De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIJFTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR 2003
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2003

BLAUWTJE LOPEN

STAMPVOETEN
Als we vroeger de schoenen erg vuil hadden, dan was het niet genoeg om ze te vegen. We moesten ook gaan stampen! Dat was leuk! We stonden met drie broers in de gang een potje met de laarzen te stampen alsof we verschrikkelijk boos waren. Een mooie herinnering bij dat zinnetje uit het evangelie: 'Als ze je ergens niet ontvangen, ga dan weg en stamp het zand van je voeten af, als een aanklacht.'
Jezus stuurt zijn leerlingen erop uit. Ze moeten niet zitten te wachten totdat mensen naar de kerk komen. Ze moeten naar de mensen toegaan. Ze moeten kwade machten bedwingen en zieken bezoeken. Wanneer ze ergens een blauwtje lopen, dan mogen ze hun boosheid laten merken. Niet al te gewelddadig, maar met een symbolisch gebaar. Ze mogen stampvoeten.
Het overkomt ons allemaal, dat we een blauwtje lopen. Je komt ergens met de beste bedoelingen, je wilt helpen, maar je wordt afgewezen. 'Jehova-getuigen zijn hier niet welkom' hangt bij menig deurbel. Je betuigt iemand je liefde, maar krijgt te horen dat de gevoelens niet wederzijds zijn. Dat is frustrerend. Dat mag je even stampvoeten, zegt het evangelie.
'Een blauwtje lopen' is de Nederlandse uitdrukking. De herkomst ervan is nogal ruig. Een blauwtje lopen wil zeggen: blauwe plekken oplopen. Iemand heeft ergens aangebeld met een verzoek of een aanzoek, maar als antwoord krijgt hij enkele harde trappen tegen de schenen.

GEEN GEHOOR VINDEN
Ik kom in een klas en kondig aan: 'Zal ik jullie eens een spannend verhaal vertellen?' De meeste kinderen kijken geïnteresseerd en met voorpret in de ogen. Maar een jongetje roept vanachter uit de klas: 'Als het maar niet over Jezus gaat. Die bestaat niet, zegt pappa.' Dat is een blauwtje lopen.
Ouders voeden hun kinderen op. Leren ze lopen en praten. Wekken hun belangstelling voor kunst en politiek. Laten hen uitgaan in de nacht van zaterdag; geven ze geld mee voor een taxi en liggen uren wakker. Ze vertellen over God en over het leven; nemen hen geregeld mee om te zingen in de kerk. De kinderen worden groot. Ze nemen van alles over. De liefde van de ouders voor Indische Kers en peterselie. Het opsieren van een kerstboom en het verven van eieren. Ze vouwen de lakens op dezelfde manier als moeder. Maar hun kind laten ze niet dopen. Veel ouders ervaren dat als een blauwtje lopen, en dat is zwak uitgedrukt. De geloofsverkondigers hebben geen gehoor gevonden
Veel ouders hebben geleerd dat ze hier niet over mogen praten. Dat loopt steevast uit op ruzie. Ze laten hun pijn niet merken. Stampvoeten zelfs niet.

TEGENDEEL VAN VOETWASSEN
Een welkome gast in het oude oosten viel een ritueel ten deel: hem of haar werden bij aankomst de voeten gewassen. Daarvoor stond water klaar. Daar was personeel voor. Het was verfrissend na een zanderige wandeling. Als je géén gastvrijheid ten deel valt, dan moet je dat demonstreren door buiten het stof zelf van je voeten te stampen. Het was een aanklacht tegen de gemiste begroeting, de nagelaten voetwassing.
Jezus zegt ook wanneer ze het moeten doen. Ze moeten het doen als ze niet worden ontvangen.

CONTACT HOUDEN
Er staat dus niet dat ze moeten stampvoeten als ze geen instemming krijgen. Iedereen is vrij om wel of niet te geloven. Er staat niet dat de leerlingen boze gebaren moeten maken naar mensen die het geloof niet omhelzen. Dat mag iedereen zelf uitmaken. De kinderen mogen hun eigen ideeën ontwikkelen. Daar hoef je niet boos om te worden. Maar als er geen contact meer is, als je niet wordt ontvangen, stamp dan het stof van je voeten.
'Ik vind het toch zo erg', hoorde ik onlangs weer eens van een moeder, ' dat mijn dochter nooit kerkt. Ze zal me nog wel met haar auto brengen, maar dan wacht ze buiten tot de Mis uit is.'

WEINIG BAGAGE
Ik kan me de pijn voorstellen. Tegelijk moest ik denken aan wat een middeleeuwse mysticus beweerde (Eckhard). 'Als je niet in God kunt geloven dan is dat geen probleem! Die God waar je niet in gelooft is immers een spinsel van je eigen fantasie en je eigen gedachten. Die God die jij je in je kinderlijke nood en verlangen ontwerpt, die bestaat ook niet. De God die werkelijk bestaat, zal zich wel laten kennen. Je hoeft alleen maar stil te worden; onbaatzuchtig; te luisteren en te genieten. Je hoeft alleen maar leeg te worden en God zijn werk te laten doen.'
Ga op weg zonder bagage, zegt Jezus. Spreek mijn woord. Wees niet boos als ze het niet met je eens zijn; zorg dat je welkom blijft. Ga zonder stok om mee te slaan, zonder geld als steekpenning, zonder gelikt pak om te imponeren. Ga met lege handen die kunnen zegenen en groeten. Dat is Jezus' reis-advies!

DE HALVE TANDENBORSTEL
Lieve kinderen. Carla was opgetogen. Ze ging met pappa en mamma naar Griekenland. Ze ging vliegen! Voor het eerst in haar leven zouden ze de wolken van boven af kunnen zien. 'Je begrijpt wel', had pappa gezegd, 'dat een vliegtuig niet te zwaar mag zijn. Anders gaat het niet de lucht in! Je moet zo weinig mogelijk meenemen.'
Carla begon haar koffertje te pakken. Ze wilde zo weinig mogelijk meenemen. Ze kneep haar tube tandpasta half leeg. De borstel brak ze in midden af. Met een kort steeltje ging het ook. Eén handdoek was wel genoeg. Schoenen had ze al aan. Eigenlijk had ze niet eens een koffertje nodig. Het kon best in een plastic zak. Na lang dubben stopte ze er nog haar knuffel bij. Ze zette de zak bij de voordeur. En nou zal ik jullie het leukste vertellen: toen ze op het vliegveld kwam ontdekte ze dat ze de hele tas thuis had laten staan!
Als je ver wil komen dan moet je weinig meenemen. Dat begreep Carla wel.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag339
gister223
deze maand1699
totaal826345