De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZEVENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2004
© Ad Blijlevens, Heerlen 2004

FRANCISCUS VAN ASSISI

Het evangelie dat wij zojuist hoorden, is misschien niet erg 'feestelijk'. Maar het wordt voorgelezen op het feest van Sint Franciscus van Assisi. Daarom heeft het zeker ook vandaag een eigen boodschap voor ons. Toen ik over dit evangelie en over de vraag van die wetgeleerde nadacht, dacht ik aan het toneelstuk 'Wachten op Godot' van Samuel Becket.
Ik las daarin het volgende gesprek. Vladimir vraagt: 'Heb jij de bijbel gelezen?' En Estragon antwoordt: 'Ik herinner mij kaarten van het Heilig Land. Heel mooi! De Dode Zee was lichtblauw. Wanneer ik ernaar keek, kreeg ik al dorst. Ik zei tegen mezelf: ‘Daar gaan wij onze wittebroodsweken doorbrengen. Daar gaan wij zwemmen. Wat zullen wij in dat Heilig Landgelukkig zijn’.
Toen dacht ik: Als ons geloof niet méér zou betekenen dan wat plezier beleven in het zogenaamde Heilig Land; als ons geloof niet méér zou betekenen dan bv. almaar praten over 'waar moet het naar toe?'; als ons geloof niet méér zou betekenen dan in een uitverkoren gezelschap discussiëren, ver
weg van alle mensen die er tóch niets van snappen, dan zou dat geen geloven zijn. Dan zou geloven verworden tot een misschien interessant maar wel vrijblijvend gespreksonderwerp, brood voor een reisbureau, en vrijetijdsbesteding voor mensen die zich vervelen. Dat zou uiteindelijk dezelfde houding zijn als die van de wetgeleerde in het evangelie van vandaag.
In het evangelie van vandaag echter prikt Jezus deze houding door. De wetgeleerde had zo nodig behoefte aan een discussie top niveau', van deskundigen onder elkaar. Om Jezus voor zo'n houding te interesseren, noemt hij Hem maar meteen 'meester’. U weet, in die dagen was die titel voorbehouden aan wetgeleerden. Nu kan de discussie beginnen. 'Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?' Een merkwaardige vraag voor iemand die vanaf zijn vroege jeugd het antwoord al kent. Jezus laat hem zijn vraag dan ook zelf beantwoorden. Snel en correct zegt de wetgeleerde zijn lesje op. Tekenend is wat Jezus dan zegt: 'Doe (!) dat en je zult leven.'
Maar dat is geen antwoord voor een vrijblijvende discussie. Dus vraagt de wetgeleerde: ‘Maar, meester, wie ís mijn naaste?'.
Daarop vertelt Jezus dat prachtige verhaal van de barmhartige Samaritaan. En Hij eindigt weer met: 'Ga heen en doe ook zo.' Voor Jezus is blijkbaar dit belangrijk: het gebod van de liefde begrijpen én ernaar handelen. Maar dat is dan ook het échte geloof, zonder vrijblijvendheid.
Toen Franciscus van Assisi nog jong en rijk was, heeft hij zich laten raken door God liefde en is hij, met name na een ontmoeting met een melaatse, een leven gaan leiden volgens het evangelie: arm en onthecht zoals Jezus, en het evangelie in praktijk brengend in zorg voor anderen, vooral voor mensen die er erg aan toe waren. Door zijn bezieling en eenvoud verzamelt hij een kring van mensen om zich heen en brengt hij een beweging op gang die aanstekelijk werkt tot in onze tijd. Franciscus heeft zijn geloof beleefd en er vorm aan gegeven op een manier die ook tegenwoordig nog volop actueel is en die zeker in heel de Franciscaanse beweging naar voren komt. Mogen wij hem blijven volgen, middenin de hedendaagse aandacht voor mensen die -hoe dan ook - in de knel zitten. Dan zijn wij trouw aan de boodschap van het evangelie: 'Doe(!) dat en je zult leven'.
En steunen wij elkaar daarin.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag34
gister81
deze maand115
totaal824761