De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZEVENENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR
© Ad Blijlevens, Heerlen 1996

HUWELIJK VERBOND VAN LIEFDE

Het is soms best moeilijk om het lang met elkaar vol te houden. Maar je ziet aan de kinderen - hoe groot ze nu ook zijn -, dat ze toch steeds met hun verhalen bij ons terugkomen, omdat wij voor hen een vast punt zijn. En voor onszelf geeft het rust dat wij op elkaar kunnen rekenen; dat je je leven met elkaar áf zult maken. Dat geeft ook ruimte om ruzie te maken zonder dat dat meteen rampzalige gevolgen heeft'. --- Dat was een uiting van iemand met ervaring. Je hoort dat tegenwoordig niet zo dikwijls: dat het goed is, met iemand een levenslang verbond aan te gaan.

Huwelijken en andere relaties hebben, zo lijkt het, bij menigeen iets van voorlopigheid gekregen. En menigeen is wat verlegen geworden met het zesde gebod: 'U zult geen echtbreuk plegen', of, zoals het Marcusevangelie met een wat positievere klank zegt: man en vrouw zijn één geworden.
Misschien is die indruk maar schijn: dat mensen tegenwoordig met meer voorlopigheid met elkaar omgaan. Zeker, je hoort vaak over echtscheiding. Maar je hoort ook over het daarbij horende verdriet: dat het niet gelukt is elkaar vast te houden. En als je nu en dan jonge mensen mag spreken die elkaar iets definitiefs willen toezeggen, raak je onder de indruk van de overwegingen die zij daarbij hebben. Soms lijkt het zelfs alsof zij opnieuw het wiel aan het uitvinden zijn.
Lagen vroeger de vormen voor het huwelijk vast, en kon je a.h.w. daar zo instappen, nu wordt álles afgewogen. Zoals: Gaan we naar de notaris of naar het gemeente huis, of helemaal niet; willen we ook gelovig iets vieren, trouwen we in de kerk, of geven we die godsdienstige dimensie ergens ánders een plaats? --- Het valt me daarbij nogal eens op dat oude woorden en oude gebruiken als zodanig niet meer werken, geen weerklank meer lijken te hebben.

Maar als je d66rpraat, komt vaak de inhoud van oude woorden en gebruiken toch naar boven. Ze kunnen praten over verwondering en dankbaarheid - dus over genade -, over geborgenheid en vertrouwen bij de ander, z6 dat je a.h.w. de christelijke woorden te binnen schieten van bv. trouw' en 'Ik (God) zal er zijn'. Het gaat dan niet om iets dat van buitenaf is opgelegd, maar om iets dat vanzelfsprekend en van binnenuit moet komen. Of wij het betreuren of niet, - voor nogal wat mensen zijn instellingen van de kerk versteend geraakt en zijn christelijke tradities fossielen geworden; ze léven voor hen niet meer. Ze willen feitelijk opnieuw voelen en beleven wat daar6nder ligt, wat ermee wordt bed6eld. En dat is positief! Dan bespeur ik nogal eens het besef dat iedere mens uniek en onvervangbaar is; dat het een vreugde is van zo iemand te houden. Er zit een duidelijk element van keuze in: voor déze mens, aan wie je voorrang geeft boven anderen en omwille van wie je nalaat wat die verhouding kan stukmaken. Dat geeft rust en ruimte, ook voor een slecht humeur of voor meningsverschillen, omdat je weet dat je t6ch op elkaar aan kunt.

Soms hoor ik in een gesprek met jonge mensen die met elkaar willen gaan trouwen, dat ze over God spreken op een manier die mij doet denken aan de bijbelse benaming 'Ik zal er zijn': Ik zal er altijd voor jou, voor jullie zijn. Ik ga met jou, met jullie mee in goede en in kwade dagen. Als mensen dat met elkáár voorhebben, laten ze daarmee ook zien wie God is: Iemand die voor ons instaat. Als je van iemand houdt, wil je die ander de zekerheid geven dat hij of zij altijd op je kan rekenen. En het doet pijn, als dat, om welke reden dan ook, niet lukt. De kerk dient een niet-lukken te eerbiedigen en in liefde daarmee om te gaan. En ten slotte: iedereen die een verbond van trouw met iemand anders nastreeft, verdient respect, Want waar dit oprecht gebeurt, is God dichtbij: Ik zal er zijn, Ik, God, die Liefde word genoemd.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag158
gister223
deze maand1518
totaal826164