De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

NEGENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR 2001
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2001

ANGSTIG OM JE SCHAT

HET HART BIJ DE KINDEREN
Een vrouw had haar man verloren. Ik was bij haar op bezoek. Zij had hem enkele maanden lang verzorgd. Ze was blij dat hij thuis had kunnen sterven want hij had zich met hand en tand tegen een opname verzet. Hij was rustig gestorven. Daar was ze tevreden over. Maar na bijna 40 jaar huwelijk was haar leven dramatisch overhoop gegooid. Midden in het gesprek, ik weet niet meer precies waar het over ging, - ze had juist koffie ingeschonken - zuchtte ze diep en mompelde afwezig: ‘Ik vraag me af waar ze zitten...’ Ze staarde in de verte. ‘Ze’?, vroeg ik me af. Ik zei: ‘U vraagt zich af waar uw man gebleven is...?’ Ze keek me verbaasd aan en begon te lachen. ‘Nee, Háns! Hans is met zijn vrouw op vakantie. Ze moeten nu ergens bij Dijon zitten. Morgen komen ze thuis. Nee, waar Sjraar is, dat weet ik wel. Die is in mijn hart!’
Waar uw schat is daar zal ook uw hart zijn. Haar hart was bij Sjraar en in Dijon.
Wat Jezus waarneemt is dat het de angst is die ons hart stuurt. De angst dat de kinderen bij Dijon plotseling in een file terechtkomen, dat ze moeten remmen, dat ze uit de bocht vliegen; de angst dat ze beroofd worden op een parkeerplaats terwijl ze de benen strekken en een broodje eten.
Waar uw schat is daar is ook uw hart, piekerend en ongerust. Bang om te verliezen. Jezus ziet hoezeer mensen in beslag genomen worden met het bezweren van hun angst. Ze zien hun schatten wel, maar toch vooral de gevaren die ze lopen.

HET HART BIJ HET HUIS
‘Slapen deed ik niet goed in Turkije’, vertelde een man. ‘Het bleef nogal warm. Dan lag ik maar te piekeren. In gedachte liep ik het hele huis door. Was de voordeur goed dicht en het wc-raampje? Was de achterdeur gesloten en alle ramen? Had ik het koffiezetapparaat uitgezet? En de goten? Die waren nog niet schoongemaakt. Hopenlijk regende het niet teveel in Nederland. En mijn dochter die de planten verzorgt, zou die de deur wel goed dichttrekken? Die klemt als de zon erop staat. Zo bleef ik maar prakkiseren over thuis. En als ik in slaap viel, droomde ik dat ik thuiskwam en dat ik bij het inrijden van de straat zag dat de voordeur op een kier stond. Alles overhoop gehaald.’ Het hart van deze man was bij zijn schat en het was ‘zorg-gestuurd’.
Wees niet bezorgd, kleine kudde, zegt Jezus, want God heeft u zijn koninkrijk geschonken.
‘Het klinkt misschien gek’, een jonge vrouw keek terug op haar mislukte relatie. ‘Het klinkt gek maar ik hield teveel van hem. Daarom is het mis gegaan. Ik kon me niet voorstellen dat ik voor hem de moeite waard was. Een schat was het! Maar ik was vierentwintig uur per dag bang dan andere vrouwen zijn aandacht zouden stelen. Ik ging hem steeds meer controleren. Ik belde hem onverwacht op. Hoe meer ik controleerde, des te meer begon ik te fantaseren dat er iets was. Ik werd steeds banger om hem te verliezen. We hadden geen leven meer.’

GESCHONKEN SCHAT
Wees niet bevreesd, want het Koninkrijk van God is je geschonken!
Je man is niet je bezit. Je kind is niet je eigendom. Je huis is niet jouw verdienste. Je gezonheid is niet van jouw. Je zou het allemaal moeten zien als geschenken uit de hemel. Je hebt ze niet verdiend. Als je ze verliest is dat geen straf. Toen je het kreeg was het geen beloning. Het is er nu en hier; wees niet bevreesd maar aanvaard het als een geschenk. Probeer te leven in het besef dat alles je vandaag geschonken wordt als een genade. Je hebt niets te verliezen, alleen te winnen.
Een monnik deed de drie geloftes van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid. Hij deed het met déze tekst: ‘Ik wil proberen om te leven met een open hart, met open handen en met een open oor.’ Je zal zijn bij je schat, maar die schat is niet je angstige bezit maar een geschenk van God. Geniet het onbevreesd en zorg ervoor als voor iets dat je geleend is.

SCHAT GRAVEN
Lieve kinderen. ‘Wat wil je met je verjaardag doen?’ Oscar mocht kiezen. Pappa kon een video huren of ze konden spelletjes doen, maar Dirk kon niet tegen verlies dus dat werd altijd ruzie. ‘Weet je wat we doen?’, zei Oscar. ‘We gaan schatgraven.’ ‘Dat is een leuk idee’, riep vader.
Zaterdagmiddag tegen twee uur kwamen de vriendjes en vriendinnetjes. Ze kregen taart en cola. Toen kwam vader binnen. Hij had zich als piraat verkleed met een zwarte lap voor zijn linkeroog. ‘Kijk eens’, zei hij geheimzinnig. ‘Ik heb op zolder een oude kaart gevonden.’ Met zijn vlakke hand rolde hij een perkament uit. De randen waren zwart geblakerd. Je kon zien dat ie oud was. Oscar begon te geloven dat ie echt was. Samen bestudeerden ze de kaart. ‘Volgens mij is dat daar de Brunssummerhei’ riep Dirk. ‘Kom!’ Ze namen een kompas mee en een meetlat. Iedereen kreeg een schep. Na veel zoeken, meten en richten hadden ze de plek gevonden van het grote kruis. De scheppen gingen in de grond en al gauw stootten die op iets hardst. Dat moest de schat zijn! Tien minuten later hadden ze het ijzeren kistje opgegraven en schoongepoetst. Oscar wist het nu zeker. Dit was een echte schat van echte rovers. ‘Er zit geen sleutel op!’, riep hij opgewonden. Maar toen ontdekte hij dat het kistje helemaal niet op slot was. Het ging zomaar open. Nieuwsgierg keken ze erin. Het was leeg! ‘Nogal wiedus’, zei Oscar opgewonden. ‘Wie laat een kistje vol diamenten zomaar staan? Hadden die stomme rovers het maar moeten afsluiten..’ Ze dansten naar de auto toe, het ijzeren kistje als een trofee voor zich uitdragend en verhalen makend over rovers op de vlucht tweehonderd jaar geleden. Oscar vond het niet erg dat het kistje leeg was. Het geheim van een schat is niet hoe duur die is, maar dat ie overal kan liggen, ook in je eigen tuin.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag69
gister223
deze maand1429
totaal826075