De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZESDE ZONDAG VAN PASEN 2004
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

SKYLINE ZONDER KERKTOREN

'DAAR GA JE!'
U hebt wel eens in een film een stukje van een joodse bruiloft gezien. Het spannende is dat de bruidegom tijdens de toost zijn champagneglas keihard op de grond smijt. ‘Scherven brengen geluk’ zeggen wij. De oorsprong is echter een andere. De joodse traditie uit haar boosheid. Boosheid omdat de joodse tempel rond het jaar 70 vernietigd werd. Er restte nog slechts de muur die gebouwd was om het tempelplein heuvel afwaarts groter te maken. Bij dat stuk muur wordt nog steeds geklaagd door vrome joden. Zelfs de bruidegom mag op de dag van zijn huwelijk niet onverdeeld blij zijn. Even doet hij zijn rouwbeklag over de vernielde tempel. Zo diep is het litteken nog steeds. Het champagneglas knalt op de grond kapot.

KLEINE FRANSE STAD
Stel, ik zou een ontspanningsoefening met u doen. Ik zou u uitnodigen eens lekker achterover te gaan liggen, rustig te ademen en de ogen te sluiten. Stel ik zou u vragen om in uw geest de mooiste stad te voorschijn te roepen die u zich maar denken kunt.
Johannes deed het in zijn brief aan de jonge parochies van zijn dagen. Hij deed het om hen rustig te maken. Ze hadden het hard te verduren. De Romeinen traden steeds agressiever op. Stel je nu eens de stad van je dromen voor. Johannes’ lezers herinnerden zich de nachtmerrie nog al te goed, toen de Romeinen de tempel vernietigden. Ze dromen een nieuw Jeruzalem.
Kijk dan naar de allermooiste stad, blinkend in de zon. Er is vriendelijk water met eenden, poorten die openheid bieden, rijkdom en rust. Bejaarden op een bank in het park, spelende kinderen er omheen. In het midden steekt hoog boven de huizen een heerlijke kathedraal uit met een gotische toren. Een kleine vriendelijke Franse stad. Zo stellen we ons dat voor.

SKYLINE ZONDER KERKTOREN
Maar nu verstoort Johannes onze droom. Hij zegt: ‘er staat geen kerk.’ Geen tempel. ‘Maar een tempel, die zag ik niet.’ In de ideale stad ontbreekt het huis van God, want God is niet langer opgesloten in een beperkte ruimte.
Die zin gaf me te denken. In de ideale stad domineert de kerk niet meer. Is dat niet precies onze grote angst. Een toekomst met steden waarin de kerken niet meer zichtbaar zijn. Een skyline van een stad, gedomineerd door torenhoge bankgebouwen.

SECULARISATIE
De toekomst van de kerk kan je zorgen baren. Met een zekere regelmaat moeten er kerken worden gesloten. Dat doet veel pijn. Het zijn vaak de nieuwere kerken. Er leven nog mensen die eraan hebben mee betaald. De laatste zeven jaar is het aantal actieve priesters in Nederland met éénderde, zijnde 500 man, gedaald. De vergrijzing slaat toe in de komende jaren. In 2020 zal slechts 13% van de Nederlanders katholiek zijn, tegenover 67% onkerkelijken. De tempel is verdwenen uit Jeruzalem. De kerk domineert niet meer in het stadsbeeld.
Dat idee kan je somber stemmen, maar ineens realiseer ik mij dat we in de eerste eeuw van het christendom ook al zover waren. ‘Een kerk staat er niet in de nieuwe stad van God’, mijmert Johannes, ‘want God woont overal.’ Hij is in de harten en zielen van de mensen. Daar zal hij blijven wonen, zelfs wanneer niermand Zijn naam meer noemt.
Laten we met dit verhaal de toekomst ingaan. We kunnen kerken sluiten, we kunnen een organisatie zien wegkwijnen. Maar God zal niet verdwijnen. Hij existeert ook zonder een kerkgebouw. Hij woont in het hart van mensen die liefhebben. Johannes’ visioen is opnieuw zeer actueel!

KERK NODIG?
Lieve kinderen. Ik was op bezoek in de school. Ik vroeg aan de kinderen: ‘Jullie kennen de kerk van Voerendaal. Als die er nou niet meer stond, zou dat dan erg zijn? Zouden de mensen de kerk missen?’ Anja stak onmiddellijk haar hand omhoog: ‘Mijn oma wel, want ik kan pas bij haar op bezoek als ze in de kerk is geweest.’ Dat bracht Peter op een idee: ‘Mijn opa, hè, die is hier begraafd.’ Sommige kinderen lachten en Thomas zei daar bovenop: ‘Je kunt ook begraven zonder kerk. Mijn opa ging in een grote oven.’ ‘Nou’, porde ik het gesprek opnieuw op, ‘zou de kerk erg nodig zijn?’ Nee, de kerk had mooie dingen, de klokken bijvoorbeeld en huwelijksmissen, maar ze zouden hem niet erg missen. De school de winkel, het gemeentehuis en de speelgoedwinkel waren belangrijker. ‘En God’, hadden ze begrepen, ‘die was toch overal en net zo graag buiten.’
Toen stak Lieve haar snoezige handje omhoog en zei zachtjes: ‘Ik zou het rot vinden voor u, u werkt daar toch!’


  MENU


   
BEZOEK
vandaag105
gister81
deze maand186
totaal824832