De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR 2004
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

GEROEPEN OM TE GROEIEN

JONGER VOORDOEN

Een oudere dame bekende met een charmante glimlach dat ze altijd over haar leeftijd loog. Ze gaf zich steevast voor vijf jaar jonger uit. Op zekere dag was ze getuige van een verkeersongeval. De politie ondervroeg haar: ‘wat is uw geboortedatum?’ Ze raakte in paniek. Hoe oud wàs ze eigenlijk? Ze schaamde zich omdat ze zolang moest nadenken. In paniek telde ze vijf jaar bij haar echte leeftijd op. De politieagent noteerde het en reageerde beleefd: ‘Dan ziet u er nog goed uit!’ ‘Toen begreep ik’, lachte ze, ‘dat ik me beter ouder had kunnen voordoen. Dan had iedereen gedacht: die houdt zich goed! Door me jonger te maken, dacht men natuurlijk: wat ziet die er oud uit.
Probeer je dus niet mooier voor te doen dan je bent!
In een brief aan de Hebreeuwse christenen herinnert Paulus zich zijn herkomst. Hij en zij stammen af van een zwerver, genaamd Abraham! ‘Maak je geen illusies, we zijn kinderen van ‘n tentbewoner!’

REÏNCARNATIE PRINSES
Mensen die zich niet meer thuis voelen in de traditionele kerken hebben evengoed gevoelens van dankbaarheid en verantwoordelijkheid. Ze voelen ook dat hun bestaan een mysterie is. Ook zij zoeken naar verhalen die het geheim recht doen. Een populair model is dat van de wedergeboorte. Velen meenden onder hypnose ontdekt te hebben dat ze een Egyptische prinses waren geweest of een Noorse veroveraar. Het voelt prettig als je ‘ik’ wordt uitgebreid met beroemdheden uit het verleden.
‘Weet wel dat je stamvader slechts een vreemdeling was’, vermaant Paulus de gelovigen.
Je eigen stamboom maken is populair. Jammer genoeg kom je zelden uit bij Etruskische edelen uit of Keltische koninginnen. Een neef vroeg onlangs m’n hulp bij het ontcijferen van oude Latijnse doopregisters. Bij onze voorzaten waren enkele seizoenarbeiders uit Tsjecho-Slowakije, of althans hun onechte kinderen. Misschien is dat ook beter zo. Misschien is het beter voor mij om te weten dat ik van economische vluchtelingen afstam dan te dromen een ‘bet-achter-kleinzoon’ van Wilhelm Tell te zijn.
Mijn petekindje had dat ook begrepen. Toen ze thuiskwam van haar examen zaaide ze grote paniek. Ze huilde. Ze had het examen totaal verprutst. Twee weken later vierde ze een fuif. Ze was met vlag en wimpel geslaagd. Je kunt maar beter laag inzetten dan valt het resultaat mee.

ZWERVER ABRAHAM
‘Onze grootste voorvader’, schrijft Paulus in een brief, ‘was Abraham. Hij was een nomade. Hij had geen huis. Hij vluchtte uit Ur’. Zijn vrouw was onvruchtbaar. Omdat zijn afkomst zo gering was, droomde hij over een grootse toekomst. Dat geloof was zijn kracht. Met dat idee pakte hij zijn koffers. Bescheiden mensen hebben een plek vrij in hun ziel voor het geheim en de kracht van God.
Hoe nederiger je afkomst, des te wonderlijker is het wat je allemaal is overkomen. Het grote is uit het kleinere voortgekomen, het zichtbare uit het onzichtbare. Om dat te begrijpen wordt het woord ‘God’ geboren.
We geloven in God omdat we willen verstaan dat er uit het niets zoveel moois is ontstaan. Dat geloof verplicht ons tegenover God. Wij zijn geroepen om verder te groeien, boven onszelf uit; om ons te laten meevoeren door de liefde, door de Geest van God.
‘Besef dat je maar een knecht bent’ zei Jezus.

LIESKE DE BAAS!
Lieve kinderen. ‘Dit moet je goed bewaren’, zei mamma tegen Lieske. ‘Dit is het telefoonnummer. Daar kun je me altijd bellen.’ Lieske was al elf jaar. De hele middag, tot laat in de avond, zou ze helemaal alleen thuis zijn. De voordeur viel dicht. Mamma had nog een dikke zoen gegeven en geroepen ‘wees voorzichtig’ en toen was Lieske alleen thuis. Ze liep naar de ijskast. Maakte de deur open en weer dicht. Ze kon doen wat ze wilde. Ze was de baas in huis. Ze nam de telefoonhoorn op en legde hem weer neer. Wat zou ze nu eens gaan doen? Ze kon Tom bellen. Televisie kijken. Tom en Eric en Anne, de hele straat kon ze uitnodigen en dan konden ze op zolder de verkleed-kist pakken en dan zou ze met de video-camera van pappa een film maken van de kinderen. Lieske moest er hardop om lachen. e had mama beloofd om niemand binnen te laten. Ze liep naar de keuken. Ze liet de afwasbak vol warm water lopen en zette de kopjes en schoteltjes erin.
Toen schrok Lieske zich rot. Ze hoorde iets in de gang. Iemand had een sleutel in het slot gestoken. Haar hartje stond stil. Toen hoorde ze mamma’s voetstap. ‘Schrik niet!’ schalde het. Ik was de beurs vergeten. O, je bent aan de afwas begonnen. Je bent mamma’s grote lieve dochter. Morgen gaan we een ijsje eten!’ Bij alles wat ze deed, bleef Lieske de rest van de middag denken: dadelijk stapt mamma misschien het huis binnen.
Voor sommigen is dat een deprimerende gedacht maar Lieske glom ervan.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag80
gister81
deze maand161
totaal824807