De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

GEDAANTEVERANDERING VAN DE HEER IN HET B-JAAR 2006
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2006


TOP-ERVARING


VISIOENEN
Ik heb nog nooit een visioen gehad. Ik weet er niet zo goed raad mee. U moet me niet kwalijk nemen.
Wel hebben mensen mij hun visioenen verteld. Een jonge vrouw had af en toe een gesprekje met Christus... Een oude man kreeg zijn overleden vrouw enkele keren op bezoek... Een vrouw had ooit de nabijheid ervaren van haar overleden moeder; ze kwam haar troosten toen ze het eens erg zwaar had... Een jongeman waakte bij zijn zus in het ziekenhuis; ze had met haar man een motorongeluk gehad; zijn dode zwager kwam die nacht naast hem zitten... En stervenden tenslotte hoorde een processie met luid rinkelende bellen onder zijn raam voorbij trekken...

ONZIN ...
Al die mensen vertelden hun verhaal beschroomd. Ze wisten er niet goed raad mee. Ze waren net als ik opgegroeid in het besef en in een taal die naar oorzaken en gevolgen vraagt en weinig naar zin en betekenis. Ze waren een beetje bang dat hun visioenen zouden worden gezien als drankmisbruik, bijwerking van medicijnen, schizofrenie, psychose, overspannenheid, inbeelding, kortom: als gekte.
Ik heb geleerd om er anders naar te kijken. Ik maak me niet van die visioenen af door te zeggen dat ze tussen de oren zitten. Daar ga ik niet over. Wie een visioen heeft gehad wil weten: wat moet ik ermee? Wat is de betekenis ervan? Hoe moet ik verder met mijn leven?

... ZIN
Bij de weduwnaar die ‘s avonds het gezelschap ervoer van zijn echtgenote doet - wat het verder ook is - de liefde een troostend wonder... De jongeman die al twee jaar geen contact met zijn zus had gehad maar nu bij haar waakte en plotseling haar verongelukte man naast zich wist, begreep dat hij goed voor zijn zus moest zorgen... De stervende kreeg een signaal dat hij niet bang hoefde te zijn en dat de dood hem zou brengen naar vrede en licht... In samenhang met het hele leven krijgen visioenen zin.
Natuurlijk zijn er ook beelden die mensen ongelukkig maken, die hen plagen en achtervolgen en die behandeling nodig hebben, maar andere droombeelden wekken hoop en liefde.

HOF VAN OLIJVEN
Jezus’ leerlingen hebben een visioen. Ik lees het met belangstelling. Ze hebben alle drie hetzelfde visioen. Dat is opmerkelijk. Het zijn precies de leerlingen die er ook in de Hof van Olijven bij waren toen Jezus doodsbang was. Petrus, Jakobus en Johannes hadden de vertwijfeling van hun meester van nabij gezien. De evangelietekst legt dat verband met de doodstrijd. Jezus had onmiddellijk voor het visioen gesproken over zijn levenseinde. De omstandigheden zouden zich tegen hem keren. De angstige overmacht van de bezetters en de lafheid van de overheden zouden tot zijn dood leiden.
Dan zien ze iets dat ze nooit zullen vergeten.

BERG TABOR
Ze kijken door de feiten heen. Ze zien in Jezus meer dan een man die het angstzweet uitbreekt als Romeinse soldaten hem komen arresteren. Deze Jezus is zoveel meer dan het lichaam dat wordt afgebeuld. Hij is zoveel meer dan de man die door Galilea wandelt en over God vertlet. Deze Jezus is meer dan de geneesheer die zich bevelend richt tot het kwaad. In deze Mens komt het Zijn zelf aan het licht. Hij is een gestalte van God. De pijn is buitenkant. Binnen straalt licht.
De leerlingen beseffen dat een mens meer is, veel meer, oneindig meer, dan een hoopje ellende, dit lichaam dat hem niet meer kan dragen, deze jongeman die door een wereldmacht verpletterd wordt.
Het visioen daagt ons uit. Zijn we in staat om te zien dat elke mens een beeld is van het goddelijk mysterie? Dat hij veel meer is dan degene die ten onder lijkt te gaan?!



OVER ELFJES
Lieve kinderen.
‘Welles’, Rozemijn knikte zo heftig van ja dat haar rode staartjes in het rond zwiepten. Haar lippen begonnen te pruilen. ‘Mamma zeg tegen Jeroen dat het wel waar is!’ Jeroen trok een verbaasd gezicht - daar was-t-ie goed in: lange kin, wenkbrauwen omhoog en het hoofd achterover...
‘Nou gaan we het krijgen! Rozemijn vertelt dat ze feeën en elfen heeft gezien en nou ben ik gek!’ Kleine zusjes moesten niet altijd hun zin krijgen, vond Jeroen.
‘Heb ik niet gezegd’, protesteerde Rozamijn. ‘Ik heb alleen gezegd dat ik één keer een elfje heb gezien. Een kleintje. Met opa. In het bos. Vraag het maar aan opa.’ Voor Jeroen was opa geen overtuigend bewijs. Zelf was hij al eens met opa tussen de indianen beland en een keer zelfs op de maan.
‘Nou, en wat zei de fee dan?’ Moeder had haar hoofd door de kamerdeur gestoken. Jeroen was wat milder gestemd.
‘Hé, hé, èlf zei ik, geen fee! Ze had een roze jurk en ze zei dat ik bij haar op bezoek mocht komen in het elfenbos omdat ik het liefste meisje was.’ Jeroen begon keihard te lachen.
‘Mag ik mee?’ riep hij spottend.
‘Mamma, zeg tegen Jeroen dat het echt waar is!’ Mamma was achter Rozemijn komen staan. Ze wreef over haar rode staartjes.
‘Ik weet het niet. Ik weet niet of die elf echt waar is. Maar dat jij de liefste meid bent, dat wist ik al lang. Soms is de elf niet waar maar wat ze vertelt wel.’ Ze zweeg even en vervolgde toen: ‘Als ze gezegd had dat Jeròen de liefste was, dan had ik getwijfeld.’ Ze gaf Jeroen een vette knipoog en ging naar de keuken.
Jeroen haalde zijn schouders op. Rozemijn kreeg altijd gelijk.
Net een elf.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag200
gister193
deze maand474
totaal825120