De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

TWEEDE ZONDAG IN DE 40-DAGENTIJD 2004
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2004

LIJDEN DOORZIEN

TROUW TOT...?
Enkele toekomstige bruidsparen zaten bij elkaar. We hadden hun een vraag voorgelegd. ‘Je gaat je partner trouw beloven. Sta je er wel eens bij stil dat die ander ernstig ziek kan worden of gehandicapt?’ De jonge mensen hadden daar eerst wat lacherig over gedaan. Grapjes gingen over tafel. ‘Ja, als jij verkouden wordt en hinderlijk in bed ligt te niezen, dan ben ik zo weg’, grinnikte een jongen. Toen ineens herinnerde iemand zich een kennis. Die was één jaar getrouwd toen zijn vrouw in een rolstoel terecht kwam en zo achteruit ging dat ze hem niet meer kende. Hij vond dat je ook dan trouw zijn, maar hij wist niet of hij dat zou kunnen opbrengen. Hierop reageerde een ander stel heftig. Daar ging het toch juist om, vonden ze. Zeker bij het kerkelijk huwelijk. De vrouw zei: ‘ik heb een chemo-kuur gehad en ik weet dat mijn vriend onvoorwaardelijk voor mij kiest. We verbinden ons lot met elkaar. Of beter: niet ons lot maar onze bestemming.’ Toen was het even erg stil.
Een man en een vrouw hadden elkaar ontmoet. Ze hadden al veel meegemaakt in hun jonge leven. Ze hadden ook elkaars pijn en grenzen gezien. Maar ze geloofden vast dat dit leven veel meer is dan de vergankelijke buitenkant. Een mens draagt een geheim dat hem uit tilt boven zijn vergankelijkheid. Hij is verbonden met zijn Schepper die eeuwig is.

TWEE VERHALEN
Marcus vertelt een tragische gebeurtenis. Jezus neemt Petrus, Johannes en Jakobus mee. Hij gaat bidden. Zijn beste vrienden vallen erbij in slaap. Dit incident vond plaats in de hof van Olijven. Jezus is doodsbang, maar de leerlingen verdringen hun angst. ‘Het zal zo’n vaart niet lopen.’
In het evangelie van vandaag volgt Matteus dezelfde lijn. Jezus had verteld over mogelijk lijden. Zijn leerlingen wuiven alle zorgen weg. Toch gaan ze met hem mee. Ze gaan bidden. Ook nu worden ze door slaap overmand. Dan wijkt het verhaal af. Ze zien niet de arrestatie van Jezus maar iets dat groter is dan de dood. De keerzijde van het lijden wordt ons vandaag geschilderd.
Jezus neemt zijn leerlingen mee de berg op. Daar zien ze Hem in het witte licht van zijn bestemming. Ze zien hoe deze ter dood veroordeelde thuishoort bij hun wet en profeten. Hij is in het gezelschap van Mozes en Elia.
Het evangelie beschrijft in een visioen de keerzijde van het lijden. Het is het verhaal van de hoop. De onthulling van een geheim dat schuilt in elk schepsel.

IN GOED GEZELSCHAP
De jonge man die ging trouwen had het gezien bij zijn vriendin. Zij was zoveel meer dan haar ziekte en haar grenzen. En hij had het voorrecht - de roeping - om haar te behoeden, zoals zij als een engel in zijn leven was gekomen.
‘In de trouwmis’, vertelde hij nog,’ moet u die evangelie-tekst lezen: "waar twee verenigd zijn in mijn naam ben Ik in hun midden." Want samen wij wij meer dan twee. Dat voel ik, dat weet ik. In onze liefde woont God.’
Moge ons die blik gegeven zijn als we een kind zien met een handicap, als we bij een zieke zijn, als we zelf tobben over onze kwalen. We zijn zoveel meer dan wat voorbijgaat. We zijn in goed gezelschap.

HUISWERK
Dat heb ik mij tenslotte nog afgevraagd: Jezus’ goede gezelschap bestond uit Mozes en Elia.
Neem het maar mee als huiswerk. Als u uw heerlijkheid moet laten zien in een visioen: in welk gezelschap zoudt u dan verschijnen? U mag twee mensen kiezen...!

MINOU
Lieve kinderen. ‘Kijk’, zei Annelies tegen Dirk. ‘Dit is Minou.’ ‘Wat een gekke poes’, riep Dirk spontaan. Annelies keek fel. ‘Wat bedoel je? Minou is geen gèkke poes. Ze is een líeve poes.’ ‘Zie je dan niet dat d’r vel kaal is. Gewoon akelig om te aaien. En zie je niet hoe langzaam ze is?’ Ja, dat had Annelies ook wel gezien. Minou was een hele oude poes. Minou was nog ouder dan Annelies. Ze was bijna blind. De muizen zouden haar ‘s nachts wel uitlachen. Maar dat was niet erg, want horen deed ze ook niet meer. Annelies wist dat allemaal wel. ‘Je moet hem wegdoen’, zei Dirk. ‘Breng hem naar een asiel. En dan neem je een jonkie.’ ‘Jakkes!’ riep Annelies uit de grond van haar hart. ‘Minou is altijd bij ons geweest. Ze is heel erg lief geweest voor ons. En ik hou heel, heel, heel erg veel van haar.’
Annelies had groot gelijk. Als Dirk naar de poes keek dan zag hij een oude kat. Annelies zag veel meer. Als zij naar Minou keek, zag ze alles tegelijk: een jong speels poesje, springend achter een bolletje wol, een sierlijke kat die door het gazon sloop op zoek naar vogeltjes, een warme vacht die zich geduldig liet strelen en een miauw als welkom wanneer ze thuiskwam. Annelies zag wie Minou werkelijk was: zoveel meer dan een oude kat. Annelies zag de waarheid.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag149
gister81
deze maand230
totaal824876