De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

JAARWISSELING 2004 - 2005
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

ALLES OP Z'N TIJD

PRIETPRAAT
Op radio en televisie zijn vaak programma’s waarin argeloze mensen worden bestookt met uitdagende stellingen waarop ze moeten reageren. Een vrouw in een bontjas loopt te winkelen met twee plastic tassen in haar hand. Daar springt een jonge reporter op haar af: of ze ook zo’n hekel aan het koningshuis heeft? En of ze het Wilhelmus kan zingen. Uren worden gevuld met onbezonnen prietpraat.
Dus: ik dacht, dat kan ik ook! Afgelopen week heb ik enkele parochianen gevraagd: ‘Wat vond u nou van 2004? Heeft dit jaar gebracht wat u daar op 1 januari van verwacht had?’
Het bleek een moeilijke vraag. Je weet eigenlijk niet meer zo goed wat je je had voorgesteld. Verwachtingen worden voortdurend bijgesteld.

MINI-ENQUETE
‘Het weer was niet zo best!’ Begon iemand peinzend. ‘Voor de rest ging het wel. Ja die moord, die was wel erg.’ De wereld is vijandiger geworden. ‘Mijn oma had de achterdeur nooit op slot en door de brievenbus hing een touwtje.’ Toen kwamen de fietssloten. komend jaar de verplichte identificatie. ‘We wonen in een burcht.’
'En dan die zee-beving. Daar zijn geen woorden voor. Ik probeer tevergeefs om het me níet voor te stellen: die kinderen die in één golfslag hun ouders missen en al dagen lopen te zoeken...'
Dit soort antwoorden kreeg ik een paar keer. Soms kwam er persoonlijk leed bij. Tenslotte werden er in Kunrade en Voerendaal ruim 70 mensen begraven. Sommigen van hen waren op 1 januari nog kerngezond.

ZEGENINGEN
Eén conclusie wil ik uit mijn mini-enquête trekken. Als je vraagt naar het afgelopen jaar dan wegen de meeste mensen voorzichtig af, hoe zwaar de tegenvallers waren en of de schade nog een beetje meeviel. De vraag ‘hoe was 2004?’ wordt vooral beantwoord door de ellende die er was.
Alles heeft zijn tijd. Er is een tijd van stenen rapen en van stenen werpen, van dansen en rouwen, van afscheid nemen en welkom heten. Alles is goed op zijn tijd. Het boek Prediker beschrijft het zo. ‘En’, staat er, ‘op zijn tijd is alles goed.’ Dat is de kunst, om je zegeningen te zien. Om niet alleen de ellende te ervaren maar ook het mooie en goede.

GOUDEN UREN
De gouden uren’ noemde iemand de dagen van rouw en afscheid. Oppervlakkig gezien zijn het de beroerde dagen van je leven, de tijden die je zou willen overslaan. Iedereen zegt: als deze dagen maar eens voorbij zijn! Maar voor veel mensen zijn het dagen waarop broers en zussen elkaar meer nabij zijn dan ooit. Er worden kostbare herinneringen gedeeld; er wordt zorgvuldig omgegaan met elkaars gevoelens, er wordt nog eens ouderwets samen gegeten. Op zijn tijd is alles goed, ook de dagen van afscheid.
De televisie geeft jaaroverzichten, kaarten wensen ons het allerbeste toe, maar hier in de kerk, op de grens van de nieuwe tijd, hier zouden we moeten nadenken over ons vertrouwen in de Schepper en of we in staat zijn om ons aan zijn genade over te geven. In ons hart ligt het vermogen om ook in tegenspoed te ontdekken hoe we er wijzer en rijper van worden en wat er, soms onverwacht, nog te genieten is.
Zullen we de kans grijpen om vokeren op Sumatra, in Sri Lanka en Tailand te laten ervaren dat we solidair zijn? Zal het besef hoe gezegend wij zijn ons opnieuw bereid maken om te delen met de armsten op aarde? Zal de schokgolf een betere bescherming mogelijk maken voor toekomstige generaties?

ZALIG WACHTEN
Ik kwam eens te laat thuis. M’n broer had aangebeld. Hij was op de stoep gaan zitten totdat ik kwam. Ik verontschuldigde me. Hij zei: ‘Niks erg hoor, er is niets zo mooi als wachten.’ Ik schoot in de lach, maar het is me bijgebleven. Wachten kan mooi zijn. Het is een stukje tijd waarin je geen enkele prestatie hoeft te leveren en waarin je niets fout kunt doen. Je wordt even niet opgejaagd door ambitie. Je proeft de pure tijd en hoe het leven in al zijn schoonheid en onbaatzuchtig aan je voorbij trekt: het hele circus mensheid met een extra voorstelling alleen voor jou. Je kijkt naar de mussen en de wolken en ervaart diep in je hart dat God betrouwbaar is.

NIET KAPOT TE KRIJGEN
Lieve kinderen. Madelon was een vrolijke meid. Nu lag ze een paar dagen in het ziekenhuis. Uit een stuk karton had ik ogen geknipt en een lachende mond. Die had ik op een grote rode appel geplakt. Toen ben ik naar Madelon op bezoek gegaan.
Ze begroette me blij. ‘Nou jij hebt een flinke smak gemaakt met je skate-board? Wat een pech, zeg!’ ‘Ach’ zei Madelon berustend. ‘Het had erger gekund. En ik kan nu een flip-over maken!’ ‘Maar je ligt toch maar enkele dagen in het ziekenhuis.’ ‘Mamma heeft beloofd dat we naar de Efteling gaan als ik beter ben!’ ‘Maar ja’, zei ik weer, ‘het is toch je vakantie.’ ‘Dan mis ik tenminste niks op school.’
Nee, Madelon vond dat ze het goed getroffen had. Niet kapot te krijgen!
Iedereen zei: ‘Arm kind, in het ziekenhuis tijdens je vakantie’
Maar Madelon zei: ‘Wat fijn, naar de Efteling, een nieuw skate-board, niks op school gemist, veel cadeautjes. Het belooft een mooi jaar te worden voor Madelon.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag6
gister81
deze maand87
totaal824733