De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIJFDE ZONDAG VAN PASEN
© Harrie Brouwers, Voerendaal 2000

LIEFDELOZE LEUZE

DE OUDE PASTOOR UIT HET BIM-BAM-HUIS
Kinderen zijn een onuitputtelijke bron van wijsheid. Een oma vertelde trots over haar drie-jarige Arjan. De kerstviering had indruk gemaakt omdat hij er een kerstkransje hadden gekregen. Sindsdien wilde Arjan steeds naar de kerk gaan. Hij kende het woord “kerk” niet. Hij had er een eigen woord voor gemaakt. Hij sprak over “het bim-bam-huis”. Welkom in het bimbamhuis!
Een collega-pastoor had me gevraagd om in zijn parochie een avond te organiseren voor de ouders van de communicantjes. Hij vond dat ik dat goed deed. Zelf was hij gepensioneerd en gehandicapt. Hij opende de avond en stelde de jonge ouders voor te beginnen met gebed. Hij haalde zijn rozenkrans te voorschijn en begon een tientje voor te bidden. Gelukkig kende een aantal moeders de antwoordtekst van het weesgegroet. Vervolgens introduceerde hij mij met vleiende woorden. Ik vertelde hoe in kinderen het idee ‘God’ ontstaat, hoe dat groeit of juist niet groeit. Hoe kinderen van acht jaar God zien als een sinterklaasachtige vader boven de wolken en hoe dat beeld na negen jaar wat geestelijker moet worden. Het was een genoeglijke avond want ook de ouders hadden kostelijke citaten uit de mond van hun kind. Er kwam koffie en rond kwart voor tien sloot ik de avond af. Toen kwam de oude pastoor weer te voorschijn. Hij haalde een envelopje te voorschijn voor mij en vroeg: “Mag ik nog iets zeggen? Tja, ouders, jullie hebben kinderen... Dat is toch prachtig.” Er rolde een paar tranen uit zijn ogen. Hij kon zijn emoties niet meer verbergen. “Ik heb geen kinderen. Jullie moeten goed weten hoe bijzonder dat is dat jullie kinderen hebben. Maar..., weten jullie wat je meer moet doen met je kinderen...?” Hij wachtte een poos. Hij liet ons raden. Iedereen meende te weten hoe hij verder zou gaan. De pastoor zou wel vinden dat ze meer moesten bidden of de kerk moesten bezoeken. “Weten jullie wat je meer moet doen met je kinderen? Jullie moeten meer spelen...! Ik weet wel dat jullie het druk hebben. Maar je moet meer spelen met je kinderen.” De pastoor snikte nog steeds en zijn woorden maakten diepe indruk omdat ze zo belangeloos waren. Toen liet hij zich verder meeslepen in zijn betoog en vervolgde: “En weten jullie wàt je meer moet spelen met je kinderen? Jullie moeten meer Mens-erger-je-niet doen.” En zo eindigde de avond met een bevrijdende lach. Mens-erger-je-niet leerde de kinderen hun verlies te verwerken vond de pastoor.

DE YUP OP HET PERRON IN WOERDEN
Deze ontroerende ouderavond komt in mij op als ik bij Johannes lees: “Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met daden die waarachtig zijn.” Johannes is een oude ge-emotioneerde pastoor. Hij spreekt zijn gehoor ineens aan met de titel: Kinderen! “Je moet niet liefhebben met leuzen, maar met daden die waarachtig zijn. Jullie moeten meer spelen met je kinderen!”
Ik stond op het perron in Arnhem. Naast me liep een veerkrachtige man in een strak pak en een zwart koffertje zenuwachtig te ijsberen. Ineens haalde hij een telefoontje te voorschijn, toetste driftig een nummer en begon keihard in zijn microfoon te praten. “Hallo schatje, het spijt me dat het wat later wordt. Ja weet je, ik sta hier op het station in Woerden....” Een stuk of twintig passagiers konden het gesprek volgen. Ik zag hoe iedereen verschrikt het naambord zocht. Het was toch Arnhem of niet...! Witte letters tegen een blauwe achtergrond bevestigde dat. Gelukkig. “Ja, schat, ik ben in de verkeerde trein gestapt en nou duurt het even...” We keken elkaar aan en toen wat verder, of er geen verborgen camera in de buurt stond. De ongegeneerdheid waarmee de man zijn vrouw - of zijn liefje - bedroog beschaamde ons allemaal.

HET GEWETEN VAN DE GOEDEN KNAAGT
Laat je liefde geen leuze zijn maar een gedrag! Johannes vervolgt zijn brief met een volgende wereld-zin: “Daardoor zullen we weten dat wij voor God kunnen staan met een gerust hart, ook als het ons veroordeelt, want God is groter dan ons hart en Hij weet alles.
Er is maar één manier om te weten of je ècht bent: door je grote en kleine gebaren van liefde. Als die er zijn, hoef je je niet ongerust te maken. Zelfs niet als je geweten knaagt. Het zijn juist de goede mensen die een knagend geweten hebben. Alleen de goeden piekeren: ‘heb ik genoeg gedaan?’ Laat je niet ongerust maken door je eigen goedheid, want Gods goedheid is groter en Hij weet alles.
Dat laatste: “God weet alles” is geen dreigement. Integendeel. God weet dat je ook je moeilijke periodes hebt gehad. Hij kent de grenzen van je kracht, de geheime angst die je denken stuurt, de teleurstellingen die je te verwerken kreeg in je leven, nog voordat je er zelf enig benul van had. Pieker dus niet teveel. Als je liefde niet enkel een leuze is, maar uit daden bestaat, heb je goddelijk leven in je.

OVER TOFFE PEREN
Lieve kinderen, “Als jij fruit was, wat zou je dan zijn...?” Ik vroeg het in de klas. “Ik zou een peer zijn”, zei Frederik, “want ik zit graag in een hoge boom!” “En ik een kers, of nee, twee kersen, want die vind ik lekker...” Stel je eens voor, zei Jezus, dat je druif was. Niet een druif bij de groenteboer, want dan word je verkocht en opgegeten, maar een druif aan de plant, aan de druivenstok. Je zuigt dan je water uit een lange stengel, samen met alle andere lieve trosjes. En al die stengels komen samen in een stam. die stam gaat in de grond met lange wortels. Soms wel tien meter diep. Daar zuigt de wortel water uit de grond en zo kunnen de trosjes drinken en groeien en zoet worden van de zon. Dus het ergste wat een trosje kan gebeuren, is dat iemand met een schaar komt <pastoor haalt heggenschaar te voorschijn> en “knip” de stengel doorsnijdt, want dan groei je niet meer. Nou, -zegt Jezus-, Ik ben die wortel. Jij een trosje. Dus zorg dat je bij mij blijft.
Jezus is onze wortel. Als we zijn verhalen blijven lezen en vertellen, als we lief met elkaar spelen, Mens-erger-je-niet bijvoorbeeld, en af en toe in het bimbamhuis komen bidden, dan kunnen we groeien en lieve mensen worden.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag275
gister223
deze maand1635
totaal826281