De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VEERTIENDE ZONDAG DOOR HET B-JAAR 2006
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2006


GEEN WONDER!




VOL OVERGAVE

Lieke was een meisje van een jaar of drie. Lieke hield van de wereld. Van de hele wereld. Van ‘Slampie’, haar gebreide en tot op de draad versleten knuffeltje, van Siemie de poes - en die liefde was bepaald niet wederzijds! Ze hield van alle bloempjes die groeiden in het gras en ze wilde ze allemaal omarmen en meenemen. Ze hield van hondjes en richtte haar gespreide vingertjes onzeker op hun neusgaten. Ze hield van baby’tjes en ze wilde ze allemaal een kusje geven. Op onbewaakte ogenblikken - en die waren er, kort maar talrijk - deed ze dat ook, zomaar in de rij bij de slager. Lieke hield van de mensen die op een terrasje zaten te eten. Ze liep erheen, ging er vlak bij staan, hield de handjes op de rug en vroeg: ‘Vinden jullie dat lekker? Lieke hield van voorbijgangers: ‘Waar ga jij naar toe?’ vroeg ze dan. Lieke hield van de wereld. Zo was ze geschapen. Uit liefde geboren en tot liefde bestemd.

WANTROUWIG

De mamma van Lieke maakte zich zorgen. Niet alle baby’s bij de slager waren gediend van een kusje. Ze gingen huilen. Dan zei hun moeder bestraffend: ‘Ach kind toch, nu heb je hem wakker gemaakt!’ De moeder van Lieke wilde haar die teleurstelling besparen. En het verliefd stelletje op het terras was er nog niet aan toe om zich te laten vertederen door een kind! De moeder van Lieke wilde haar een afwijzende snauw besparen. Hondjes konden bijten. En vreemde meneren op straat zijn niet allemaal te vertrouwen. Moeder las met afgrijzen in de krant over misbruik en moord. De meeste meneren zijn betrouwbaar maar die ene niet, en dus: ‘Ga nooit met ze mee!’ Er zijn zoveel gevaren in de wereld voor een meisje dat uit liefde is geboren en tot liefde is bestemd.

ONGELOVIG

Zo groeide Lieke op met grote reserves. Haar lieve gevoelens werden onderdrukt, net als haar vertrouwen in de mensen. Haar engagement met iedereen die ze tegenkwam werd bevroren. Ervoor in de plaats kwam een portie wantrouwen. Moeders met kinderwagens kregen een onderzoekende blik toegeworpen. Voor vreemde mannen stak ze de straat over. Van de ijsjesmevrouw ging ze vermoeden dat die haar teveel centjes wilde afpakken. De juffrouw op school leek de jongetjes voor te trekken. Ja, haar eigen moeder had ze al eens op een leugentje betrapt. ‘Ik kan nou niet’ had mamma door de telefoon tegen oma gezegd. ‘Ik heb het huis vol zitten!’ Mamma was in de keuken en het huis was leeg.
In die wereld vol Liekes en Alexanders kwam de timmerman uit Nazareth. De liefde van God lag in zijn mond en in zijn handen. En Hij wilde doen wat liefde doet: wonderen! Heel maken! Genezen, vergeven, een nieuw begin maken, de lente laten aanbreken. Het was hem niet gelukt. Hij was verbaasd. Zoveel wantrouwen, zoveel achterdocht, zo weinig overgave, zo weinig geloof.
De mamma van Lieke had er goed aan gedaan om haar kind te waarschuwen voor de wereld. Er is veel boosheid. Kinderen worden er makkelijk het slachtoffer van. We lezen het elke dag.

VERLIEFD

Kan Lieke, als ze eenmaal groot is geworden en zelfstandig, ooit nog eens, zonder reserves, liefhebben? Ze leerde Alexander kennen. Toen gebeurde het zomaar. Ineens liep ze weer in dezelfde wolken die haar op haar derde hadden omringd. Ineens stelde ze weer iedere vraag die bij haar opkwam en vertelde honderduit. Ineens was alles spannend en de moeite waard. Ze had met hem gewandeld hand in hand. Stil gestaan bij elk winkeltje op Korfoe. Ze had geredeneerd met vrouwtje die druiven plukten en het maakte niets uit dat zij Nederlands en de vrouwtjes Grieks spraken. Ze hadden wonderen gedaan van zelfvergeten liefde en offers voor elkaar. Ze hadden het contact met hun oorsprong hersteld.

KIND WORDEN

Hoe slagen wij erin om opnieuw te vertrouwen. Om ons over te geven aan het leven, vol nieuwsgierige verwondering en hoopvolle liefde? Hoe slechten we de barrières van achterdocht en wantrouwen? Hoe kunnen wij, zo groot en ze wijs als we zijn, opnieuw dat kind worden dat zonder schroom als een lammetje in de zomerwei de wereld binnen danst, zodat we Gods mirakels weer zien? Hoe kunnen we - zoals Han Fortmann het noemde - voor de tweede keer naïef worden en leven uit onze oorsprong en God ontmoeten?
Jezus kon slechts een paar mensen helpen, stelt Marcus teleurgesteld vast. Toen liep Hij maar door naar de andere dorpen. Misschien had hij daar meer succes. ‘Als jullie niet worden als kinderen, zul je God niet zien’, had hij er gezegd...

 

BARCELONA!

Lieve kinderen.
Laaiend enthousiast kwam Dik terug van het voetballen. Hij had een goal gemaakt! Dat was al de vierde dit seizoen. Dik begon serieuze plannen te maken om voetballer te worden. Hij merkte dat mamma daar niet zo van hield. Dus hield hij thuis zijn mond. Maar met opa praatte hij er graag over. Opa had zelfs beloofd mee te gaan naar Spanje als hij soms bij Barcelona terecht zou komen. Het kwam allemaal door de coach. Koos was de nieuwe trainer. Hij was niet zo’n bullebak als de vorige. Die stond altijd te schreeuwen in het kleedhok. ‘Jullie kunnen niks!’, riep hij dan. ‘Dikkie, zorg dat je deze keer de bal eens raakt, wil je?’ Hij was er al bijna mee opgehouden. Toen kwam Koos. Koos zei: ‘Dik, jij kúnt het. Jij hebt een mooi linkerbeen. Vandaag ga je ons eens wat laten zien!’
Ik weet niet of Dik ooit mee zal doen aan het wereldkampioenschap. En zeker niet of we dan zullen winnen. Maar àls Dik meedoet, dan heeft hij dat aan opa te danken en aan Koos; in mensen die in hem geloven!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag271
gister193
deze maand545
totaal825191