De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
ZEVENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR 2000
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2000

ER IS NOG GENOEG IN DE KEUKEN!

HONGER OF TREK
Er is niet zo veel dat ik me herinner van de middelbare school. Sommige markante uitspraken. Zo hadden wij een biologieleraar die ons altijd corrigeerde als we zeiden dat we honger hadden. “Jullie hebben geen honger”, zei hij dan. “Nooit gehad. Wat jullie hebben is trek...!” De man had de oorlog meegemaakt. Hij wist wat honger was. Dag en nacht dromen van voedsel. Hij herinnerde ons eraan dat we op een bevoorrechte plek van de aarde leefden.
Er is een periode van droogte en honger in Israël. De profeet Elisa had er zelf voor gewaarschuwd. Nu moet hij met zijn leerlingen zien te overleven. Ons worden wonderlijke verhalen doorgegeven vol magie en ontroerende gastvrijheid. Vandaag lezen wij dat Elisa wat broden en gerst krijgt. Het is weinig maar hij verdeelt het onder zijn leerlingen en het blijkt genoeg te zijn.

GAST AAN TAFEL
Ik zie mijn moeder voor me, aan tafel, als er een onverwachte gast was. Ze was als de meeste moeders. Ze verdeelde de soepballetjes pijnlijk nauwkeurig. Iedereen kreeg er drie en als er voor de laatste vier waren dan werd die met de lepel gehalveerd en verder verdeeld. De gehaktballen waren groot en hard. Het vlees was gemengd met brood en een ei. Mijn moeder nam zelf een halve bal en de jongste kreeg de grotere andere helft, nadat hem bezworen was daar niet tegen te protesteren. Op die manier was er een bal voor het bezoek.
Als de kommen zo goed als leeg waren, hooguit een enkele aardappel over, begon mijn moeder voorzichtig te bluffen. “Wie wil er nog wat?” vroeg ze. We wisten dat we beter konden zwijgen. “Toe, neem nog wat.” En tegen het bezoek: “Wilt u nog wat? Er is nog genoeg in de keuken!” Dat was pure bluf. Ja, er was van alles, brood en appels. Maar het beeld van de vleespotten in de keuken moesten mijn moeder de zekerheid geven dat iedereen naar waarheid zei genoeg gehad te hebben;
en toch alle kommen leeg... De overgebleven aardappel werd bewaard voor ‘s avonds bij het knutselen. Als plakmiddel.

MOEDER EN DE HONGERSTAKERS
Elisa is zo’n bezorgde moeder. De leerlingen moeten goed eten. Al het weinige wordt eerlijk verdeeld en is genoeg. Goed eten is een teken van gezondheid en het maakt gezond. De moeder verdeelt het; spaart het zich zelfs uit de mond als het moet.
Ik herinner me uit Heerlen de moeder van de toenmalige deken. Ze logeerde gedurende de wintermaanden bij hem. Ze was een vriendelijke oude boerin, wat gebogen en altijd gekleed in het zwart waardoor haar lieve gezicht des te stralender uitkwam. Ze stond welwillend tegenover de wereld en de jeugd. Ze vond het ook goed dat een groep jongeren in de kerstnacht bij de kerk hun tenten had opgeslagen om te protesteren tegen de oorlog in Vietnam. Maar ze kon er absoluut niet tegen dat de tieners in hongerstaking gingen. Dat kon echt niet. Met een ketel dampende soep liep ze met om de hongerstakers heen en maande hen toch vooral goed te eten.

GODS ZORG
De hongerverhalen van Elisa willen vooral dit zeggen: Heb wat vertrouwen in God. Laat je overlevingsgevecht Gods zorg zijn en maak het Rijk van God tot jouw zorg, gerechtigheid en vrede.
De stem van Elisa moge doordringen tot in onze tijd. Laat je leven niet opgaan in de zorg om je natje en droogje, je auto en je computer, je uitgaan en vakantie. Laat op de agenda van de rijkste landen ter wereld niet alleen het lekker draaien van de welvaart centraal staan. Laat er in ons leven plaats zijn voor de zorgen van God, voor wat er diep in ons hart aan hunkering leeft: een veilig bestaan voor elk mens, voedsel en liefde voor ieder kind, een wereld die van mededogen is doordrenkt en waar haat en dood geen spelbedervers zijn. Daarheen moet je eerste zorg uitgaan.
Van een Russische filosoof heb ik een definitie onthouden van wat stof is en wat geest. “Brood, dat is stoffelijk”, zegt hij. “Maar brood voor een ander, dat is geestelijk.” Laat je zorg niet uitgaan naar je eigen belegde boterham; vraag liever hoe je hem kunt delen en zo een teken kunt stellen van Gods koninkrijk.
Het is goed dat we de verhalen over de hongersnood bewaren en doorvertellen aan onze kinderen. Ze kennen immers geen honger meer. Hooguit trek. De verhalen mogen het beeld sterk maken van de moeder die eerlijk alles onder haar kinderen deelt. Ze mogen ons dankbaar stemmen vanwege ons dagelijks brood. Een dankbaarheid die ons behoedt voor onverschilligheid.

LEON EN DE APEN
Lieve kinderen. Deze vakantie ben ik in de Apenheul geweest. Het is een groot bos waar allemaal apen rondrennen. Apen en kinderen. Allemaal door elkaar. Je kijkt er je ogen uit. De apen lopen, net als de kinderen, vrij rond en zo hoort het ook. Ze lijken op elkaar. Soms springt er een boven op je en begint je zakken te doorzoeken. Er staan grote borden in het park. Ze zeggen dat je de apen geen eten mag geven. Mensen-eten is niet goed voor apen. Voor ons ook niet, maar wij zijn wel wat gewend. In het park liep de kleine Leon. Ik kende hem niet, maar zijn moeder riep steeds: "Niet doen Leon!” De kleine Leon danste van blijdschap voor me uit. Hij genoot van de brutale apen. Hij wilde vriendschap met ze sluiten en mee de bomen in. Daarom wilde hij graag iets geven aan de aapjes. Hij zeurde zijn moeder om een broodje. Maar zijn moeder had de borden gelezen. Toen ging Leon op zijn hurken zitten, trok uit de wei een pluk gras en bood die met strekte arm aan. Een klein baby-aapje kwam er nieuwsgierig op af. Het gras interesseerde hem niet, maar met een razendsnel gebaar griste hij een knuffeltje uit de zak van Leon. Krijsend sprong hij met de beer naar zijn apenmoeder. Leon was van schrik heel even stil. Toen begon hij te jammeren en te huilen en rende ook naar zijn moeder. “Stoute aap” riep hij tussen de snikken door.
Leon is een goeie jongen. Hij wilde delen en hij wilde vriendschap. Het aapje wilde alleen maar pakken wat ie krijgen kon. Er is dus toch een groot verschil tussen de apen en sommige mensen. Sommige mensen denken aan de anderen. Zij verdelen hun brood.

  MENU


   
BEZOEK
vandaag233
gister223
deze maand1593
totaal826239