De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DERDE ZONDAG IN DE ADVENT VAN HET B-JAAR 2005
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2005

LIEDJE VAN VERLANGEN

VAN BUITEN LEREN, NIET DOEN!
Ik herinner mij een grapje van de lagere school. Twee politieagenten komen de school binnen. De juffrouw vraagt geschrokken: ‘Wat komt u doen?’ ‘We komen Jantje arresteren?’ ‘O hemel! Wat heeft hij gedaan?’ Hij heeft alle boeven laten ontsnappen!’ Juf, streng tegen Jantje: ‘Wat heb jij gedaan?’ ‘Maar’, stottert Jantje, ‘u hebt ons toch gezegd dat we de gevangenen moesten bevrijden.’ Zegt de juf beslist: ‘Ik heb niet gezegd dat je het moest dòen, maar dat je het van buiten moest leren!’
Het grapje is niet echt om je te verscheuren, maar het had in de vijftiger jaren toch iets pikants. Het zei met een knipoog dat je sommige bijbelteksten niet letterlijk moet nemen. Het bevrijden van gevangenen, een van de werken van barmhartigheid, moet je plaatsen in zijn tijd.

GEVANGENSCHAP
De leidinggevende families van Jeruzalem waren als gevangenen weggevoerd door de koning van Babylon. De gevangenschap duurde één generatie. Intussen schreef de dichter Jesaja dromen over een terugkeer. Hij hield met zijn liedjes-van-verlangen de moed erin. Jesja’s hoop ging in vervulling. De Perzische koning Kores veroverde Babylon. Hij liet de ballingen gaan. De Joden zien deze heidense heerser als messias. Jesaja jubelt om deze man, ‘die gevangenen vrij laat, geketenden terug brengt naar het licht.’ De thuisreis van het volk is als een bruidsstoet. God met zijn volk aan de arm; hij met een kroon op het hoofd, zij met juwelen omhangen.
De geschiedenis ging verder. Nieuwe heersers kwamen. Oorlog is nimmer weggeweest. Onderdrukking ook niet. Nieuw verlangen naar bevrijding vond in de oude teksten van Jesaja steeds weer inspiratie. Joden putten er troost uit bij de vele vervolgingen die zouden komen.

VERLANGEN
Hunkering naar bevrijdingsdag: sommigen van ons kennen het uit eigen ervaring, of uit de verhalen van onze ouders. Als wij niet meer verlangen, zijn we verloren. Als we cynisch worden en denken: de aarde warmt op en onze achterkleinkinderen moeten maar gaar stoven..., als we denken: miljoenen kreperen van de honger, daar doe je toch niets aan..., miljoenen zijn door aids besmet, maar dat is hun eigen onvoorzichtigheid... als we cynisch worden is de aarde verloren. Van Jesaja kunnen we leren dat we moeten blijven zingen en verlangen. Wij moeten eisen dat aids met alle middelen wordt bestreden. Wij moeten van onze regering verwachten dat armoedebestrijding boven op alle agenda’s komt en dat het voortbestaan van de aarde hoogste prioriteit heeft.

VOLHOUDEN
Toen de Joden terugwaren in Jeruzalem, konden zij enkele weken lang hun geluk niet op. Ze huilden bij het zien van de ruïne die hun tempel was geweest en de bressen in de stadsmuur. Alles was kapot. De wederopbouw begon. Iedereen trok zijn eigen winkeltje overeind. De mooie dromen over een rechtvaardige stad waren gauw verwaterd. De eensgezindheid die ze hadden ervaren tijdens de gevangenschap was onderlinge concurrentie geworden. En de profetenschool Jesaja zong opnieuw zijn lied.
Het eigenbelang wint het vaak van de droom. Daarom is er een advent. Om de droom aan onze kinderen door te geven van een wereld waarin geketenden het licht zien, hongerigen aan tafel worden geroepen en God als een gekroonde bruidegom fier promeneert met zijn bruid aan zijn arm.

DE DOMME JAKOB
Lieve kinderen. Er waren drie herdertjes. Samuel, Simon en Jakob. ‘s Avond aan het kampvuur had Samuel op zijn fluit gespeeld. Simon had alle 124 schapen geteld, want rekenen kon hij! Jakob werd er verdrietig van. ‘Jullie kunnen alles’, zei hij. ‘Ik kan niks. Ik kan niet tellen en niet fluiten. Ik deug niet!’ Zo tobbend sliep Jakob in. Maar de domme Jakob kon wél iets. Iets heel belangrijks. Hij kon dromen. Jakob droomde dat er midden in de nacht een geweldig licht aan de hemel verscheen. Hij hoorde muziek. Er verscheen een engel die zie: Sta op, ga eens in die stal kijken. Daar is een heel bijzonder kind geboren. En de engel begon zo uitbundig te zingen dat Jakob er wakker van werd. Hij keek verbaasd om zich heen. Stiekum sloop hij naar het stalletje toe. Hij struikelde in het donker. Jawel, er brandde licht van een fakkel. Hij was vlak bij de deuropening. En toen hij naar binnen sloop.... Maar dat vertellen we met kerstmis!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag141
gister81
deze maand222
totaal824868