De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIJFENTWINTIGSTE ZONDAG DOOR HET JAAR
© A. Blijlevens, Heerlen

SPEL IN DRIE BEDRIJVEN

Er is, denk ik, geen gelijkenis die zoveel weerstand oproept als het verhaal over de arbeiders in de wijngaard dat wij zojuist hoorden. De protesterende werklui kunnen rekenen op de bijval van een breed publiek. De verontwaardiging over de manier waarop de eigenaar hun uitbetaalt, is aanhoudend en hevig. Opzettelijk zelfs maakt Jezus eerst onze verontwaardiging gaande, om ons daarna te kunnen aanspreken op 1 de daarachter liggende beweegredenen. Daartoe ontwerpt Hij een spel in drie bedrijven.

EERSTE BEDRIJF "LOON NAAR WERKEN"
Het eerste bedrijf (vv. 1-7) wordt gevormd door een lange werkdag, die duurt van avonds zes. Het voortdurend bijhouden van de tijd illustreer ‘s morgens zes tot 's avonds zes. Het voortdurend bijhouden van de tijd illustreer de lengte van de moeizame werkdag. Het laat ook het verschil in werktijd tussen de eerst geworven arbeiders en de laatsten sterk in het oog springen. Ook is er in het verhaal veel aandacht voor de afspraken die de eigenaar maakt met de verschil lende arbeiders. De uiterst ongelijke prestaties en de verschillende loonafspraken roepen bij ons trefzeker de verwachting op dat de eigenaar de arbeiders verschillend zal belonen in overeenstemming met de tijd die zij hebben gewerkt. Heel dit eerste bedrijf van het verhaal is erop gericht om het beginsel van 'loon naar werken' op te roepen dat binnen de heersende maatschappelijke orde normaal de verhoudingen bepaalt.

TWEEDE BEDRIJF "UITBETALING
Het tweede bedrijf (vv. 8-10) vertelt over de uitbetaling aan het einde van de dag. Tegen de verwachting in krijgen de arbeiders die maar één uur hebben gewerkt, toch een denarie, eigenlijk een behoorlijk loon voor de hele dag. De anderen krijgen hetzelfde. Met die vreemde uitbetaling raakt de eigenaar een centrale zenuw. Hij doorbreekt de regel van 'loon naar werken' en verstoort daarmee een basisbeginsel van de gevestigde orde.

DERDE BEDRIJF 'DE GOEDHEID VAN DE WERKGEVER
Het derde bedrijf (vv. 11-15) verloopt in een gespannen sfeer. Het is best te begrijpen dat de (arbeiders van het eerste uur protest aantekenen. De eigenaar gaat zich dan met echter verdedigen. Hij zegt: Ik ben de afspraak volledig nagekomen; bovendien heb ik een behoorlijk loon betaald en ben ik vrij om eigen kosten meer te geven dan mensen verdienen. Dan gaat hij in de aanval: 'Of ben je soms kwaad omdat ik goed ben?' Goedheid blijkt de beweegreden voor zijn vreemde, royale gedrag, de zorg dat ook arbeiders die kort gewerkt hebben, genoeg krijgen om rond te komen. Hij is een sociale wetgever, die niet goed is op andermans kosten, maar die er zelf geld voor over heeft om alle arbeiders een behoorlijk bestaan te bieden.

DE WERELD VAN VREDE
Niet het 'zo zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten' vormt de echte uitkomst van het verhaal, maar de uitdagende vraag van de eigenaar. Deze vraag betrekt ons vrijwel rechtstreeks in het spel. Letterlijk staat er: 'Is jouw oog slecht omdat ik goed ben?' Dat woordje 'oog' staat voor visie, voor heel onze kijk op de wereld. De gelijkenis nodigt ons daarom uit om de wereld te bekijken met andere ogen, volgens alternatieve maatstaven. Die laatste vraag roept het visioen op van 'het koninkrijk der hemelen', van een wereld die niet gebouwd is op eigen belang en ongelijkheid, maar waarin mensen met elkaar solidair zijn en waarin iedereen een menswaardig kan leven. Het gaat om het visioen van een wereld in vrede.

 


  MENU


   
BEZOEK
vandaag82
gister193
deze maand4179
totaal823939