De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

JAARWISSELING 2001
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2000

DE JAREN TELLEN!

FEEST VERZETTEN
‘Ik vier mijn verjaardag komende vrijdag!’ zei een vrouw met grote stelligheid. ‘Woensdag kan ik niet. Mijn man komt pas tegen negen uur uit Den Bosch. Jorg is tot zeven uur op zwemmen en mijn moeder heeft geen chauffeur, want pappa moet op woensdag biljarten en dat is heilig.’ Vrijdag dus. Ik kan het begrijpen. Maar ik ben het er niet mee eens. Woensdag was het 40 jaar geleden dat ze geboren werd. Daar wil je bij stilstaan. Het gaat niet om feest en cadeaus; het gaat om je geboorte; dat je daar samen met anderen dankbaar voor bent. Daar buig je voor. Daar gaat het biljarten maar voor opzij. Dan maar niet naar Den Bosch. Als hij griep had was hij ook niet gegaan.
Het is heel gewoon geworden om feestjes te verplaatsen maar het doet er afbreuk aan. Hadden we nieuwjaar ook wel op zondag kunnen vieren.

JUISTE PAAS-DATUM
De gelovigen van de eerste eeuwen waren heel erg in de weer om de precieze datum te achterhalen van de Paasdag waarop Jezus was gestorven en bij God was thuisgekomen. Die datum was heilig. Om zelf deel te krijgen aan dat paasmysterie moesten de gelovigen de juiste dag weten. Daarover is op concilies gevochten. Er was namelijk een probleem. De kalender werd bestuurd door de ‘twee grote lichten aan het hemelgewelf’: vrouwe maan, met haar dertig daagse cyclus symbool van vruchtbaarheid en de zon die de seizoenen van zaaien en oogsten bepaalt. De joden vierden Pasen bij de eerste volle maan, dat was dus de veertiende van de lentemaand. Helaas is een jaar met zijn ruim 365 dagen niet deelbaar door 30. Je houdt dagen over. Daarom werden er telkens in negentien jaar zeven extra maanden toegevoegd. Zo kwamen de twee kalenders weer in de pas.

CHRISTELIJKE JAARTELLING
In de zesde eeuw droeg de paus zijn chroniceur, de monnik Dionysius op om precies uit te rekenen wanneer het Jezus’ laatste pasen was geweest. De monnik berekende eerst het geboortejaar en stelde dat op 748 na de stichting van Rome. Geleidelijk vond deze christelijke telling ingang. Men vond de geboorte van Christus het belangrijkste moment in de geschiedenis.

ASTRONOMISCH JAAR NUL
Het was logisch dat Dionysius begon te tellen bij één. En voor het jaar één kwam het jaar min één. Het getal nul bestond niet. Dat was voor latere sterrenkundigen lastig. Het betekende dat tussen het jaar min 2 en plus twee maar drie jaar verstreken waren. Daarom voerden zij een sterrenkundig jaar 0 in, dat overeen kwam met het geschiedkundig jaar min een! Sindsdien is het een strijdvraag wanneer een eeuw begint. Je zou zeggen: de eerste eeuw liep van 1 tot en met 100, dus de twintigste van 1901 tot en met 2000 en gaan we bijgevolg deze jaarwisseling het nieuwe Millennium in. Anderzijds bepaalde paus Leo XIII de vorige keer dat de twintigste eeuw begon in het jaar 1900. Maar pausen hebben veel gezag verloren. Voor veel mensen is de jaartelling zonder betekenis. Christus vertegenwoordigt voor hen geen waarde. Ongetwijfeld zal er op aarde steeds meer behoefte groeien aan een nieuwe telling die alle culturen kunnen delen. De Hindoes die de tijd als een eeuwige herhaling van 4 terugkerende periodes zien van rond de miljoen jaar. De mohammedanen die tellen vanaf Mohammed en dus korter bezig zijn. Joden die tellen vanaf de datum die volgens de Thora het begin van de schepping was; ze zijn dus enkele duizenden jaren verder. En de Byzantijnen die nog vroeger uitkomen.

IK VOOR EN NA MIJZELF
Het tellen van de jaren drukt uit dat een mens beseft dat hij een onderdeel is van een gigantische geschiedenis. De zin van mijn leven is niet alleen gelegen in wat ik tot stand breng of in wat ik verknoei. Ik tel niet alleen mijn levensjaren, maar mijn geboorte en sterven liggen gevat in een telling die allen omvat. Ik ben een onderdeel van een cultuur, van een mensheid, van een evolutie. Ik kan de horizon niet zien. Ik kan mijn herkomst niet vervolgen tot aan het begin en zeker niet tot aan het eind. Ik moet beelden gebruiken om de vraag te beantwoorden: waar kom ik vandaan en waar ga ik naar toe?
Jezus’ antwoord op die vraag luidt: dat is het Rijk van God. Dat is de herschepping van de wereld. In de blik van de ander die vraagt om erkenning of die schreeuwt om recht, daar is het beeld te ontwaren van je eigen oorsprong. De liefde van jou, van je voorouders en nakomelingen, van iedereen op aarde, is bezig een kleed te weven van een nieuw Jeruzalem. Nu zie je al fragmenten ervan blinken hier en daar. Er zijn mensen die heel kort hebben bestaan en die heel oud geworden zijn, maar hun zin ligt in het wonder dat de liefde van hen allemaal samen tot stand brengt. De zin ligt in dat proces dat lang voor onze geboorte is begonnen en dat lang na onze dood voortgaat, een proces van vallen en opstaan, van groeistuipen en stagnaties. Zo staat het geschreven in het hart van het christendom, en in het hart van alle mensen. Ik wens ons een zalig 2001.

ALLEMAAL IN DE CAROUSSEL
Lieve kinderen. We zijn allemaal een keer per jaar jarig. Iedereen op een andere dag. Dan houden we een partijtje met taart, snoep, cadeaus, zingen en tenslotte huilen. Maar niet alleen mensen vieren hun verjaardag. Minet is de poes van Erica en die is op 3 mei jarig. Zo is er ook een verjaardagsfeestje voor de wereldbol. Nou weten we niet precies op welke dag de wereldbol is ontstaan. Waarschijnlijk heeft het een heleboel jaar geduurd voordat het ergens op leek. Maar we doen maar alsof dat op één januari is. De wereldbol draait om de zon heen. Het lijkt wel een grote carrousel. Kleine kinderen zitten zo graag op een carrousel omdat het een beetje spannend is. Je zit in een brandweerwagentje met vier stuurtjes en een mitrailleurtje, en om je heen draait de wereld rond met allemaal vreemde gezichten. Maar ergens in dat rondjes staan pappa en mamma. Die moet je ontdekken en dan maar zwaaien. In een ritje met de carrousel kun je wel twaalf keer naar mama zwaaien en ze zwaait terug. Dat doe je anders toch nooit! Zo is het met de wereldbol. Die draait maar rondjes, maar telkens voorbij Kerstmis, dan zwaaien we met zijn allen even naar God. ‘Hallo! Ben je daar nog? Zie je ons hier op aarde? Ben je trots op ons?’ Dat is nieuwjaar.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag107
gister352
deze maand1819
totaal826465