoeven het maar te délen. Jezus zelf zal het vermenigvuldigen.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag174
gister193
deze maand448
totaal825094