De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIERENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2005
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2005

PAK WEG 432 MILJOEN

WAARDE VAN HET GELD
Als kind kreeg ik 25 cent kermisgeld. Ik spendeerde het in een tent waar het altijd prijs was en kreeg een papieren balletje aan een elastiek. Als er over prijzen werd gepraat aan tafel, zei mijn vader altijd: ‘je moet de prijzen van voor de oorlog met tien vermenigvuldigen.’ Hoeveel was geld vroeger waard?
Wat zou een farao bijvoorbeeld betaald hebben voor een piramide? Wat deed je met een kilo zilver? Wat deed je met veertig kilo zilver? Wat kon je doen met 400.000 kilo? Zou je er een piramide voor krijgen? Hoe dan ook, Jezus zet hoog in.

ENORME SCHULD
Een talent was een rekeneenheid voor financiële transacties. Je had het niet in de beurs. De prijs van dertig, veertig kilo zilver. Nu vertegenwoordigt het de waarde van pakweg 432 miljoen euro. ‘Een man stond voor 68 miljoen in de schuld’ begint Jezus te vertellen. Dat moet dramatisch aflopen!
Maar het loopt wel goed af! Jezus vertelt een sprookje! De koning zegt goedgunstig: ‘laat maar zitten! Begin maar met een schone lei.’ Kunt u de opluchting voelen? Hebt u ooit ergens in het krijt gestaan? Ik herinner mij dat mijn moeder een fles wijn opentrok bij de laatste afbetaling van de hypotheek. Ik hoorde mijn ooms gniffelen. Mijn moeder toostte op het schuldenvrij zijn, maar voortaan zou ze veel minder van de belasting kunnen aftrekken. Het deerde haar niet. Ze wilde geen schuld. Geen 40 duizend gulden. Van 400 miljoen was ze gestorven.

KLEINE SCHULD
De man die van zijn enorme schuld bevrijd was, is herboren. Een nieuw leven begint. Er staan geen boze schuldeisers op de stoep; er wacht geen verkoop van het hele gezin als slaven aan de farao, om piramides te bouwen. Fluitend stapt de man het paleis uit. Hij stelt zich razendsnel in op de nieuwe situatie. Hij wil rijk en machtig worden. Het zit in hem. Hij gaat iets opbouwen. Op de stoep aan de overkant loopt Derksen. Derksen had heel vroeger honderd denariën geleend. Dat waren drie maandsalarissen. Dat is niet niks. Dat is, laten we zeggen vier duizend euro. Dat is een mooi begin voor de man die zojuist alle schuld is kwijtgescholden. Genoeg om een nieuw bedrijfje op te zetten, om graan in te kopen of een misschien wel een vissersbootje. Hij grijpt Derksen bij de keel en roept: betaal me eindelijk eens terug!

WITTE ZONDAG
‘Zie je wat er gebeurt?’ vraag Jezus. 400 Miljoen kwijtgescholden en nu nog te beroerd om een ander vierduizend te schenken. Voor elke euro die hij heeft, stond hij er 100.000 in de schuld
Alles heb je gekregen. De tijd van leven. Je intelligentie, je lekkere honger, de wind door je haren, een symfonie van Mozart, een merel op je dak, je verlangen een ander weer te zien, een lach, een knipoog op straat, bosbessen en sterren in de nacht. Alles heb je om niets gekregen, je ouders, je kinderen, je vrienden. Het werk dat je mocht doen, je handigheid, je spierkracht. Het is geschonken om niets. Bij God staan we in het krijt voor pakweg 400 miljoen euro. Dat besef moet toch iets met je doen!
In New York is een conferentie over armoede. We willen de minister-president een boodschap meegeven. De actie daarvoor heeft de kleur wit. Het altaar in de dagkapel is verpakt, enkele kruiswegstaties in Voerendaal ook. Ze herinneren ons eraan dat onze rijkdommen niet ons bezit zijn. Er zijn anderen die ook rechten hebben.
Vergevingsgezind en vrijgevig word je als je beseft hoe oneindig veel je geschonken is.

HAMSTER
Lieve kinderen. Er was eens een jong hamstervrouwtje. Ze woonde in enkele lange gangen die ze onder de boomwortels had gegraven aan de rand van het bos. De zomer liep ten einde en het hamstertje werd onrustig. Spoedig zou het kouder worden. Het vrouwtje maakte zich gereed voor de winterslaap. Ze ging hamsteren. Overal vandaan verzamelde ze graantjes en bonen, zaden, wortels en radijsjes. Ze sleepte alles naar haar ondergrondse holen en propte die vol. Ze kon er niet genoeg van krijgen. Ze begon al aan de tweede gang. En omdat de herfst zacht was en er in de schuur van René zoveel tamme kastanjes lagen, daarom ging ze maar door.
Haar oude buurman had het moeilijker om genoeg voorraad te vinden. Hij was niet meer zo vlug.
‘Dag buurvrouw’, zei hij vriendelijk. Het hamstervrouwtje keek hem boos aan. Hamstervrouwtjes zijn meestal boos op mannetjes. Ze had haar wangen vol met stukjes appel. Dat zag er wel schattig uit maar ze kon niks zeggen.
‘Kunt u met niet wat graantjes lenen voor de winter?’ Van boosheid spuwde het vrouwtje haar bek leeg. Ze opende haar mond om te bijten en het mannetje zetten het op een lopen. Hij rende als een drie-jarige! Het vrouwtje bleef hem met een grimmig gezicht nakijken.
‘Wat dacht die ouwe wel! Dat-ie voor zichzelf zorgt!’
Zo gaat dat. Je zou denken: wie heel erg veel heeft die zal makkelijk iets weggeven, maar het gekke is: wie heel erg veel heeft gekregen die vindt het juist moeilijk om iets weg te geven.
Dus, mevrouw Hamster: denk eens aan al je voorraden, je hebt meer dan je op kunt. Wees niet zo gierig. Later ben jij zelf oud en dan klop jíj bij je buren aan.
De oude hamster sloop voorzicht terug naar de plek waar hij het vrouwtje had ontmoet. Toen nam hij voorzichtig de stukjes appel in zijn mond die ze had uitgespuugd. Hmmm! Lekker, het was intussen appelmoes geworden.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag124
gister81
deze maand205
totaal824851