De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIERDE ZONDAG VAN PASEN 2001
© Ad Blijlevens, Heerlen 2001

GELOOF EN ONGELOOF

'Het was winter', schrijft Johannes in dit evangelie. Natuurlijk bedoelt hij daarmee niet alleen dat het buiten zo koud was. Alles was kil en guur, binnen en buiten. In die kilte hadden de Judeeers Hem gevraagd: 'Hoe lang houd je ons nog in spanning? Als jij de Messias bent, zeg ons dat dan duidelijk en zonder omwegen'. In de oorspronkelijke tekst klinkt de vraag nog dreigender. Ze hadden gevraagd: 'Hoe lang blijf je ons nog ons leven onthouden?'
Als antwoord op die vraag komt Jezus met het verhaal over zichzelf als de herder en over de schapen die wel of niet naar Hem luisteren. Hij geeft op hun vraag geen direct antwoord. Hij maakt zich als Messias alleen maar bekend aan enkele vrienden; en die mochten het van Hem niet verder vertellen. Er is veel geschreven over dat geheimhouden van dat messiaanse geheim. Daarvoor worden dan allerlei redenen gegeven Misschien komen wij erachter wat hier aan de hand is, als wij ons indenken in Jezus' omstandigheden Die omstandigheden komen ook nu nog voor!

Op die kille morgen wordt Jezus geconfronteerd met een groep mensen die een heel duidelijk idee hebben over wat de Messias voor hen zal doen. Hij zal hun redder zijn, hen verlosser hun ellende. Dat is inderdaad Jezus' bedoeling, maar niet op de exclusieve manier die hun voor ogen staat. Hij is niet alleen gekomen als hün Messias, maar als de Messias van iederéén, Zoals wij hoorden in de eerste lezing: 'Ik, Johannes, zag een geweldige menigte, die niemand kon tellen, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam, gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand'.

Als Jezus tegen die groep Judeeërs zou zeggen dat Hij de Messias is die zij verwachten, zouden zij Hem verkeerd begrijpen. Inderdaad is Hij hun redder, maar Hij is niet tegen alle anderen. En om dat laatste gaat het er Hem juist om. Hij is gekomen om die verschillen te doorbreken. Daarom beschrijft Hij zich als een herder. Een herder brengt zijn kudde bij elkaar, en Hij houdt ze ook bij elkaar. Hij is gekomen om de mensheid bij elkaar te brengen Hij kan zich niet bekennen tot één groep zonder aan alle anderen onrecht te doen. Daarom geeft Jezus geen direct antwoord op de vraag van die Judeeers
Dat kunnen wij best begrijpen. Want toen Jezus zich in Nazaret voorstelde, had men Hem enthousiast toegejuicht, toen Hij zei:"Ik ben gekomen om gevangenen te verlossen, blinden te genezen en het 'jaar van de Heer' af te kondigen" Maar toen Hij hun liet weten dat dit voor iederéén gold, hadden ze het meteen laten afweten. Aan zo'n Messias hadden ze geen behoefte. Ze hadden Hem zelfs bedreigd met de dood. Dus beantwoordt Jezus de vraag van de Judee~rs met het verhaal over Hem als herder.

Misschien is het een wat naïeve en kinderlijke vraag. Maar als Jezus, de Messias, hier op aarde zou terugkomen, waarheen en naar wie zou Hij dan gaan? Zou zijn antwoord op de vraag of Hij de Messias is, niet opnieuw dat verhaal zijn dat Hij een herder is? Of, zoals Johannes het in de eerste lezing van vandaag zegt, een lam dat ons mensen allemaal wil weiden en naar de waterbronnen leiden van het leven? Jezus Christus is herder voor heel de mensheid, en niet voor een uitverkoren élite! Moge dit ons bemoedigen én ons inspireren tot respect en zorg voor iedereen.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag215
gister382
deze maand1352
totaal825998