De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DRIEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2001
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2001

IDEALEN EN HUN PRIJSKAARTJE

EEN SERIE SNELLE PARABELS
Met een serie snelle parabels maakt Jezus duidelijk dat er een stevig prijskaartje hangt aan zijn idealen. ‘Kom maar mee’, roept hij de menigte toe, ‘maar realiseer je dat het wat kost.’
Lucas schrijft een biografie van Jezus. Het wordt één groot reisverhaal. Het eindstation is Jeruzalem. ‘Wie met mij mee wil’, roept Jezus zijn volgelingen toe, ‘die moet zijn ouders vaarwel zeggen en zijn huis achterlaten. En pas op: in Jeruzalem wacht geen lauwerkrans; integendeel, op Golgotha staat een kruis.’
Lucas herinnert zich nog meer verhalen. Als iemand een toren gaat bouwen en zich niet belachelijk wil maken, dan moet hij tevoren zijn geld goed natellen anders staat er straks een ruïne. En een koning die een rakettenschild gaat smeden, zal toch eerst goed uitrekenen wat het hem gaat kosten.

DE WERELD VAN LUCAS
Terwijl Lucas deze herinneringen aan Jezus verzamelt, maakt de jonge kerk stormachtige tijden mee. De toeloop aan nieuwe gelovigen is enorm. Vooral in de Griekse steden laat men zich gretig dopen. Het baart de leiders zorgen. Hebben al die mensen wel begrepen waar het Jezus om ging? De beweging is nog nieuw. Geloofsbelijdenissen zijn nog in ontwikkeling. Niet iedereen is bereid geld af te staan voor de armen in de gemeente. Er ontstaan ook spanningen. Bij sommige plaatselijke leiders is het christendom gehaat. Hier en daar worden gelovigen vervolgd.
In deze situatie herinnert Lucas zich bepaalde uitspraken van Jezus; over een smalle weg en een enge poort, een zwaard dat families splijt en een pelgrimstocht waarvoor je huis en haard verlaat; over een kruis dat opdoemt aan de einder.

DE WERELD VAN ONS
Jezus had verkondigd dat het Rijk van God ophanden was. Dat eist iets van een mens. Het vraagt offers; het vraagt om je oude ‘ik’ los te laten.
Ik vraag me af: welk prijskaartje hangt er voor ons aan?

WAT KOST GOD-VOOR-IEDEREEN ONS?
Wij geloven in de God van Jezus van Nazareth. Hij of Zij is een Mysterie dat zich onttrekt aan onze manipulatie. Jezus weet wel dít: Hij is er voor álle mensen. We geloven dat zijn gelaat herkenbaar is, ook in het hart van een misdadiger die zijn doodvonnis afwacht; ook in een Somalische familie die op asiel wacht. Nou kun je aan dat geloof allerlei consequenties verbinden. Misschien stort je iets op de giro van vluchtelingenhulp, misschien lees je wat aandachtiger de paragraaf over asielrecht in het programma van je politieke partij. Misschien blijf je het lot van uitgeprocedeerden kritisch volgen. Dat is weinig wellicht, maar het ís iets en het schept een klimaat waarin soms mensen opstaan die veel verder gaan. Zij stellen hun leven in dienst van vluchtelingen, gaan werken als verpleger in een kamp in Afrika. Dat zijn de heiligen.

WAT KOST GOD-ALS-GASTHEER ONS?
Wij geloven in de droom die Jezus had over een feestmaal voor alle volkeren op aarde. Een maaltijd op een heilige berg van vette spijzen en uitgelezen wijnen. Een picknick van brood en vis - en wij zijn de obers. We worden gemotiveerd door de gedachte dat alle mensen op aarde recht hebben op water en rijst. Dat ze recht hebben op betaalbare medicamenten tegen aids. Daarom doe je mee aan nóg eens een collecte; je loopt de wereldwinkel binnen. Daarom voed je je kinderen op met een wijde blik op de wereld. Dat is misschien niet zoveel. Maar het ís iets en we scheppen een klimaat waarin soms mensen opstaan die veel verder gaan. Zij wijden hun hele leven aan de daklozen in India. Dat zijn de heiligen.

WAT KOST GOD-VAN-DE-ZIEKEN ONS?
Wij zijn gestempeld door Jezus’ bewogenheid voor zieken. Zijn hart ging naar hen uit. Daarom voelen we ons bevestigd in ons plan om een bloemetje te sturen naar een zieke. Daarom overwinnen we onze angst en gaan op bezoek. We steunen de zonnebloem. Ze scheppen we een klimaat waarin anderen soms heel ver gaan. Zij omarmen een melaatse en trekken de sloppenwijken in. Dat zijn de heiligen.

KLIMAAT SCHEPPEN
Van al die mensen die enthousiast mee wilden met Jezus zijn er maar twee zover gegaan dat ze bij hem onder het kruis stonden. Dat zijn de heilige Maria en Johannes. Maar er waren er veel die een eindje meegingen of die hun vrienden uitwuifden. Er waren er veel die over Jezus vertelden en zo een beweging in gang hielden met grote gevolgen in de geschiedenis. Er werd een klimaat geschapen waarin Ieren opstonden om als monnik te pelgrimeren in Europa; waarin ontelbaar veel mannen en vrouwen hun leven riskeerden om pestlijders te verzorgen; waarin generaties kloosterlingen zich inzetten voor onderwijs en ontwikkelingswerk.
Van die beweging maken wij deel uit.

PAUL GAAT LOGEREN
Lieve kinderen. Paul had zijn neefje aan de telefoon gehad. Kevin had een vettige computer met een race-spel. Er zat een echt stuurtje bij en pedalen om te remmen. En als je over een hobbel reed, dan voelde je het stuurtje schokken. Er kwamen geluiden uit van piepende remmen en als de motor slipte hoorde je de stoere chauffeur heel even kreunen maar dan sprong ie alweer overeind. Je kon ook met zijn tweeën sprinten, want Kevin had twee stuurtjes. ‘Weet je wat?’ riep Kevin door de telefoon? ‘Kom een nacht logeren dan kunnen we de hele avond spelen.’
Die avond kon Paul niet slapen. Hij had nog nooit bij Kevin gelogeerd. Zou hij dat wel durven? En als ie dan ‘s nachts naar de w.c. moest? Dan kon hij mamma niet roepen. En zonder zijn knuffel kon hij niet slapen. Maar zijn beertje was zo mager en bleek en versleten; Kevin zou hem vast uitlachen. En wat, als hij de knuffel kwijt zou raken. Hij zou nooit meer kunnen slapen; zijn hele leven niet. Maar ja, samen met Kevin de hele ochtend, van zes tot aan het ontbijt racen, dat was natuurlijk wel wat.
‘Mamma, morgen ga ik naar Kevin logeren’, zei Paul dapper aan het ontbijt. Mamma keek verbaasd. ‘Weet je het zeker? Zul je dan geen heimwee hebben?’ ‘Nee’ zei Paul. Want hij was vast van plan eens iets nieuw te proberen en mamma en pappa en de knuffel thuis te laten.
Wie op reis wil moet ook ‘dag’ kunnen zwaaien, anders kom je nergens.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag216
gister382
deze maand1353
totaal825999