De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

TWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2005
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2005

WAAR HONDEN GEEN BROOD VAN LUSTEN

TERUGZIEN
Vervelend evangelie! Vond u niet. Om het toegankelijk te maken eerst een verhaal.
Ik zag laatst een fragment uit een oude film. Twee kinderen zaten te spelen. Ze hadden iets dat me raakte omdat ik het helemaal uit mijn herinnering verdwenen was. Warempel, dit was het naoorlogse speelgoed van mijn zusjes: een slap kartonnen pop die je moest uitknippen en allerlei kleren die je ook moest uitknippen en voor de pop hangen. Bovenaan staken twee te fragiele lipjes uit. Die vouwde je om de schouder van de pop en ze was gekleed. Wat een armoede, vergeleken met de poppen van tegenwoordig.
Het gevoel van medelijden dat bij me opkwam was misplaatst. Ik vergeleek het speelgoed van 1952 met dat van 2005. Maar dat deden wij, kinderen, vroeger niet. In 1952 vergeleek ik ons speelgoed met dat van 1948 en toen was er helemaal niks! We vonden de kartonnen poppen een wonder van techniek.
Je moet je werkelijk moeite doen om oude verhalen in hun kontekst te verstaan!
Zo is het met veel dingen. Ik zie in Bokrijk de alkoven, nauwelijks groter dan een kist, en ik hoor dat ze daarin met 4 of 5 gezinsleden sliepen. Zoiets kun je je niet meer voorstellen. In die tijd keek men er niet naar met ogen van nu, van lixemeuax en king-size waterbedden, maar met die van een eeuw daarvoor; ze zagen vooruitgang!
Iets dergelijks is met het evangelie aan de hand.

STUITEND
Het verhaal van vandaag is voor mij altijd een stuitende tekst geweest. Ik heb er altijd snel overheen gelezen. Jezus komt zo anders uit de hoek dan wij Hem voor ogen hebben. Er kwam een niet-joodse vrouw, een uit Kanaän, zeg maar een Palestijnse. Ze vraagt om genezing; niet eens voor zichzelf, maar voor haar dochter.
Jezus wijst haar bruut af. Zoals ze allemaal deden in zijn dagen. Hij is er als genezer alleen voor de zieken van Israël, voor de verlorenen van het eigen volk. Daarmee is hij een stuk barmhartiger dan de meeste Farrizeeërs. In hun ogen vonden alleen de goede gelovigen genade. Maar verder lijkt Jezus niet te gaan. Hij maakt het duidelijk met een onsmakelijke vergelijking over kinderen en hondjes.
De vrouw merkt op dat ze wel zo’n hondje wil zijn dat de kruimels oplikt en Jezus gaat door de knieën en geneest haar. Terwijl wij zouden zeggen: ‘daar lusten de honden geen brood van!’, zegt de vrouw: ‘geef me die kruimels maar!’ Als het om de gezondheid van haar dochter gaat wil ze elke vernedering ondergaan.

ZICH LATEN BELEREN
Ik heb het altijd een stuitend en moeilijk uit te leggen tafereel gevonden. Totdat ik het nog eens onbevangen doorlas. Ineens stoorde me niet meer Jezus’ vooroordeel maar mij ontroerde het gemak waarmee Jezus zich door de vrouw laat beleren. Hij probeert niet zijn gelijk vol te houden. Hij is niet dogmatisch. Hij probeert niet met een macho-verlegenheid zijn eerder ingenomen standpunt te vergoelijken. Nee, hij laat royaal zijn eerste stellingname los. Hij wil leren van het geloof van de vrouw, en dat werkt.
Dit inspireert me: de kracht van een mens die kan terugkomen op een eerder standpunt, omdat hij een ander mens in de ogen ziet en meeleeft met diens lot.

ONGELIJK BEKENNEN
We zeggen in de theologie dat Jezus God en mens was. Ik denk dat Hij mens was in dat eerste oordeel van ‘eigen volk eerst’, en ik denk dat hij God was in de overstijging van dat standpunt en zijn toewending tot de zieke dochter, zonder dralen en aarzelen. Het een is er niet zonder het ander. Geen moment is Hij bang om zijn gezicht te verliezen. Het gaat Jezus niet om zijn gezicht. Het lijden van de medemens roert zijn ziel.
Ongelijk toegeven is een daad waarin een mens zichzelf overstijgt. Ongelijk bekennen is een daad waardoor ruimte wordt geschapen en een ander recht wordt gedaan. Ongelijk bekennen is zoiets als jezelf prijsgeven, jezelf loslaten en verliezen. Ongelijk bekennen is iets goddelijks.
De Palestijnse vrouw had veel genezers kunnen opzoeken. Gelukkig voor haar vond ze iemand die in staat was om culturele vooroordelen te overwinnen. Zo werd ze door God geraakt.

OVER FRANSE MEISJES
Lieve kinderen. ‘En, leuke vakantie gehad?’ Jefrey haalde zijn schouders op en legde de voetbal op de grond tussen zijn voeten. ‘Ja dat wel. We zaten alleen op een stomme camping?’
‘Een stomme camping? Dat is interessant?’ Jefrey begon te vertellen. Er waren op de Franse camping een heleboel kindjes geweest uit allerlei landen. En toen was er een spelletjesmiddag. En Jefrey had meegedaan met Daan. Ze moesten op stelten lopen. Ze waren vierde geworden. En met een blinddoek lopen, en met een lepel met een ei, enfin zo’n beetje koninginnendag op zijn Frans. Aan het slot moesten ze zingen. Iedereen een regel, maar het was een Frans liedje en Jefrey kende het niet en Daan ook niet. En toen hadden alle Franse kinderen een ijsje gekregen en de Nederlandse kinderen niet. Als dat geen stomme camping was! Ik begreep het verhaal niet helemaal, maar ik verstond dat Jeffrey boos was. Ieder kindje is toch een ijsje waard!
Luid rinkelend reed Kitty voorbij. Ze zwaaide naar Jeffrey.
‘Ha Jeffrey, terug van vakantie? Wat ga je doen?’ ‘Voetballen’, riep Jeffrey. ‘Mag ik meedoen?’ riep Kitty. ‘Nee, meisjes kunnen niet meedoen!’ riep Jeffrey. Hij bukte zich om de bal te pakken, kopte hem in de lucht en verdween. ‘Mogen jongens wel meedoen?’ riep ik nog. ‘Tuurlijk’ schreeuwde Jeffrey zonder om te kijken. ‘Ook Franse jongens?’ Maar Jeffrey was al verdwenen.
‘Och’, zei Kitty om me te troosten. ‘Ik doe niet zo graag voetballen. Maar het is stom dat ik niet mag meedoen.’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag119
gister81
deze maand200
totaal824846