De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIERDE ZONDAG IN HET A-JAAR 2005
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2005

WIE HET LAATST LACHT...

VREDELIEVEND
‘Nou, dat doe ik dus nooit meer!’ Bij de herinnering alleen al kreeg de vouw een vuurrood hoofd. ‘Eén keer en nooit weer! Mijn zus had een verschrikkelijke ruzie met de buren’, vertelde ze. Het was begonnen met een vechtpartij tussen de kinderen, jaren geleden. Maar de grote mensen waren doorgegaan: treiteren, nachtelijke telefoontjes, de kat vergiftigd. Opeens was ik het moe. Ik ben naar de buren gestapt, heb wat zitten praten over mijn zus; hoe ze zo was, geen woord verkeerd, maar gewoon, dat ze opvliegend kon zijn. En toen naar mijn zus, dat de buren moest begrijpen en eens een bloemetje of zo. Weet u wat er gebeurde?’ Ze keek me met vurige ogen aan. De verontwaardiging schoot nog uit de blik. ‘Wat er gebeurde? Ze zijn nu samen de dikste maatjes, maar ik ben de kwaje hond. De buurvrouw doet of ze me niet kent en mijn zus is al drie jaar boos.’
Zalig die vrede stichten want ze zullen bemoeiallen en watjes worden genoemd en... kinderen van God.

BARMHARTIG
‘Stank voor dank!’ zat een oude heer te foeteren. Hij keek terug op 29 jaar ploeteren bij een bouwbedrijf. Ze hadden een buitenlandse collega gehad, ‘van daarachter ergens uit Polen of zo.’ Hij sprak niet zo goed Nederlands. Je moest hem alles wijzen. Op zekere dag werd hij ontslagen. Er werd geheimzinnig over gedaan. Toen was hij naar de baas gestapt. Hij had enkele collega’s meegenomen en ze hadden geprotesteerd. Waarachtig, de man had een tijdelijke aanstelling gekregen. Hij genoot nog even na van zijn succes. Toen verstrakte de blik en hij vervolgde. ‘Nog geen jaar later moest ik bij de baas komen. Het speet hem zogenaamd, maar ik kon vertrekken. Het ging zo moeilijk met het bedrijf, zei hij. Stank voor dank.’ Niemand was voor hem opgekomen,
Zalig de barmhartigen want ze zullen doetjes worden genoemd en niet van deze tijd... maar Gods barmhartigheid zullen ze ondervinden.

ZUIVER
Marieke kneep haar oogjes samen en keek venijnig door de spleetjes. Iedereen voelde dat het haar menens was. ‘En ik eet dat niet! Ik vind jullie gemeen. Je eet toch geen konijntje op!’ Ze kreeg tranen in de ogen. Dat volwassen mensen, dat haar eigen lieve pappa en mamma zoiets konden doen! Pappa probeerde haar te kalmeren. ‘Dat konijntje is heel gelukkig geweest. Het vind het juist fijn om hier op tafel te staan. Want alle dieren gaan dood, maar ze worden niet allemaal zo lekker klaargemaakt.’ Pa voelde dat de redenering krom was maar daarom sprak hij met des te meer overtuiging. ‘Het is gemeen’, was Mariekes enige antwoord.
Zalig de zuiveren van hart, want ze kunnen lastige spelbrekers zijn en de schijn doorprikken, maar ze kunnen God zien.

ZACHTMOEDIG
‘Met hem kom je nergens.’ De vrouw wees achteloos naar haar man die in een luie stoel zat. ‘Ja, hij meent het goed. Maar hij laat over zich lopen. Vanmorgen moesten we iets ruilen in de stad. Hij rijdt de parkeergarage binnen. U weet hoe druk het daar is. Zie ik een vrije plaats. Dáár, vlug wat! roep ik nog. Maar Jan ziet een vrouw in een Volkswagen, hij stopt en biedt haar de parkeerplaats aan. Wij een dek hoger. Wat dacht U? Zelfde liedje. Ik zeg: ‘Toe. Jan, doe het dan voor mij.’
Zalig de zachtmoedigen want ze zullen over jullie heen lopen, maar tenslotte zullen jullie alle harten veroveren.
Jezus breekt een lans voor mensen die ‘loosers’ lijken. Uiteindelijk zijn zij het die deel hebben aan het waarachtige leven. Zij hebben God aan hun kant!

ARM VAN GEEST
Lieve kinderen. ‘Ik vind het niet eerlijk!’ Marieke vertelde het snikkend. Juffrouw Judith had een tekenwedstrijd georganiseerd. Het onderwerp was ‘Leven op aarde’. De eerste prijs was een grote poster van een nest vol jonge poesjes. De poster was in 3D dus het was net echt. Nergens zou de poster zo tot zijn recht komen als boven het bed van Marieke. Ze had vreselijk haar best gedaan. Ze had een ijsbeer getekend op een schots. De ijsbeer had geen plaats om te ijsberen, maar hij strekte zijn hals naar boven. In de lucht had Marieke noorderlicht geschilderd, dat zijn roze en groen strepen die je ‘s nachts in het Noorden soms kunt zien. Ze had het gelezen op internet. Maar dacht je dat ze gewonnen had? ‘Mooie tekening’, had Judith gezegd, ‘heel verdienstelijk. Alleen de lucht is een beetje gek gekleurd.’ Ze was goed geweest voor een vierde prijs: een stempeltje! En wie had gewonnen? De gekke Maarten. ‘Maarten is een stom joch’, legde Marieke uit. Hij kon niet goed rekenen en lezen deed die als kind uit groep drie. En hij begreep niks. ‘Weet je wat die getekend had over het onderwerp Leven Op Aarde? Hij had zijn eigen verjaardag getekend. Dom joch! Zijn vriendjes zongen Lang-zal-hij-leven.’ Marieke haalde haar neus op, snikte nog eens na en droogde haar tranen. Zalig de armen van geest, want ze worden ‘stom joch’ genoemd en ‘achterlijke’ maar alle geluk van de wereld valt hun in de schoot.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag100
gister81
deze maand181
totaal824827