De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

JAARWISSELING 2005/2006
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2005

DE GLANS VAN ZIJN GELAAT

'DEIN BLAUES WUNDER'
Ik las een boeiend artikel van een bioloog. Ik weet ook nog precies de plek waar ik dat las. Dit najaar ben ik in Dresden geweest. Ik fietste langs de Elbe. Iets ten zuiden van de stad reed ik onder een plompe stalen brug door. Op het naambordje stond: ‘Das Blaue Wunder’.
‘Du wirst dein blaues Wunder erleben!’ herinnerde ik me uit de Duitse les: ‘Jij zult ogen opzetten!’ Had men het ding in de negentiende eeuw zo lelijk gevonden, vroeg ik me af. Later las ik dat de brug oorspronkelijk groen was, maar na enkele maanden was de verf spontaan blauw gekleurd. Een plaatselijke krant had het woord ‘blaues Wunder’ laten vallen.
Ik ging op een bank naast de brug zitten, pakte mijn boek en ging verder waar ik gebleven was.

WONDER
Een bioloog beschreef hoe hij op een zomeravond zat te lezen. (Jan Lever in ‘Schitterend Ongeluk, Cees Dekker) Plotseling landde een zwart vliegje op de witte pagina van zijn pocket. Het beestje was niet veel groter dan een dikke punt. Hij wilde het insect spontaan verjagen maar realiseerde zich ineens wat voor een ondenkbaar mirakeltje daar rond kroop. Een diertje dat met twee vleugeltjes had rondgevlogen en een perfecte landing had uitgevoerd, rekening houdend met de wind en de opstijgende lucht. In het minuscule beestje zat een volledig spijsverteringsstelsel, een hartje, niertjes, ademhalingsorganen en honderden kleine spiertjes die allemaal samen hun werk deden, geregisseerd door een zenuwstelsel. Duizenden elektrische stroompjes vloeien erdoor, zo uitgekiend, dat het beestje eten kon, vliegen, landen en eitjes leggen. Het kon een onweersbui overleven. Het zou ook de landing overleven op het boek van de bioloog.

BOVENWONDER
‘Neem me niet kwalijk’ zei iemand in het Duits. Ik schrok; ik had niemand zien naderen. Een vrouw met een fiets wees lachend naar de blauwe brug. ‘Weet u waarom dat het blauwe wonder heet?’ ‘Nee, ik heb geen idee, misschien omdat ie blauw is en de mensen het een wonder vonden?’ opperde ik, want dat van die verf had ik nog niet gelezen. ‘Sorry’, zei de vragenstelster, ‘ik dacht dat u een reisgids had.’ ‘Keine Ursache’ zei ik op mijn beste Duits en keek haar na. Zou ze weten hoe gracieus ze was? Met beide handen aan het stuur liep ze opgewekt en elegant, als een ondoorgrondelijk wonder, te stralen in de zon.

ZEGENINGEN
Mozes zegent de mensen. ‘Moge de Heer de glans van zijn gelaat over u spreiden!’ Zegenen is in het Latijn: ‘bene-dicere’. Dat betekent: ‘goede dingen zeggen.’ Zegenen is: iets goeds over anderen zeggen. In het scheppingsverhaal staat dat God de mens schiep en ‘zag dat hij zeer goed was’. Dat is een oer-zegening. In het eucharistisch gebed ‘zegenen we God. We vertellen goeds over Hem. De Duitse predikant bad die zondag dat de nieuwe paus ‘Bene-dictus’ zijn naam waar zou maken: dat hij veel goede dingen zou zeggen over de mensen...

GENIET ZE
Onze aandacht gaat vaak meer naar de kwade dingen uit. Naar de nier die niet meer functioneert; naar de jaren waar een eind aan dreigt te komen; naar de euro’s die ontbreken; de knie die pijn doet of het kind dat lastig is. Zo is een jaar gauw voorbij! Je bent al blij als het et er levend vanaf hebt gebracht.
Laten wij elkaar zegenen en de goede dingen benoemen: het brood en de melk die we hebben. De vriendschap die ons tegemoet komt, de mensen die nu leven om ons heen. Want het hele bestaan is een geweldig wonder. Wees er niet zo bezorgd over hoe lang het duurt of hoe snel het voorbij is, maar geniet het.

VLIEG GEVLOGEN
Het miraculeuze vliegje had met zijn minuscule vleugeltjes de zwaartekracht overwonnen en had het boek van de bioloog verlaten. Het had fruit geroken. Ik had mijn boek dichtgedaan en verwonderd om me heen gekeken. De vrouw was verdwenen. Onder het Blauwe Wonder voer een stoomboot met toeristen die verveeld naar boven keken.
Moge de zegen van God ons doen beseffen hoe mooi de wereld is. En ons bemoedigen om ze nog mooier te maken.

CODE 'I LOVE YOU'
Lieve kinderen.
Mamma had al twintig keer tegen Ralf gezegd dat hij moest ophouden. Iedere keer zei Ralf:
‘Oké, nog even iets afmaken.’ Hij zat achter de computer. Hij was een akelig spel aan het spelen vol monsters, afgronden en bloedhonden. De vingers van Ralf gingen driftig over het toetsenbord. Hij moest de geheime code uit het vorige ‘level’ goed onthouden.
‘En nu is het uit!’ Mamma riep zo hard dat Ralf er nog meer van schrok dan van de vampier zelf. Hij begreep dat het ernst was. Hij klikte op Quit en de computer begon uit te gaan. Ralf ging naar bed.
Het duurde niet lang of hij kwam midden in een droom terecht. Van overal kwamen akelige spoken met dreigende klauwen op Ralf af. Door het hoofd van Ralf spookte één gedachte: wat was ook alweer de toverspreuk. Hoe kon hij Dracula verlammen? Hij wist het niet meer. Er was een geheime zin.
Hij begon te typen. ‘Dracula go home!’ Nee, dat hielp niet. Toen probeerde hij Control-Shift Exit! Dracula grijnsde hatelijk. In de verte hoorde hij geknal van vuurwerk. En toen ineens, vlak bij de afgrond, schoot het hem te binnen. Haastig begon hij te typen: ‘Dracula, I love you!' Hij had YOU nog niet getypt of het spook was verdwenen en de wereld was weer prachtig.
Ralf sliep een gat in het nieuwe jaar.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag265
gister193
deze maand539
totaal825185