De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

TWEEDE ZONDAG DOOR HET A-JAAR 2005
VERZOEND MET DE WERELD
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

DE OUWE ZEUR

Enkele jaren geleden vertelde een ziekenbezoekster van de parochie een indrukwekkend verhaal. Er lag een mevrouw in het ziekenhuis. Ronduit gezegd was ze een enorme zeur. Ze had altijd op iedereen kritiek. Niets deugde. Het afgelopen jaar had iemand een kerstverhaal voorgelezen bij de viering van de zonnebloem. De hele tijd had de vrouw zitten te brommen. Het duurde haar te lang voor de koffie kwam. ‘Hou toch op met die onzin’, had ze gemopperd. Maar de ziekenbezoekster had alle moed en liefde bij elkaar geraapt en was haar kamer binnengelopen op 6 oost. ‘Goeie middag, hoe maakt u het?’ Daarop was een tirade gevolgd. De verpleegsters dronken alleen maar koffie, de doktoren waren onverschillig. ‘s Nachts deed ze geen oog dicht vanwege de mevrouw naast haar. Ze dempte haar stem niet! Die snurkte zo hard. Haar kleinkind klom op haar bed en haar dochter liet hem maar begaan. Het eten vond ze troep en de kamers waren slecht gepoetst. De parochie-medewerkster kon er niet meer tegen. Even zag ze hoe rond de verbeten mond de onderlip trilde. Maar toen de vrouw ook nog zei: ‘en van de parochie hoor je ook niks’, was de maat vol. Ze was opgestapt en had trillend de kamer verlaten. Vijf passen verder op de gang kreeg ze spijt. Ze kreeg medelijden met de vrouw. Wat moest ze een eenzaam kind zijn geweest. Wat erg om iedereen zo tegen je in het harnas te jagen. Resoluut draaide ze zich om, liep terug, nam het hoofd van de vrouw in haar handen en gaf haar een zoen op het voorhoofd. Toen liep ze naar huis. ‘s Avonds ging de telefoon. Of ze gehoord had dat die lastige vrouw in het ziekenhuis die namiddag overleden was....!
Het evangelie gaat over verzoening.

VIJANDIGE GOD
Onze voorouders dachten dat God ruzie had met de hele wereld. Niets deugde voor Hem. Die opvatting bracht een ervaring onder woorden. De ervaring dat de wereld vijandig was. Het leven was hard. Pijnstillers waren er vrijwel niet. Oorlogen, rampen, kindersterfte en epidemieën maakten van de aarde een tranendal. De conclusie lag voor de hand: God is de wereld niet welgezind. Hij ergert zich aan de mensen. Hij moet gunstig gestemd worden.
Dat gunstig stemmen gebeurde in alle godsdiensten. Mensen brachten offers. Het eerstgeboren lammetje in het voorjaar werd aan God gegeven. Hopenlijk streek Hij over zijn goede hart en schonk vruchtbaarheid. Het feest groeide uit tot Pasen. Allerlei herinneringen werden mee verteld, over de bevrijding uit de slavernij in Egypte. Over het eerste graan dat geoogst werd in Kanaän. Het pasgeboren lam moest God verzoenen met de wereld.

ZOEN-OFFER
En nu ziet Johannes Jezus komen. ‘Dat is het nieuwe paaslam. Dat is de mens die God met de wereld verzoent.’ Misschien mag je zeggen: Jezus kan de mens met God verzoenen.
De ziekenbezoekster van de parochie had even de onderlip van de vrouw zien trillen. Ineens had ze haar kwetsbaarheid gezien. Hoe ze haar hele leven alleen maar aandacht kon werven door kritisch en hatelijk te zijn. Wat moet ze ongelukkig geweest zijn! Wat heeft ze een lieve moeder gemist! De vrouw verzoende zich met de situatie, draaide zich om kuste haar, twee uur voordat haar hart stil bleef staan.
Je kunt wanhopen omdat er zoveel onrecht is. Je kunt God een slechte Schepper vinden of menen dat Hij er niet is. Maar Jezus kan je verzoenen met de wereld. Mensen die vertederend onbaatzuchtig zijn. Een kleine moeder Theresa in Calcutta. Een hartverwarmende actie voor de slachtoffers van de zee-ramp. Zulke dingen kunnen je verzoenen met de hardheid van het bestaan. De omhelzing van een kind, de oprechte belangstelling van een verpleegkundige voor wie jouw pijn geen routine is. Dagelijks zijn er mensen, dieren en planten die ons met de schepping verzoenen. Mensen die in Jezus’ spoor gaan van zorg en liefde. Wij kunnen de natuurramp niet ongedaan maken, maar we kunnen het lot meedragen. Wij kunnen de vijandigheid tussen Palestijnen en joden niet keren, maar we kunnen beide volken met respect bejegenen. We kunnen dat lam van God zijn, een mens die met een eenvoudig gebaar van liefde verzoening brengt tussen de wereld en God.

DOLFIJN
Lieve kinderen. De dag begon slecht voor Jeroen. Heel slecht. Mamma had een stomme broek klaar gelegd om aan te doen. De laatste hagelslag had zijn zusje over haar boterham gestrooid. Buiten regende het. Mark die met Jeroen naar school zou lopen belde dat hij ziek was. Alles zat tegen. De playstation was nergens te vinden en straks mocht Willem niet komen spelen omdat mamma moest werken. Jeroen had er helemaal geen zin in en hij vloekte en tierde er onderweg naar school zo hevig op los, dat de merels en de mussen haastig wegvlogen. Boos en moe sjokte hij de klas binnen. Gooide zijn tas richting tafeltje. Te hoog, het tafeltjes viel, de juffrouw kwam aan gesneld. Boze woorden.
Toen kwam Anne naar Jeroen toe. Die gekke Anne met haar rare praatjes, ook dat nog! ‘Kijk eens wat ik heb voor de spreekbeurt’, fluisterde Anne terwijl ze voorzichtig een grote tas opende. Daar zat een heel klein lief hondje. Het keek Jeroen met grote ogen aan. Jeroen begon het beestje te aaien, wat een lief beest. ‘Hij wil bij me blijven’, fluisterde Jeroen. ‘Hij houdt van me.’ Ineens was de hele dag goed. ‘Hoe heet ie?’ ‘Dolfijn’, zei Anne. ‘Ik vind hem dol en fijn en later wordt ik dolfijnen-temster.’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag27
gister81
deze maand108
totaal824754