De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

TWEEËNTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR 2001
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2001

DE WIJSHEID VAN DE ACHTERBLIJVERS

HAANTJES DE VOORSTE
Een man komt gehaast uit de slaapkamer; staat in de hal voor een te lage spiegel, zijn aktetas klemt hij met zijn elleboog tegen zijn zij. Hij probeert zijn stropdas te schikken, terwijl hij zijn vrouw toeroept: ‘Ik kom wat later thuis straks, wat eten we? Hoe is het trouwens met de kinderen?’ Terwijl hij de voordeur opent hoort hij zijn vrouw roepen: ‘Mazelen en gehaktballen’.
Toen mijn zus haar eerste Fiatje had gekocht, reed ik wel eens met mijn moeder op de autobaan. Zij vond soms dat ik te hard reed. Ze zei dat nooit rechtstreeks. Grappen over mee-chaufferende vrouwen waren berucht. Als ik weer een auto inhaalde merkte ze alleen maar op: ‘Harrie, je kunt toch niet de eerste worden.’ Dit zinnetje schiet nog vaak door het hoofd als ik wat ongeduldig achter het stuur zit. We zijn er nu eenmaal op getraind om de eerste van de klas te willen zijn; de beste met lezen en de snelste bij hardlopen, de handigste bij voetballen en de getaptste op feestjes, de ruigste in de disco en de vroomste in de kerk..., nou ja, dat laatste niet meer zo.
Ik denk dat onze maatschappij draait dankzij de mensen die willen presteren; beter dan gister en meer dan anderen. Zonder een zekere ambitie die ons tot prestaties aanzet kunnen we niet bestaan.

TREUZELAARS
Vandaag echter richt Jezus onze blik een andere kant op. Kijk ook eens naar die oude man en die oude vrouw in hun rode karretje. Zij tuffen 70 kilometer en dat vinden ze veel; dat doen ze om jou niet op te houden. Verrukt wijzen ze elkaar op prachtige dingen langs de weg; een vakwerkhuisje hier, een mergelstenen boerderij daar, een hoge eik, een biddende valk, een kleuter die zich van een helling laat rollen en een veldboeket van klaprozen en korenbloemen langs de akker.
Vandaag richt Jezus onze blik weg van de notabelen die op de ereplaatsen worden verwelkomd, naar de gewone gasten die achter aanschuiven met een ongemakkelijke blik vanwege al die drukte.
Kijk eens naar dat meisje dat als laatste aankomt in school. De juffrouw zal bestraffend iets zeggen over ‘altijd te laat’ en ‘veel te lang treuzelen’, maar de meid heeft haar tas vol geheimen, vol met torretjes en miertjes, weegbree en zelfs een dubbeltje; en de hele weg van huis naar school was ze in het paradijs.
Kijk eens naar die oude man die zijn hele leven heeft gewerkt en die nu op de bank zit met een genietende afwachting van wat er te beleven valt aan kleine ontmoetingen en toevallig voorbijkomende voertuigen. Kijk eens naar die minders snelle mensen, die wat bescheiden en aarzelend, wat minder doelgericht, door het leven gaan. Kijk eens naar ze, want sommigen van hen zijn veel gelukkiger dan jij. Sommigen van hen hebben de geheimen van het leven en van God dieper doorgrond.

PRESTATIE VERSUS GENADE
In wezen worden hier twee grondhoudingen tegenover elkaar gezet. De wil om het leven te maken, om de factoren die de maatschappijn bepalen in eigen hand te nemen; de opdracht om de aarde te onderwerpen en er als God mee om te gaan. En aan de andere kant de mentaliteit van aanvaarding, van het leven laten komen zoals het komt, overgave; het besef dat het bestaan tenslotte niet te maken is; dat jij god niet bent, maar op genade en ongenade overgeleverd aan een machtiger geheel van krachten.
Het komt mij voor dat het evenwicht tussen deze levensinstellingen verloren dreigt te gaan. Tegenover werken en zwoegen en de rijkste willen zijn, hielden de joden vroeger de sabbath overeind, een dag van iedereen gelijk, iedereen heilig, van onthaasting en enkel genieten van de tijd, de maaltijd en elkaar. Tegenover de ambitie om een tien te scoren en je oogst van verleden jaar te overtreffen en de kudde van je buurman naar de kroon te steken, stond de deugd van de bescheidenheid, de waarde van de zachtheid. ‘Let maar eens op’, zegt Jezus Sirach. ‘Niet de rijke zwoeger die met geschenken en steekpenningen om zich heen strooit is bemind; de arme die attent en zachtaardig luistert en spreekt met de mensen is veel geliefder.’
Het gaat inderdaad om dit evenwicht tussen de mens als schepper en de mens als ontvanger.

GROOT EN KLEIN TEGELIJK
Er ligt een tijd achter ons - en velen hebben daar onder geleden - waarin bescheidenheid niet gezien werd als een noodzakelijke aanvulling op ambitie, maar waarin bescheidenheid als zodanig werd vereerd. Toen ontwikkelden veel mensen een schuldgevoel vanwege hun ambities. Je moest je mond houden, je moest je maar de mindere voelen, je was maar een nul. Over degenen die zich zo lieten kleineren konden hun oversten heersen. Dat is vals. Een mens is een groot wonder, een beeld van God, geroepen om te scheppen en om zijn licht boven op de standaard te ontsteken. Tegelijkertijd moet hij weten dat zijn ambitie het einddoel niet is; dat het geluk hier en nu als een geschenkt gegeven is en dat je je laatste heil niet kunt verdienen.

OP KONIJNENJACHT
Lieve kinderen. Jeroen had geen zin om te gaan wandelen. Jeroen was nog klein en wandelen was niet leuk. ‘Weet je wat?’ stelde ik voor, ‘we gaan op konijnenjacht!’ Dat was een idee. Hadden de meisjes iets om te koken vanmiddag. Jeroen verzamelde een handvol stenen voor zichzelf en voor mij. Als we zogenaamd een konijn zagen op de weg voor ons, dan gooiden we een steen. Soms sprong het konijn vrolijk weg, soms konden we het zogenaamd meenemen. ‘Wat vind jij nu de liefste dieren?’ vroeg ik aan Jeroen. ‘Het liefste vind ik Flusje onze poes’ zei Jeroen. Flusje was ook lief. Ze sprong op je schoot, ze liet zich graag aaien. ‘En beren dan?’, vroeg ik. ‘Zouden er ijsberen zijn in het bos?’ Jeroen keek met een spannende blik om zich heen ‘Beren zijn niet lief. Beren zijn sterk.’
‘Zo is het ook met mensen’, zei Jezus. Je moet niet altijd zo snel als een tijger en zo sterk als een beer willen zijn, want dan zijn de mensen bang voor je en dan houden ze niet van je. Je moet ook zo zacht als een lammetje en zo lief als een ezeltje willen zijn. Dan wordt je gelukkig.
Toen we thuiskwamen maakten de meisjes een heerlijke maaltijd van konijn en pruimen..., zogenaamd!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag15
gister223
deze maand1375
totaal826021