De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DOOP VAN DE HEER IN HET JAAR 2003
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2003

DE TAAL VAN HET WATER

GEBOORTEBEWIJS
In het consultatiebureau van Nieuwenhagen werd een gewichtstabel bijgehouden. Die bewaar ik in mijn fotoalbum. Daar staat, dat ik drie weken na de geboorte 3,6 kilo woog. Daarnaast is een geboorteaankondiging geplakt. Het is ‘n eenzijdig bedrukt kladblaadje van 5 bij 9 centimeter. We schrijven 1943, hartje oorlog. Papier was schaars. ‘Met grote vreugde’ staat is. Met grote vreugde geven mijn ouders kennis van de geboorte van hun zoon Henri. Verder staat er niets. Zelfs geen geboortedatum, het zou bij wijze van spreken vandaag kunnen zijn. ‘Met grote vreugde’ blijft bij me hangen. Voor dit soort liefdessignalen haal je immers je zolder overhoop.

WONDER AAN DE JORDAAN
In het evangelie over de doop van Jezus staan grote woorden. ‘De hemel scheurde open.’ Dat is nogal wat. Wat stelt Marcus zich daar bij voor? Een kosmische ramp? Een stem uit de hemel? Zouden de omstaanders er iets van hebben gemerkt? Of was het voor hen slechts een donderslag of het ruisen van een zachte bries? Of zagen zij helemaal niets? Niets dan een opdringerige duif? Ik sluit het niet uit. Wellicht was er op dat ogenblik aan de Jordaan voor buitenstaanders weinig te beleven. Misschien is het mysterie voor buitenstaanders nooit goed te horen of te zien. Misschien moet je ingewijde zijn om te weten wat er werkelijk gaande is.
Het probleem is dat wij de laatste eeuwen mensen zijn geworden die altijd als buitenstaanders naar het leven kijken. Dan ontgaat ons veel!

BUITENSTAANDERS GEWORDEN
Een kind tekent aanvankelijk wat het voelt. Het begint met schokkerige lijnen. Een soort seismografische notities van een blij bewegend armpje. Maar in die signalen is natuurlijk iets te zien van heftigheid of kalmte, van voorzichtigheid of boosheid. Kinderen komen soms met de mooiste tekeningen. Kleurrijke bewegingen van het gemoed. Maar dan komen de eerste lesjes. Het kind moet naar zichzelf leren kijken als een buitenstaander. Dus die handjes die pakken wat de ogen zien, mogen niet maar aan het hoofd vastzitten. Kijk maar in de spiegel. Dus komen er staken aan de romp. We leren als tekenaar pas tevreden te zijn als de tekening een beetje op een foto lijkt; als we ons zelf hebben neergezet zoals een buitenstaander ons ziet. En dan staan we in een museum. Een kunstnaar heeft geprobeerd als ingewijde het mysterie te schilderen, met wilde blauwe en gele strepen. We zeggen schamper: ‘dat kan mijn dochtertje ook’, maar we vergeten dat we haar dat precies hadden afgeleerd. Ze kan het níet meer.
We zijn onze eigen buitenstaander geworden.

TEGENOVER NIET IN DE WERELD
Ook een landschap, een boom in de tuin: we bekijken het als buitenstaanders. We staan er tegenover. We zitten er niet ìn. We doen alsof we er zelf eigenlijk niet bij horen.
Ik las in een leerboek over schilderen een zin uit het zen-boeddhisme: ‘Ik zat te kijken naar een landschap en na verloop van tijd, zie, ik was er een onderdeel van.’ Dat overkomt ons te weinig, dat we ervaren een onderdeel te zijn van de sterrenhemel, de dierentuin, de vriendenkring, de pijn van een vluchteling.
Het is waarschijnlijk gekomen door het gezag dat de abstracte wetenschappen verworven hebben in de afgelopen eeuwen. We zijn als buitenstaanders gaan kijken naar het heelal en naar onszelf. Het is voor een moderne mens moeilijk geworden om er gewoon te zijn, om te lachen en te lopen. We zijn wie we zijn voor anderen, iemand met een ‘smile’ en sportieve tred. We zien ons in de blik van de mode; worden kritisch, onzeker; onmiddellijk te porren voor een metamorfose en producten die jonger maken, groter of vitaler.

VOOR INGEWIJDEN
Deze buitenstaander zou aan de Jordaan weinig hebben gezien. Een duif en een opstekende wind. Zo’n buitenstaander zou in het consultatiebureau van Nieuwenhagen in 1943 ook niet meer hebben gezien dan ruim 3 kilo vlees.
Om het geheim van de werkelijkheid te leren kennen moeten we als ingewijden kijken. De ingewijde houdt de adem in. Hier nadert Jezus het water van de Jordaan. Hier komt een man aan bij het water dat al eeuwenlang vruchtbaarheid schonk aan zijn volk; het water waarvan hij weet dat het pure genade is. Johannes gebruikt het water om mensen te wassen. Hij geeft hun er een gevoel van nieuwheid mee. ‘Schud het oude van je af en maak een nieuw begin. Het leven heeft je geroepen om iets belangrijks te doen. Je bent er niet voor niets. Je bent niet de zoveel miljoenste of miljardste. Je bent een geliefd kind van je Schepper. God heeft plezier in je!’ Dat is de taal van het water.
Iedereen is op zoek naar dat woord. Soms zie je het op een oude foto: moeder met jou op haar schoot en een gelukkige blik. Kinderen van nu zien het op video of lezen het in het boek Ikke. ‘Jij bent mijn geliefd kind in wie ik vreugde schep.’ Dat zijn de woorden waarmee God mensen schept.

MARLOU ANDERSOM
Lieve kinderen. Marlou zat zich te vervelen in de auto. ‘Is het nog ver?’ ‘Weet je wat, we gaan een spelletje doen’ zei mamma. ‘Alles wat we zeggen gaan we precies andersom zeggen. Dus ik zeg tegen jou: We zijn er bijna, en dat betekent: het duurt nog lang.’ ‘Dat vind ik niet leuk!’ riep Marlou. Mamma keek verstoord: ‘Nou dan doen we wat anders!’ ‘Nee, nee, je begrijpt me niet’, riep Marlou. ‘Dat vind ik niet leuk betekent juist dat ik het leuk vind.’ ‘Weet ik, zei mamma, want toen ik zei "dan doen we wat anders", bedoelde ik "dan gaan we verder."’ ‘Moet ik nu links of rechtsaf’, bromde pappa achter het stuur. Mamma ging door: ‘Marlou, ik vind jou het aller-aller-stoutste meisje van de wereld. Ik haat je met heel mijn hart’ en ze gaf Marlou een kusje. ‘En ik vind jou de verschrikkelijkste vervelendste moeder van het heelal’, zei Marlou en ze aaide mamma door het haar. ‘Groen’, schreeuwde ze naar pappa die voor het stoplicht stond, maar die trapte daar gelukkig niet in.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag151
gister352
deze maand1863
totaal826509