De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

EENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2003
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2003

'JULLIE GAAN TOCH NIET?'

LAATSTE DER MOHIKANEN
Het is alweer twintig jaar geleden. Ik had een gesprek met een Karmelietes. Haar levensverhaal vervulde mij met weemoed. Ze was een meisje geweest, de jongste van acht kinderen uit een Noord-Hollands boerengezin. Ze had tantes gehad in diverse kloosters. Ze was vol van het leven van de kleine Theresia. In het klooster had ze mooie en verschrikkelijke tijden meegemaakt. Ze had er machtsmisbruik gezien, maar ook opoffering en genegenheid. Ze was een wereldwijze, religieuze vrouw, die zonder wrok om zich heen kon zien. Maar er zat een diepe pijn in haar ziel. De laatste jaren moest ze meemaken hoe steeds meer zusters het klooster de rug toegekeerden. Meestal kwam hun vertrek als een donderslag bij heldere hemel. Elk afscheid voedde haar eigen onzekerheden. Het waren vaak de meest getalenteerde vrouwen die de stap naar buiten waagden. Langzamerhand kreeg ze het gevoel dat ze 'de laatste der Mohikanen' was. Nieuwe roepingen waren er niet. Dat almaar uitwuiven van vriendinnen groef het fundament onder haar voeten weg.

'JULLIE WILLEN TOCH NIET WEGGAAN?'
Aan haar moest ik denken toen ik het evangelie van vandaag las. Wat was het makkelijk geweest voor Jezus' leerlingen toen de groep in een stormachtige groei-fase verkeerde. Het is fijn om katholiek te zijn als er dagelijks jong volk toetreedt. Het wordt moeilijk als er een fase volgt van krimp. Leerlingen lopen weg. Ze volgen Jezus niet meer. De kerk komt alleen maar negatief in het nieuws. 'Het was slapjes vandaag', heeft iemand weer eens de afwezigen zitten tellen. En nou vraagt Jezus aan de kerngroep, de twaalf: 'Jùllie willen toch niet weggaan?'

DE EERSTE OF DE LAATSTE
Ik haakte in op het beeld van de non. Mohikanen waren een trots indianenvolk. Ze hadden veel veroveringen op hun naam staan, kunst en ontroerende eerbied voor de natuur. Je mag er trots op zijn als je kunt zeggen: 'Ik ben Mohikaan'. In de geschiedenis is er een eerste Mohikaan aan te wijzen en een laatste en zelfs een middelste en een op driekwart. De eerste is niets meer dan de middelste en de laatste is niets minder dan de eerste. Karmelietes-zijn is een vorm van religiositeit die aan velen levensvervulling heeft geschonken en die de wereld iets gegeven heeft, grote mensen, Edit Stein bijvoorbeeld en Theresia. 'Van die beweging maak jij deel uit en dat moet je trots zijn! De laatste evenzeer als de eerste.'
'De laatste Mohikaan' is de titel van een boek. James Cooper schreef het in 1826. Vaak is het verfilmd. De laatste Mohikaan springt zich van een rots te pletter. Het uitsterven van zijn volk werd spreekwoordelijk.

TROUW
Ik denk dat wij allemaal wel eens die moedeloosheid voelen als we een afbrokkelende kerk om ons heen waarnemen. Leerlingen lopen weg. Luidruchtig en geruisloos. Kinderen haken af. Het geloof wordt een onderwerp van spot in de media. Je omgeving kijkt een beetje raar op als je vertelt dat je naar de kerk bent geweest. Diep in je hart bestond al veel twijfel! Zelf had je ook niet begrepen hoe priesters zich konden misdragen; waarom de kerk soms genadeloos oordeelt en zulke preutse opvattingen heeft. Zelf had je ook wel eens die ijzige stilte gevoeld nadat je de sterren van de hemel had gebeden voor een ziek kind. Al die wonden worden opengehaald. En je hoort Jezus zeggen: 'Gaan jullie soms ook?'
Ik heb één ding goed geleerd van mijn ouders. Wij groeiden op met het idee dat je trouw moest blijven. Het was makkelijk om weg te lopen. Maar het was beter om fouten te bestrijden, om kwaad te keren. De gelovige kan veel twijfel voelen. Evenveel als degenen die vertrekt; maar hij is gaan houden van Jezus' visie op goed en kwaad, leven en dood, hemel en aarde. Hij is gaan hechten aan zijn houding tegenover zieken en gediscrimineerden, vrouwen en kinderen. En of de kerk nu in een fase van onstuimige groei verkeert of van afbrokkeling; je maakt deel uit van die gigantische beweging door de eeuwen heen en over de wereld verspreid. En dat maakt je trots. Het maakt niet uit of je de eerste of de laatste bent.

MOHINANEN NA DE LAATSTE
Toch eens kijken hoe het met die Mohikanen is gegaan, dacht ik deze week en zocht het op internet. Wel, de stam kent momenteel 1500 leden. Indiaan-zijn is weer in aanzien. Elke dag melden zich mensen met de vraag hoe ze tot de stam kunnen toetreden. Het volk koestert grote plannen met de bouw van gokpaleizen.
Laten we maar leerling blijven.'Naar wie zouden we anders gaan?', maakt Petrus zich tot onze tolk. 'In uw woorden vinden we eeuwig leven', besluit hij trots!


DAAN DE SUPPORTER
Lieve kinderen. Daan stond elke zaterdag langs het voetbalveld. Hij had een rood petje op en hij riep heel hard allerlei kreten om de spelers aan te moedigen. Bij een uit-wedstrijd ging hij bijna altijd mee. Je kunt je geen betere supporter voorstellen. Thuis had hij schriften vol met foto's en stukjes uit de krant. Maar vorig jaar ging het heel erg mis. De club verloor wedstrijd na wedstrijd. Er ontstond ruzie in de club. De trainer werd naar huis gestuurd. De beste spelers stapten op en aan het eind van het seizoen degradeerde de club. Wat dachten jullie dat Daan toen deed?
Nou Daan kocht zich een rode pet die twee keer zo groot was. Hij hing een zelfgemaakte club-poster aan zijn raam. Hij hield een spreekbeurt over de club en hij sloeg geen wedstrijd over. Daan hield van de club. En als andere mensen wegliepen, dan ging Daan er juist twee keer zo hard tegenaan. Daan hield van de club in de goede en in de kwade dagen. 'Wacht maar!' zei hij dan geheimzinnig.
'We komen terug!'


  MENU


   
BEZOEK
vandaag85
gister223
deze maand1445
totaal826091