De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

NEGENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2003
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2003

ROOSKLEURIGE TOEKOMST

MACHTELOOS
De kerk wacht een mooie toekomst. Laat me dat uitleggen.
Uit de krant van de afgelopen week. In Heerlen schijnt de toegang tot de tippelzone door de gemeente beter gegarandeerd te zijn dan die naar de Pancratiuskerk. De kerk kan niet meer rekenen op bijzondere aandacht van overheden. Ze heeft geen macht.
Soms komt er iemand naar met toe met het verzoek of ik een goed woordje kan doen bij woningtoewijzing. Hij herinnert zich verhalen over pastoors die een halve eeuw geleden voor huis, baan of ontslag konden zorgen. Die tijd is voorbij.

DE EEN ZIJN DOOD...
‘Meester, wij willen u vragen iets voor ons te doen.’ De twee beste leerlingen uit Jezus’ klas komen naar hem toe. Jezus had hun zojuist zijn diepste pijn verteld, zijn angst voor de toekomst: lijden en dood en dat ze goede moed moesten houden. Het is een gênante scene. Jezus vertelt over zijn diepste vrees. En de reactie is niet een woord van troost of een minuutje stilte. Nee, Jakobus en Johannes komen met een verzoek: of Jezus iets voor ze wil doen. Het is alsof Jezus zich ook verbaast. Hij onderzoekt de vraag. Wat willen jullie dan dat ik doe?
Jakobus en Johannes hebben zitten denken over Jezus’ thuiskomst bij de Eeuwige. ‘Mogen wij dan links en rechts naast u tronen?’ Het is alsof je beste vriend je vertelt over zijn dood en jij vraagt of in het testament voorkomt.
Geen wonder dat de andere leerlingen zich opwinden. Wat beelden die twee zich in?

STRIJD OM DE MACHT
De inbeelding van Jakobus en Johannes is van alle tijden. Als de kerk groeit dan ontstaat ook behoefte aan sturing en leiding. De gelovigen kijken uit naar de belangrijkste bisschopszetels. Het gezag van de bisschop in Jeruzalem is groot. Die zetelt boven het graf van Johannes. Maar ook het gezag van de bisschop van Santiago is groot. De bisschop van Rome resideert in naam van Petrus. En Constantinopel is belangrijk. Bij tijden laait de machtsstrijd op, ook tussen de bisschop van Rome en de keizers en koningen in Europa. Strijd om de macht tussen de kerkleiding en hervormers, tussen de handhavers van de leer en mensen die nieuwe gedachten kregen. De strijd was soms bloedig en fel. Wie bladert door de kerkgeschiedenis ziet dat lust naar macht veel kwaad heeft aangericht.

BIJ JULLIE NIET!
Daarom is Jezus duidelijk tegenover Johannes en Jakobus. ‘Jullie weten dat wereldse leiders hun tanden laten zien, maar zo is het onder jullie zeker niet.’
Hoort u?
‘Zo is het onder jullie zeker niet...’, zegt Jezus. Hij zegt niet: ‘zo mág het onder jullie niet zijn.’ Maar: ‘het ís bij jullie niet zo.’ ‘De kerk is waar mensen dienen.’
De wereld is waar mensen hun vuist ballen. ‘Dus jullie zien maar wat je doet. Als je regeert en excommuniceert, als je verkettert en veroordeelt, dan ben je mijn kerk niet, dan ben ik er niet. Maar als je dient, als je een zieke bezoekt, als je een kind een kans geeft, als je een vluchteling onderdak verleent, dan ben ik er bij; dan ben je mijn kerk.

THIJS WOLTGENS
Uit de krant van afgelopen week. In Roermond was er bij de kapel in ’t Zand een conferentie. Het was 150 jaar geleden dat na het vertrek van de Fransen uit Nederland de bisdommen waren hersteld. Bij die gelegenheid was er een conferentie waarop onder anderen Thijs Wöltgens sprak. Ik heb met groot genoegen zijn bijdrage gelezen. Hij wees erop dat sinds zijn kinderjaren in de mijnstreek de macht van de kerk bijna volledig verdwenen was. In het politieke, maatschappelijke en economische veld is de kerk marginaal geworden. Dat nu kan een grote zegen zijn en een nieuwe kans. De kerk hoeft niet meer het belang te dienen van de overheid of van de meerderheid. Ze kan bijna als een enfant terrible opkomen voor de machtelozen. De kerk kan een stem verheffen voor wie geen stem heeft. Ze kan weer open staan voor Jezus woord: ‘Bij jullie zal zeker niemand heersen!’
De toekomstige kerk zal minder macht hebben en dichter bij Jezus staan!

DE KEUZE VAN KONING WALDEMAR
Lieve kinderen. Luister naar dit sprookje. De oude koning Waldemar regeerde al 40 jaar over het land. Maar er verschenen donkere wolken aan de horizon. De hertog van Mor zocht oorlog. Koning Waldemar besloot bij hem op bezoek te gaan en over vrede te praten. Hij wilde hem niet bang en boos maken. Daarom wilde hij maar één reisgenoot meenemen uit zijn hele hofhouding. Dat was moeilijk kiezen!
De hofhouding van Waldemar was groot. Daar was de hofnar die grapjes maakte. Daar was de kardinaal die gewichtige adviezen gaf. Daar was natuurlijk de koningin; die had overal commentaar op, vooral op de kleren van de gasten. Daar was de kok die elke dag variaties op het lievelingsgerecht van de koning maakte: friet met appelmoes. En -je zou hem bijna over het hoofd zien-: Albert, de buttler. Die maakte zijn bed op, haalde ijsblokjes voor in de limonade; die deed wat hij moest doen zonder op te vallen.
Er kon maar één reisgenoot mee naar het gevaarlijke bergland. De koning dacht diep na?.Zijn vrouw kon hem troosten in de nacht; de kardinaal kon schrijven. Met de hofnar kon je lachen. Koning Waldemar zuchtte. De koningin had overal kritiek op, de kardinaal had veel woorden nodig om nee te zeggen en de hofnar wilde altijd in het middelpunt staan.
Na die nadenken koos de koning tenslotte Albert, de knecht. Albert mocht mee. Iemand die gewoon een ander wil helpen, zo iemand had Waldemar nodig. Een dienaar. Daar heb je wat aan!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag168
gister223
deze maand1528
totaal826174