De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

KERSTMIS
© Harrie Brouwers, Voerendaal 1999

GODS MENSWORDING IS WERKELIJK EEN FEESTJE WAARD

WAAR ZIJN WE VANDAAN?
Lieve mensen. Waarom is Kerstmis zo populair? Dit had een avond kunnen zijn als alle andere: bij een kop koffie met de voeten op tafel, ons een beetje ergeren aan het onbenul op de tv, die overigens aan blijft staan; een korte woordenwisseling over wie de hond uit laat... Maar we doen het anders vanavond. We zijn naar de kerk gekomen. Misschien is er toch meer. Misschien ligt onder de dagelijkse stress een diepere bedoeling. Dat hoop je toch!
Het verhaal van vanavond is oud; het wordt al 2000 jaar herhaald. Maria en Jozef liepen in vier dagen 120 kilometer. Ze stonden nergens in een file. De brandstof voor de ezel groeide gratis langs de wegrand. Ze leefden in een wereld zonder Big Brother, air miles, Roda en vervuiling. Toch herkennen we dingen. Bijvoorbeeld de onroerendgoed belasting die Jozef in Bethlehem ging betalen en vooral: de geboorte van een kind. Het was voor de ouders alsof de hemel op een kier ging. In de blik van hun kind brak een groet door uit een tedere eeuwigheid. Jezus’ geboorteverhaal zijn we gaan waarderen als het geheim van onze eigen herkomst. Waar zijn we dan vandaan? Wat is de bedoeling van ons?

EEN DEEL VAN DE KETEN

Na de hoogmis liepen de koster en een kerkganger naar buiten. Plotseling zette het orgel in. De man bleef staan; hield zijn vinger luisterend achter zijn linkeroor en zei: ‘Dat is Bach!’ De koster keek achterom en antwoordde: ‘Dat is niet Bach, dat is Jo Verheggen!’ Ze hadden gelijk. Je hoorde ongetwijfeld onze organist. Een ingewijde luisteraar zou ook diens leermeester hebben kunnen horen en de klank van de orgelbouwersfamilie uit Heythuizen. We zouden misschien zelfs kunnen horen hoe Bach juist zijn lieve vrouw verloren had. Je hoort nooit zomaar een stuk muziek. Je voelt je misschien ineens weer die kleine jongen die op zondagmiddag stil moest zijn omdat vader slapend in een luie stoel naar klassieke muziek luisterde. Wat je hoort is het voorlopig resultaat van een hele cultuur van ontelbaar veel mensen. Dat geldt ook voor de tekst. Dat geldt voor de verhalen van ons geloof. Dat geldt voor computers en voor de honger in de wereld. Er is niets of daar drukt zich de mensheid zelf in uit. Eigenlijk bestaan jij en ik niet; we vinden onze betekenis in een wij. Er is een geheim dat mij verbindt met alle mensen en met alles om me heen, met het licht van de sterren en de brutale schreeuw van een kraai. En in mijn hart ontdek ik heimwee naar die oorspronkelijke samenhang.

BEWUSTELOZE KENNIS VAN HET GODDELIJKE

Lieke van zes had een broertje gekregen: Bart. De kleuterjuffrouw had verteld dat God overal was en dat je Hem niet kon zien. Dat vond Lieke interessant, maar aarzelend stak ze een vinger op. Ze kende iemand die God had gezien, Bart, “maar nou zul je zien”, zei ze, “tegen de tijd dat ie kan praten weet ie het niet meer...” Lieke voelde dat Bart nog zo verbonden was met het heelal, dat hij een geheime, bewusteloze kennis had van het goddelijke. Maar als hij later een ik geworden is tussen andere ikken, is die oorspronkelijke eenheid verloren. Dan kan hij alleen bij muziek en in de stilte onder de sterren, verlangen naar die heilige bron; of hier in de kerk.

DRUK DRUK DRUK

Ik reed op de autoweg. Ik had me voorgenomen om me keurig aan de snelheid te houden. Achter me zat een auto te duwen. Na een inhaalmanoeuvre sneed hij me scherp, want hij moest de afrit Nuth hebben. Ik toeterde geërgerd en gaf signalen met groot licht, maar ik moest er ook vanaf. Zo reed ik achter hem aan. Onderaan de afrit reed hij rechtsaf. Ik ook. Bij het stoplicht sorteerde hij links voor. Ik moest ook naar de Macro. U voelt het al, we reden naar dezelfde bestemming en de schaamte groeide. Het is alsof je meer mens wordt naarmate je dichter bij je bestemming komt. Je wordt minder blik en minder autonummer als je uit de verkeersstroom komt. Op de parkeerplaats stapte een zachtmoedige parochiaan uit. We groetten elkaar schuchter. “Tjonge”, riep de man, “wat is het verkeer hectisch vandaag de dag.” “Tja”, riep ik meelevend, “druk-druk-druk.”
Onze tijd maakt mensen eenzaam. We zijn enkelingen die zich gauw bedreigd voelen. Tegelijk is er een hunkering naar dat oorspronkelijk gevoel van mensen die bij elkaar hun bestemming vinden, die samen zingen in de winter, die kinderen van één Vader zijn, die een lief cadeautje hebben en genieten van het kaarslicht dat zacht het gezicht van de ander streelt. We hunkeren ernaar om door de ander gezien te zijn en te weten: we zijn elkaars hoeders. We zijn Gods beeld, begonnen als een kwetsbaar kind met geen enkele herinnering dan die aan God die Alles is. Mensen horen bij elkaar. Alles hangt met alles samen. Wij zijn een deel van de keten. Wij hunkeren naar een wereld van vrede en zorg. Onze bestemming is de liefde laten spreken. God horen in een huilend kind.

