De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ACHTENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2004
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

GOD: VOOR IEDEREEN F VOOR NIEMAND

HEIL UIT ONHEIL
Het verhaal over generaal Naäman, de eerste lezing, is het overwegen waard!
Een roversbende had een meisje uit Israël ontvoerd en verkocht aan de koning van Aram. Daar was het allemaal mee begonnen. Met een wrede gebeurtenis, een roof, maar zelfs uit het kwaad kan iets goeds opbloeien.
Onlangs vertelde iemand: ‘Ik heb nooit zo’n intens contact met mijn vader gehad als juist die laatste maanden toen hij doodziek was. Ik heb gevoeld hoe trots hij was; hoe dankbaar en gevoelig.’ Ook in ellende kan geluk ontluiken.
Het geroofde slavinnetje geeft de koning van Aram een gouden tip: ‘Je moet je zieke generaal Naäman naar Samaria sturen. Daar woont een Godsman die hem kan genezen.’

VOOR VRIEND EN VIJAND GOD
Dit was een ongehoorde opmerking. In die dagen waren goden gebonden aan bepaalde landstreken. Maar in Israël was het idee ontwaakt dat God met je mee reist over de wereld, misschien kwam het omdat ze nomaden waren geweest. God was er voor alle talen en rassen, vond men. Voor Naäman was dit ondenkbaar. Ook voor ons is het nog moeilijk om je voor te stellen dat God werkelijk universeel is. De God die het belang van Arabieren voorop stelt is God niet. De God die Christenen voortrekt is God niet. Een God die enkel gelovigen liefheeft is God niet. God is geen instrument in onze machtsverhoudingen. Hij is er voor iedereen of voor niemand!
Hoe moeilijk dit inzicht ook is, voor z’n gezondheid doet een mens alles. De koning van Aram stuurt zijn melaatse generaal naar Israël. Hij geeft hem 400 kilo zilver mee, een vracht goud en - staat er nadrukkelijk - tien feestgewaden. Gewaden van dure weefsels uit verre landen waaraan jarenlang gewerkt was: dat is een koninklijk geschenk, maar de luisteraar weet al dat de profeet Elisa geen feestneus was.

KONING IS GEEN DOKTER
Aram arriveert bij de koning van Israël. Als deze de brief leest schrikt hij zich dood. Een koning kan wetten ondertekenen, oorlog voeren en macht ontplooien, maar kan hij een zieke man genezen? Kan de president ook lief zijn? Hij scheurt zijn kleren. Hij meent zeker te weten dat Aram een reden zoekt om een oorlog te beginnen. In die termen denken machthebbers.
Elisa hoort dat de koning zijn kleren heeft verscheurd. Daarop laat hij Naäman bij zich komen. Mooie gelegenheid om de koning van Israël eens te laten zien hoever de macht van God reikt.

DE KRACHT VAN HET GEWONE
‘Ga u wassen in de Jordaan’, dat is het eenvoudige recept dat Elisa de generaal voorschrijft. ‘Zeven keer.’ Voor dat advies komt hij niet eens naar buiten. Naäman is teleurgesteld. ‘Is dit nu die beroemde man van God? En wat stelt die Jordaan voor? Zijn de rivieren van Damascus, de Abana en de Parpar niet veel machtiger?’ Naäman maakt aanstalten om boos en teleurgesteld huiswaarts te keren. Dan zegt iemand in zijn gevolg: ‘Probeer het toch eens.’ Probeer eens te geloven in de kracht van kleine gebaren. Probeer eens te geloven in de wonderen die huizen in de gewoonste dingen. Het geluk schuilt niet in de breedte van de rivier, de hoogte van de toren of het bedrag van de postcodeloterij. Naäman laat zich overhalen en wast zich zeven keer in de Jordaan en merkt dat zijn huidziekte verdwenen is.
Hij is blij. Natuurlijk. De profeet wil echter geen geschenken. Naäman moet met al zijn cadeaus terug naar de grote rivieren van Damascus! ‘Mag ik dan wel een vracht modder meenemen van de Jordaan?’ vraagt Naäman, want hij heeft nog steeds niet begrepen dat God oneindig veel meer vertegenwoordigt dan het belang van één bepaald grondgebied. En zo keert Naäman terug naar Aram, met 400 kilo zilver, een vracht goud, tien feestgewaden en boven al: modder uit Israël!

PROFITEUR
Elisa heeft een knecht, Gechazi. Die heeft alles met lede ogen aangezien. Hij is niet zo onkreukbaar als zijn baas. Een geschenk aanbieden is toch geen omkoperij! Hij rijdt Naäman stiekem achterna en vraagt: ‘Kan ik niet toch een talent zilver krijgen en twee feestgewaden, want er zijn zojuist twee vluchtelingen bij ons gearriveerd?’ ‘Maar beste man, hier zijn twee talenten en twee stel kleren.’ Thuisgekomen verstopt Gechazi de schatten maar Elisa heeft hem door. De knecht wordt gestraft met lepra. Hij had niet begrepen wat er in het leven heilig is.
Voor gelovigen en ongelovigen zal het altijd moeilijk zijn om te begrijpen - en om ernaar te handelen -, dat mensen elkaar broers en zussen zijn en dat land en ras geen grens trekken tussen goeden en slechten, tussen waardigen en minderwaardigen, tussen uitverkorenen en verworpenen.

DANK-JE-WEL
Lieve kinderen. Weten jullie waarom al deze mensen hier in de kerk zitten? Weet je dat?
Sommige zijn hier omdat ze graag zingen. Anderen willen graag eens ‘goeiedag’ zeggen en een vriendelijke glimlach terugkrijgen. Er zijn ook mensen die vinden dat het bij de zondag hoort. Zonder orgel geen zondag! Maar eigenlijk zijn we hier om ‘dank je wel’ te zeggen. ‘Dank je wel, voor ons leven, voor alle lieve mensen, voor pruimenvla en voor de storm.
Kinderen die nooit ‘dank je wel’ zeggen, die krijgen net zo goed kusjes en koekjes en poesjes.
Maar de mensen die dank-je-wel zeggen die kunnen twee keer zoveel genieten van de pruimenvla en de kusjes en de storm en de eikeltjes. Eén keer bij het eten en het zoenen en het wegwaaien en het rapen. En nóg een keer bij het dank-je-wel zeggen. Dankbare mensen zijn twee keer zo gelukkig.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag93
gister81
deze maand174
totaal824820