De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

TWEEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2003
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2003

WITWASSEN

MAMMA'S GELOOF
Voor een begrafenis heb ik een gesprek. Ontroerende herinneringen komen boven. De kinderen vertellen hoe gelovig moeder was. Ik vraag: 'hoe zag dat geloof eruit?'. Ze zwijgen verlegen. 'Ze kerkte vaak, stak kaarsen op.' De uiterlijkheden kennen ze, maar over de binnenkant van het geloof hebben ze het nooit gehad. Wat jammer! Wat ontzettend jammer. Het geloof heeft inhoud; het gaat over iets, over hoop en vrees en verantwoordelijkheden. De buitenkant is van minder belang. Dat is het wat Jezus zegt vandaag.

NESTJE SCHOONMAKEN
Het is een prachtig gezicht. Een baby troont aan tafel in een hoge kinderstoel. Hij wil alles zelf doen. Hij wil zelf met de lepel door de pap gaan, richting mond. Ineens smijt het kindje de lepel neer en door de krachtige bewegingen van beide armpjes vliegen de pap en het bekertje door de kamer. Het plankje is leeg. 'Niet zo vies doen!' roept de moeder. Maar het kindje doet niet vies. Het doet juist heel schoon. Instinctief verwijdert het alle etensresten. Het maakt na het eten zijn nestje grondig schoon! Die netheid verdwijnt later. Mijn moeder riep ons nooit gewoon aan tafel; ze riep: 'handen wassen en aan tafel!'

REINIGINGSRITUELEN
De geschiedenis heeft geleerd dat hygiëne belangrijk is. Soms golfden er ziektes over de wereld die de bevolking tot de helft reduceerden. Alle oude beschavingen zochten naar regels om infecties tegen te gaan. Religies verboden bijvoorbeeld varkensvlees om wormen te voorkomen en verplichtten tot allerlei rituele wassingen. Deze regels waren op ervaring gebaseerd en vooral een intuïtieve aversie.

POETSDWANG
Ik begrijp hoe geschokt mensen zijn als ze zien dat sommigen van Jezus' leerlingen met ongewassen handen eten. Er staat 'sommigen'. Niet allemaal. Marcus heeft bij het schrijven de jonge kerk op het oog. Een kerk die niet alleen uit joden bestaat maar ook uit Hellenen en Romeinen. Marcus legt ons daarom uit hoe ver joden gaan in het schoonmaken.
Weinig bezigheden kunnen zozeer ontaarden in overdrijving als poetsen. Je begint met het wassen van de auto en voordat je het weet besteed je uren aan ieder klein pukkeltje. Je poetst de vloer en vervolgens zou je het liefste willen dat iedereen de schoenen uitdeed. Mensen kunnen gek worden van de gedachte dat er nog vuil ligt en beestjes en bacteriën. Schoonmaken kan een fanatieke trek in ons wakker roepen, misschien wel oude herinneringen aan de tijd waarin we zindelijk werden gemaakt.

WITWASSEN
Sommige leerlingen wasten zich niet voor het eten. Je mag concluderen dat Jezus het wel deed. Maar het maakt hem niet uit dat anderen het niet zo nauw nemen. Het ergert hem dat er mensen zijn die zich fanatiek wassen. Ze schijnen te denken dat het kwaad bestreden is als de rotzooi is opgeruimd.
De koningin komt op bezoek of de paus. Nu willen we ons van de beste kant laten zien. Alle zwervers worden tijdelijk vastgezet. Krotten worden door een bonte schutting aan het oog onttrokken. Zulke schijn-oplossingen zijn Jezus een doorn in het oog.

OVER DE INHOUD
Jezus heeft niets tegen hygiëne. Wel tegen een obsessieve hang naar uiterlijkheden. Onze belangstelling moet uitgaan naar de inhoud. Dat geldt ook voor ons geloof!
Dus als onze ouders nog leven, als de kinderen op bezoek zijn of de kleinkinderen, vraag toch eens naar het geloof. Wat hoop je? Wie heb je lief? Waarom denk je dat je bestaat? Dat zijn boeiende onderwerpen. Niet de wetten en regeltjes, die geven ruzie. Het geloof boeit: hoe heilig is de wereld?

DE DOOS EN DE INHOUD
Lieve kinderen. Mijn petekindje, Marieke, werd acht jaar. Ik zei: 'Ga je mee naar de speelgoedwinkel, dan mag je iets uitzoeken!' Zonder iets te zeggen rende Marieke de gang op en kwam terug met haar jas aan. Ze trok me de straat op en een winkel in. Ze wees en zei: 'Dat is zeker te duur.' Ik was in een royale bui. 'Je mag kiezen wat je wil!' Marieke begon te glimmen. Ze rende gulzig van het ene rek naar het andere. Zo kwam ze bij een grote doos. Op het deksel stond een zeerover geschilderd. Hij keek gemeen met een lapje om zijn oog. In de verte zag je een kasteel en langs de randen waren blinkende juwelen afgebeeld. 'Wat staat daar?' vroeg Marieke. Ik begon voor te lezen. 'Voor nieuwgierige en ondernemende kinderen van 8 tot 80... Onmisbaar gereedschap voor schatgravers en kastelenbouwers... Beleef de avonturen van je leven.' Ik zag Marieke nadenken. 'Geef die maar', zei ze tenslotte.
Thuisgekomen keek ze eerst nog wat dromerig naar de Piraat en het kasteel en alle blinkende juwelen. Toen maakte ze de doos open.
Wat zat er in die grote doos?
Een klein zandschepje! Marieke kon haar teleurstelling nauwelijks onderdrukken. 'Onmisbaar voor schatgravers en kastelenbouwers', las ik nog eens.
'Kom maar mee, grote piraat, dan gaan we het grootste ijsje van de wereld eten.' Marieke moest nog leren dat dingen er van buiten soms heel spannend uitzien, maar dat het van binnen niks is. Mensen kijken naar de buitenkant. God kijkt eerst van binnen!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag26
gister352
deze maand1738
totaal826384