STEM IN DE NACHT

Zo overkwam het Jozef. Na alle spanningen en pijn was er de rust, toen het kind in zijn armen lag. Jezus zou later een bevrijdend bericht verkondigen uit de eeuwigheid “Heb elkaar lief!” De wereld is niet van jou. Er is geen jij en ik. Er is een “wij-allemaal”. Naast u zit een beeld van God. Dat zegt iets over God. Dat zegt iets over uw naaste. Het zegt iets over uzelf. Het zei iets over Jezus.
“Gisteravond moest ik om half twaalf een collega bellen. Ik bel niet graag zo laat”, vertelde iemand. “Aan de andere kant nam een vrouw op. Verkeerd gedraaid! ‘Sorry voor de laten storing, het spijt me’, zei ik snel. Weet u wat die vrouw zei? ‘Niet erg hoor, u bent de eerste die ik vandaag te spreken krijg. Ik vind het leuk een stem te horen...” De man stond perplex. “Ik ben vergeten haar nummer te vragen, anders zou ik eens wat vaker verkeerd gedraaid. We ontmoeten God in mensen; in een naakte die kleren nodig heeft; in een hongerige die brood vraagt en een eenzame die bezoek verwacht.
Gods menswording is werkelijk een feestje waard!

LICHTJE VAN GOD

Lieve kinderen. Toen Jezus leefde konden de mensen zien hoe God was. We hebben van die Jezus geleerd dat God op heel veel manieren bij de mensen is. God is er als mensen van elkaar houden. Daarom draagt elk mens het licht van God in zich. Jullie ook. Jullie lichtje hoort dus bij de kerststal. God is mens geworden in Jezus. God wil er ook in jullie zijn. Daarom vraag ik jullie om allemaal een lichtje te komen aanmaken bij de kerststal. Dat is jullie liefde die van God komt. Kom maar, dan bidden wij de geloofsbelijdenis.KERSTMIS
GODS MENSWORDING
IS WERKELIJK
EEN FEESTJE WAARD
© Harrie Brouwers, Voerendaal 1999
WAAR ZIJN WE VANDAAN?
Lieve mensen. Waarom is Kerstmis zo populair? Dit had een avond kunnen zijn als alle andere: bij een kop koffie met de voeten op tafel, ons een beetje ergeren aan het onbenul op de tv, die overigens aan blijft staan; een korte woordenwisseling over wie de hond uit laat... Maar we doen het anders vanavond. We zijn naar de kerk gekomen. Misschien is er toch meer. Misschien ligt onder de dagelijkse stress een diepere bedoeling. Dat hoop je toch!
Het verhaal van vanavond is oud; het wordt al 2000 jaar herhaald. Maria en Jozef liepen in vier dagen 120 kilometer. Ze stonden nergens in een file. De brandstof voor de ezel groeide gratis langs de wegrand. Ze leefden in een wereld zonder Big Brother, air miles, Roda en vervuiling. Toch herkennen we dingen. Bijvoorbeeld de onroerendgoed belasting die Jozef in Bethlehem ging betalen en vooral: de geboorte van een kind. Het was voor de ouders alsof de hemel op een kier ging. In de blik van hun kind brak een groet door uit een tedere eeuwigheid. Jezus’ geboorteverhaal zijn we gaan waarderen als het geheim van onze eigen herkomst. Waar zijn we dan vandaan? Wat is de bedoeling van ons?

EEN DEEL VAN DE KETEN
Na de hoogmis liepen de koster en een kerkganger naar buiten. Plotseling zette het orgel in. De man bleef staan; hield zijn vinger luisterend achter zijn linkeroor en zei: ‘Dat is Bach!’ De koster keek achterom en antwoordde: ‘Dat is niet Bach, dat is Jo Verheggen!’ Ze hadden gelijk. Je hoorde ongetwijfeld onze organist. Een ingewijde luisteraar zou ook diens leermeester hebben kunnen horen en de klank van de orgelbouwersfamilie uit Heythuizen. We zouden misschien zelfs kunnen horen hoe Bach juist zijn lieve vrouw verloren had. Je hoort nooit zomaar een stuk muziek. Je voelt je misschien ineens weer die kleine jongen die op zondagmiddag stil moest zijn omdat vader slapend in een luie stoel naar klassieke muziek luisterde. Wat je hoort is het voorlopig resultaat van een hele cultuur van ontelbaar veel mensen. Dat geldt ook voor de tekst. Dat geldt voor de verhalen van ons geloof. Dat geldt voor computers en voor de honger in de wereld. Er is niets of daar drukt zich de mensheid zelf in uit. Eigenlijk bestaan jij en ik niet; we vinden onze betekenis in een wij. Er is een geheim dat mij verbindt met alle mensen en met alles om me heen, met het licht van de sterren en de brutale schreeuw van een kraai. En in mijn hart ontdek ik heimwee naar die oorspronkelijke samenhang.

