DRIEËNTWINTIGSTE DOOR HET JAAR 2004
© Ad Blijlevens, Heerlen 2004

TEGEN HALFSLACHTIGHEID

GEEN FANATISME
Laten wij ons bij het horen van dit evangelie niet vergissen: Jezus vraagt van ons geen fanatieke levenshouding en evenmin een prestatiegeloof. Hij vraagt alleen dat wij ons helemaal wijden aan het rijk van God. En dat heeft grote gevolgen voor de manier waarop wij leven temidden van de mensen. Liefdevol en vastberaden, moedig zijn omdat je hart hebt voor die aangelegenheid.
Het evangelie wijst ons vandaag op de noodzaak om een keuze te maken, om te onderscheiden waarop het aankomt.

DURVEN KIEZEN
Dat woord 'haten' klinkt ons hier vreemd in de oren, zeker als het wordt toegeschreven aan degenen die ‘onze lieve Heer’ wordt genoemd. Het gaat er echter om, dat wij de durf hebben échte liefde op te brengen voor onze medemensen, en niet de zoetsappigheid of de onwaarachtigheid die vaak daarvoor door moet gaan. En échte liefde riskeert desnoods een scheiding tussen mensen. Echte liefde kan betekenen, dat wij afstand moeten doen, ons moeten afkeren van mensen en toestanden, zelfs als dit ons heel persoonlijk en heel direct raakt. Dát bedoelt Jezus met 'haten'. Zijn volgelingen moeten kiezen of delen. Kiezen voor de heelheid en gaafheid van een leven in zijn voetspoor óf volharden in een verdeeldheid en in een gebondenheid die een last is voor geest en hart. Want halfslachtigheid maakt je ongelukkig. En halfslachtigheid maakt ook anderen ongelukkig.

WEERSTAND
De boodschap van het Evangelie roept uiteraard weerstand op, soms spotternij, soms vijandschap. Dat is de ergernis van het kruis. Maar er is ook veel spot en afwijzing die worden veroorzaakt door het doen en laten van halfslachtige christenen. Onze Heer gebruikt twee beelden, die ons nog evenveel te zeggen hebben als de mensen van toen en daar. Want ook in onze huidige samenleving blijft steken in onmacht. Je moet over de middelen beschikken en goed gemotiveerd zijn om het werk te kunnen voltooien. Zo is het ook met ons geloofsleven.

GEEST
Wij hebben de gaven nodig die onze Heer ons door de heilige Geest aanbiedt, als wij willen bouwen aan een betere wereld. Een kerk die blijft steken in de halfslachtigheid, neemt alleen ruimte in beslag. Zo'n kerk is overbodig in de samenleving, zo'n geloof verdwijnt in stromingen en verschijnselen die onvrede en ongerechtigheid brengen. Uit het tweede beeld dat we in het evangelie hoorden, spreekt de vernedering die voortkomt uit de ondoordachte halfslachtigheid en de weigering om mezelf te geven aan Gods rijk van vrede en gerechtigheid.
De koning die volgens het evangelie bakzeil haalt, is niet alleen voorwerp van spot, maar wordt onderworpen aan zijn machtige tegenstander. Halfslachtigheid maakt, dat wij worden onderworpen aan de macht van de tegenstander, dat alle vreugde verdwijnt, dat ons geloof geen kracht blijkt te hebben. Het is uit liefde dat Jezus Messias ons roept tot radicale navolging. Kiezen wij voor het waarachtige leven en zetten we ons daarvoor in. God is God-met-ons.