EERSTE ZONDAG VAN DE ADVENT IN HET A-JAAR 2004
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

ONVERWACHT BEZOEK

1,7 MILJOEN DIEFSTALLEN
Als je wist hoe laat en op welke dag de inbreker zou toeslaan, dan was er geen probleem. Je zou hem tegenhouden! Het vervelende van dieven is dat ze onverwacht binnendringen, tijdens een begrafenis of terwijl je de heg knipt achter in de tuin. Het overkwam mij eens om half vier in de ochtend - ik was weggeroepen naar een zieke en betrapte iemand in de garage -, op een vrijdag namiddag - er liep een druppel-spoor bloed van de ingeslagen ruit tot de bureau-la, en en in de vroege zondagavond - ik was een oud klok kwijt en een prullenmand die als verpakking had gediend. Daarmee lig ik onder het landelijk gemiddelde. Afgelopen jaar meldden 1,7 miljoen Nederlanders dat ze last van diefstal hadden gehad. De dief kan elk ogenblik toeslaan.

AFSCHRIKKEN
Toen Bas een jaar of zes was kreeg hij plotseling angst voor inbrekers. Kwam het door verhalen op school? Of lag hij ‘s nachts vaker wakker en hoorde hij onbekende huisgeluiden? Je weet het niet bij kleine kinderen. Het ging ook weer over, maar toen hij zes was nam Bas zijn maatregelen. Hij pakte grote vellen pappier en een dikke viltstif. Hij begon te dicteren wat ik erop moest schrijven, het liefst in letters met grote krullen: ‘Inbrekers weg’. Ik weet dat we er ons een avond goed mee amuseerden. ‘Dieven niet klauwen’ en ‘We hoeven geen boeven’. De plakkaten kwamen op alle ramen te hangen. Bas voelde zich veilig.
Veel huizen hebben tegenwoordig inbraakalarm. We weten niet wanneer de inbreker komt, maar we kunnen hem wel hoorbaar maken. In de oudheid gebruikten men er ganzen voor. Nu zijn er honden, schijnwerpers, camera’s, cirenes en meer. We zorgen ervoor dat zijn komst wordt opgemerkt.

GODS RIJK
Jezus vertelt zijn verhaal met het oog op het Rijk van God. Je weet niet wanneer God rekenschap vraagt. Je weet niet wanneer het einde van de tijd er zal zijn, niet van de wereld en niet van jou persoonlijk.
Is er dan geen detector? Kunnen we dan nergens aan merken dat God in aantocht is? De mensen vroegen het Jezus. Als de maan van de hemel valt? Als alle koningen tegen elkaar ten strijde trekken? Als pest en cholera woeden? Nee! Jezus wijkt niet. Nee, ook dan weeet je niet wanneer het einde er is. Het komen van God lijkt op een dief.
De les is duidelijk. Als de boef zich niet laat afschrikken door leuzes op A4-tjes achter de ruit, en als je het uur niet kent waarop hij binnensluipt, dan kun je maar het best ervan uitgaan dat hij elk moment van elke nacht kan komen.
Als je niet weet wanneer God je ter verantwoording roept, dan zorg je maar dat je er elke dag klaar voor bent.

LAATSTE WOORDEN
In Welterhof bezocht ik een man. Hij was een jaar of acht geleden gehuwd. Nu was hij helemaal doorgedraaid. Zijn vrouw was op de fiets door een bus overreden. Het ergste was dat ze die ochtend met grote ruzie uit elkaar waren gegaan. Tijdens het ontbijt was een al dagenlang broeiende spanning tot uitbarsting gekomen. Hij was uitgeflipt en had haar allerlei hatelijkheden toegevoegd. Van het ene woord kwam het andere, het ene verwijt riep het andere op. En omdat ze een stoere houding aannamen, werden de verwensingen steeds gemener. Toen had ze de ontbijtafel verlaten, een kop thee omgestoten en ze was snikkend op de fiets gestapt. Hij had wit van woede nog een tijdje zitten suffen en toen ging de telefoon. De politie belde...

ELKE DAG DE LAATSTE
Je hoort het mensen vaak zeggen: ga nooit met oneigheid uit elkaar, laat de ruzie niet in de eeuwigheid bevriezen. Jezus voegt er aan toe: Ga niet slapen zonder gedacht te hebben aan kinderen die honger lijden, zonder een gebed om vrede, zonder een lief woord, zonder excuses of vergeving. Je kunt heilig zijn, als elke dag zó is, dat je er je leven mee kunt afsluiten. Advent, dat is uitzien naar de komst van Gods Rijk.

DE PIRAAT
Lieve kinderen. ‘Arjan had zijn linkeroog dichtgeplakt. Er zat een grote pleister overheen. ‘Zo, je lijkt wel een piraat!’ zei ik. Arjan lachte. ‘Ik bèn ook een piraat’, zei hij. ‘Wat doe je dan zo de hele dag?’ rjan moest even nadenken. Hij had zijn zwaard niet bij zich. ‘Ik steel schatten’, zei hij toen. ‘Bij mij kom je niet binnen!’ Maar Arja was zeker van zijn zaak. ‘Bij jou kom ik ook stelen!’
Ik ging naar huis. Ik dacht bij mezelf: Arjan zal dadelijk wel langskomen. Ik liet de achterdeur open en legde twee chocolade figuurtjes midden in de gang. Toen ging ik met mijn fototoestel op de loer liggen en maar wachten. Na een kwartier haalde ik er een kop koffie bij. Na een half uur pakte ik een boek erbij. Na een uur belde ik op om een afspraak af te zeggen en na anderhalf uur pakte ik weer een kop koffie. Toen ging de telefoon. Een mevrouw van twee straten verder belde op, ze was ziek, of ik langs wilde komen. Ik deed de jas aan en ging naar de mevrouw. Toen ik thuiskwam zag ik dat de chocola weg was. Er lag een briefje op de grond. Daar stond op: Zorro was hier!
Arjan was een echte dief. Je wist nooit wanneer hij kwam, je moest elke minuut van de dag oppassen. aar kun je iets van leren, zei Jezus. Je moet elke minuut van de dag oppassen want je krijgt ieder ogenblik een kans om iets liefs te doen of te zeggen of te krijgen.