BEWUSTELOZE KENNIS VAN HET GODDELIJKE
Lieke van zes had een broertje gekregen: Bart. De kleuterjuffrouw had verteld dat God overal was en dat je Hem niet kon zien. Dat vond Lieke interessant, maar aarzelend stak ze een vinger op. Ze kende iemand die God had gezien, Bart, “maar nou zul je zien”, zei ze, “tegen de tijd dat ie kan praten weet ie het niet meer...” Lieke voelde dat Bart nog zo verbonden was met het heelal, dat hij een geheime, bewusteloze kennis had van het goddelijke. Maar als hij later een ik geworden is tussen andere ikken, is die oorspronkelijke eenheid verloren. Dan kan hij alleen bij muziek en in de stilte onder de sterren, verlangen naar die heilige bron; of hier in de kerk.

DRUK DRUK DRUK
Ik reed op de autoweg. Ik had me voorgenomen om me keurig aan de snelheid te houden. Achter me zat een auto te duwen. Na een inhaalmanoeuvre sneed hij me scherp, want hij moest de afrit Nuth hebben. Ik toeterde geërgerd en gaf signalen met groot licht, maar ik moest er ook vanaf. Zo reed ik achter hem aan. Onderaan de afrit reed hij rechtsaf. Ik ook. Bij het stoplicht sorteerde hij links voor. Ik moest ook naar de Macro. U voelt het al, we reden naar dezelfde bestemming en de schaamte groeide. Het is alsof je meer mens wordt naarmate je dichter bij je bestemming komt. Je wordt minder blik en minder autonummer als je uit de verkeersstroom komt. Op de parkeerplaats stapte een zachtmoedige parochiaan uit. We groetten elkaar schuchter. “Tjonge”, riep de man, “wat is het verkeer hectisch vandaag de dag.” “Tja”, riep ik meelevend, “druk-druk-druk.”
Onze tijd maakt mensen eenzaam. We zijn enkelingen die zich gauw bedreigd voelen. Tegelijk is er een hunkering naar dat oorspronkelijk gevoel van mensen die bij elkaar hun bestemming vinden, die samen zingen in de winter, die kinderen van één Vader zijn, die een lief cadeautje hebben en genieten van het kaarslicht dat zacht het gezicht van de ander streelt. We hunkeren ernaar om door de ander gezien te zijn en te weten: we zijn elkaars hoeders. We zijn Gods beeld, begonnen als een kwetsbaar kind met geen enkele herinnering dan die aan God die Alles is. Mensen horen bij elkaar. Alles hangt met alles samen. Wij zijn een deel van de keten. Wij hunkeren naar een wereld van vrede en zorg. Onze bestemming is de liefde laten spreken. God horen in een huilend kind.

STEM IN DE NACHT
Zo overkwam het Jozef. Na alle spanningen en pijn was er de rust, toen het kind in zijn armen lag. Jezus zou later een bevrijdend bericht verkondigen uit de eeuwigheid “Heb elkaar lief!” De wereld is niet van jou. Er is geen jij en ik. Er is een “wij-allemaal”. Naast u zit een beeld van God. Dat zegt iets over God. Dat zegt iets over uw naaste. Het zegt iets over uzelf. Het zei iets over Jezus.
“Gisteravond moest ik om half twaalf een collega bellen. Ik bel niet graag zo laat”, vertelde iemand. “Aan de andere kant nam een vrouw op. Verkeerd gedraaid! ‘Sorry voor de laten storing, het spijt me’, zei ik snel. Weet u wat die vrouw zei? ‘Niet erg hoor, u bent de eerste die ik vandaag te spreken krijg. Ik vind het leuk een stem te horen...” De man stond perplex. “Ik ben vergeten haar nummer te vragen, anders zou ik eens wat vaker verkeerd gedraaid. We ontmoeten God in mensen; in een naakte die kleren nodig heeft; in een hongerige die brood vraagt en een eenzame die bezoek verwacht.
Gods menswording is werkelijk een feestje waard!

LICHTJE VAN GOD
Lieve kinderen. Toen Jezus leefde konden de mensen zien hoe God was. We hebben van die Jezus geleerd dat God op heel veel manieren bij de mensen is. God is er als mensen van elkaar houden. Daarom draagt elk mens het licht van God in zich. Jullie ook. Jullie lichtje hoort dus bij de kerststal. God is mens geworden in Jezus. God wil er ook in jullie zijn. Daarom vraag ik jullie om allemaal een lichtje te komen aanmaken bij de kerststal. Dat is jullie liefde die van God komt. Kom maar, dan bidden wij de geloofsbelijdenis.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag92
gister193
deze maand4189
totaal823949