De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DERDE ZONDAG DOOR HET JAAR 2001
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2001

WAAR WACHT GOD OP?

WACHTEN OP DE ANDEREN
Op de Kennedylaan werd ik aangehouden door de politie. Het was tienuur 's avonds. De agent knielde voor het open portier en zei: 'We hebben 58 gemeten, minus 5 marge, dan blijft er nog 53 kilometer over. U weetwat dat betekent?'; 'Tja', zei ik, 'ik vind dat ik een beloning heb verdiend.' De agent was goed gemutst. 'Hebt u dat bord dan niet gezien? Het staat er duidelijk. Vijftig. Hij keek in mijn rijbewijs en feliciteerde mijmet mijn verjaardag de volgende dag. Aardige man. Hij had gelijk. Je denktaltijd dat dat bord er voor iedereen is behalve voorjou. Je denkt altijd dat iedereen wordt aangehouden behalve jij; dat iedereenonverantwoord rijdt behalve jij. Onze maatschappij zit zo boordevol algemene oproepenen bepalingen dat wij ons daartegen wapenen met een zekere onverschilligheid. Wij laten ons niet gauw aanspreken. Zuiniger met energie? Meer beweging?Eenfiets dwars over de stoep? Een ouder die zijn kind mept op straat? Opgeschotenjongeren die iemand treiteren in de trein? We zijn geneigd ons niet aangesproken te voelen. We gedragen ons het liefst als anonieme burgers.
Op het perron in Weert stapten eens honderden passagiers in de vertraagde intercity naar Maastricht. Zij waren daar gestrand na een wisselstoring bij Eindhoven. Het regende hevig. Even later riep de conducteur om dat er teveel mensen in de trein waren. We konden pas verder als er eerst tweehonderd reizigers zouden uitstappen. De passagiers keken elkaar vorsend aan. Deander moet zich maar aangesproken voelen. Zo beschermen we onszelf. 'Kankerwas iets voor de buurvrouw', hoorde ik iemand zeggen. 'En nou ben ik de buurvrouw...!' Die illusie maakt de wereld leefbaar.

ZELF BEGINNEN
Jezus ging naar de synagoge. Het was sabbat. Hij deed het elke week. Hij discussieerde er met andere joodse mannen. De vrouwen maakten thuis het sabbatsmaal gereed. Jezus zoekt in het heilig boek. Iets actueels inbezettingstijd. Iets over een bevrijder, over een begenadigd mens, een gezant van God; en hoe die te herkennen is aan vrijheid die hij geeft aan mensen die geknecht zijn; aangenezing voor blinden en verlamden. En ineens voelt Jezus zich zelf aangesproken door dit woord. Ineens is hijniet een wachtende, maar de geroepene. De mens die handelt namens God.De mens op naar wie we uitzien... die ben ik! Die zijn wij. Wij kunnen hier en nu beginnen aan dat Rijk. Het hele commentaarvan Jezus beperkt zich hiertoe: laten we niet langer met ingewikkelde theorieën om de visioenen heen draaien. We worden zelf hier en nu geroepen. 'Dit schriftwoorddat u gehoord hebt, is thans in vervulling gegaan!'
Naar mijn gevoel is dit de kern van Jezus' boodschap. In elke mens leeft een concept van een ideale wereld. Bij gelovigen en niet-gelovigen. Iedereen heeft een notie van hoe het zou moeten zijn. Maar niet iedereen kan geloven dat die idealen werkelijkheid worden. Ook in Jezus' dagen waren veel verbitterde mensen. Velen dachten dat de ideale wereld er alleen kan komen als God hem met geweld vestigt. Over het hoe en wanneer werd veel gediscussieerd op de sabbat in de synagoge! Terwijl de gelovigen wachtten op gerechtigheid zei Jezus: laten we er nu mee beginnen. Gods rijk is binnenhandbereik.
Gods Rijk begint waar een nachtzuster zich na afloop van haar dienst geroepen voelt om nog even te kijken naar die lieve meneer die het zo slecht maakt. Het begint waar iemand belangstellend naar het verhaal van een blinde luistert zodat zij samen het licht delen. Het begint waar mensen brievenschrijven naar gevangenen en ter dood veroordeelden, en dat niet aan anderen overlaten.Het begint waar iemand het opneemt voor een dier in nood. Het begint als ikbesef: ik ben niet één van de miljarden onbeduidende voorbijgangers die spoorloos verdwijnen in de geschiedenis. Nee, ik ben iemand met het licht van het begin in de ogen, geroepen door de liefde.
In de synagoge van Kafarnaüm klinkt bijval. Jezus' benaderingwas ongewoon. Terwijl de menigte zich afvroeg waar God nog op wachtte, riep Jezus: je moet niet wachten, je moet er zelf mee beginnen.

MANDELA
Een moeder had haar zojuist gedoopte kindje op de arm. Ze las een tekstvoor uit de inaugurale rede van Nelson Mandela: 'Onze diepste angst is niet dat we ontoereikend zijn. Onze diepste angst is dat we buiten matekrachtig zijn. Het is ons licht, niet onze duisternis die ons het meestbang maakt. We vragen onszelf af: 'Wie ben ik om briljant, schitterend en legendarisch te zijn?' Zowaar, wie ben je om dat niet te zijn? Jij bent een kindvan God. Jezelf klein maken dient de wereld niet... We zijn geboren om de glorie van God die in ons is tot uitdrukking te brengen. Het is niet slechts in enkelen van ons aanwezig, maar in iedereen. En als we ons eigen licht laten schitteren, geven we onbewust toestemming aan andere mensen om net zo te zijn.

[NOOT: Mandela citeert hier Marianne Wiliamson ('Return to Love') zo las ik naderhand in 'De creatiespiraal' van Martinus Knoope]


DE WIJSHEID VAN LIEKE
lieve kinderen. Tim wist het absoluut zeker. Hij zei het heftig tegen Lieke. 'God bestaat niet echt.' Lieke werd er wat verlegen van. 'Wie heeft dan alles gemaakt?' vroeg ze. Tim was nietvoor één gat te vangen. 'Dat hebben de apen gedaan', zeihij. 'Dat heeft mijn pappa verteld.' Lieke begon te lachen. Niet omdat ze het onzin vond; ze vond het grappig. Tim ging verder. 'Dacht jij datGod alle kinderen ziek liet worden? En dat God oorlog voerde?' Tim had zijn vader horen zeggen. Hoe kan God toekijken als mensen oorlog voeren..., nou ja, dat kon hij eerlijk gezegd wèl een beetje begrijpen, want hij speelde graag soldaatje. Maar die zieke kinderen, dat was toch eenpunt. 'Wat doet God als kinderen ziekworden?' Lieke moest erover nadenken. Ze was een half jaar geleden ziekgeweest. Ze had zelfs vijf dagen in het ziekenhuis gelegen. 'Dan huiltGod', zei ze plotseling met zekerheid. Het was alsof ze het zelf had gevoeld. Tim was even in verwarring. 'Dus hij helpt de zieken niet?' 'Dat doet de dokter. Die moet dat van God.' VoorLieke was de wereld best in orde, als je er zelf wat aan wilde doen.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag27
gister223
deze maand1387
totaal826033