De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZEVENTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR
© Harrie Brouwers, Voerendaal

WAAR WIJSHEID BEGINT

"HIJS", "PIEP", "KOES" EN "GROTE BEER"
Je moest vroeger biechten vanaf het moment dat je de "jaren des onderscheids" had bereikt. Kijk eens naar die kinderen van zeven. Kunnen ze al onderscheid maken, denkt u?
Kinderen leren al heel vroeg iets te onderscheiden. Ze beleven daar intens geluk aan. Ik herinner me mijn petekind. Ze kon net een paar woordjes zeggen. Als er een vogel over vloog riep ze opgewonden "piep!" Ze wees met een kromme arm en drie vingers en we moesten allemaal meekijken en blij zijn. Ze vond het geweldig. Toen ik haar een maand later weer zag werd ze nog steeds knalrood van vreugde als ze naar een vogel kon wijzen en "piep" kon roepen. Maar ze wees ook naar de klok aan de muur en riep "piep". Ooit een koekoeksklok gezien. En naar de kerkklokken. Ook hoog in de lucht. Allemaal "piep". En naar kippen en hondjes. Ik vroeg aan mijn broer: "Leert ze er geen woordjes meer bij?" Maar mijn broer trok een wijs gezicht en zei: "Haar abstractievermogen neemt toe..." Trotse vader!
De dochter van mijn vriend had het met koeien. "Koes!" riep ze al op kilometers afstand en ze was blij. Blij met het kunnen onderscheiden van een benoembaar onderdeel in een soep van indrukken. De jaren des onderscheids?
"Hijs", riep Bas toen hij pas drie woordjes kende: mamma, pappa en hijs. Hijs waren alle takelinstallaties aan de horizon. We scheppen er plezier in om te onderscheiden.
Kijk eens met iemand naar de nachtelijke sterrenhemel. Gegarandeerd, als u het zelf niet gedaan hebt zal die ander zeggen: "Daar is de Grote Beer." Verder komen we niet.
Veel moeilijker wordt het als je moet onderscheiden tussen goed en kwaad. Is een reep chocolade goed of kwaad? De dingen hebben alleen in hun context morele betekenis en die context is vaak zo complex dat we er weinig over kunnen zeggen.

OVER DE (ON)GELUKKIGE BOER
Ooit heb ik vrienden en bekenden een vertelling toegezonden voor oudjaarsavond. Ze ging over een boer in de Oekraïne. Op zekere ochtend is hij zijn paard kwijt. Alle dorpelingen beklagen hem. "Die arme man, zijn enige bezit aan de haal." Maar de boer haalt berustend de schouders op. Hij weet niet of dat goed is of kwaad.
Een week later is het paard terug. Hij heeft drie prachtige merries meegebracht. En iedereen in het dorp begint te stuiten: "Wat een geluk is de arme overkomen." Maar de boer trekt berustend de schouders op. Hij weet niet of dit geluk of ongeluk is.
Zijn zoon gaat de wilde merries temmen, valt van de rug van een van hen en raakt aan beide benen verlamd. Nu weten de dorpelingen het zeker. Het is werkelijk kwaad dat de man getroffen heeft. Maar de boer zegt: Ik weet het niet, ik weet slechts dat ik mijn zoon thuis heb in een rolstoel. De boer is wijs, omdat hij beseft dat hij het grotere verband niet kent.

ARMEN ARMER ONDANKS ALLES
Zeker: een arme chocolade geven is goed. Maar het wordt al een stuk moeilijker als het gaat om hulp aan arme landen.
De kloof tussen arm en rijk is gedurende ons leven alleen maar gegroeid, ondanks alle gepraat, ondanks het feit dat wij - ik ben daarvan overtuigd - in meerderheid anders willen. Hoe komt dat? Is er hulp geweest die de kloof alleen maar heeft vergroot? Is er hulp geweest die de oorlogen heeft aangewakkerd? Hebben we zelf te veel willen verdienen en gretig leningen verstrekt en wapens verkocht? Grondstoffenprijzen laag gehouden? Schulden laten oplopen? Rivaliteiten aangewakkerd? Wat is goed en wat is kwaad?
Je hoort het tragische verhaal van een oude vader die geen contact meer heeft met zijn kind. Wie heeft gelijk? Dat kind of de vader...?
Je hoort het verhaal van een jonge vrouw die het niet meer uithoudt in haar huwelijk. Wie heeft het recht aan zijn kant: de man of de vrouw?

WIJSHEID BEGINT BIJ AARZELING
Het schitterende verhaal van koning Salomo leert ons dat wijsheid begint op het moment dat we aarzelen. Wijsheid begint als we het even niet zo zeker weten. Wijsheid begint bij het vermoeden dat er twee of duizend kanten aan elke zaak zitten en dat het ontzettend moeilijk is om te onderscheiden. Het is veel moeilijker dan "Hijs" roepen of "Grote Beer", of "bruine specht".
Salomo mag een wens doen van God. Wij zouden voor negentig procent een goede gezondheid hebben gevraagd. Daar ben ik zeker van. "Als je maar gezond bent", zeggen we elke dag. Wij zouden rijkdom hebben gewenst, want dan kun je nog alle kanten op: armen helpen of je kinderen, een luxe vakantie of een privé-kliniek. Maar Salomo vraagt de gave om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad, tussen tarwe en onkruid, tussen goede en slechte vis. En omdat hij dat vraagt vindt hij verhoring. Sterker nog, omdat hij dat vraagt ís hij al verhoord, want hij beseft dat oordelen over goed en kwaad heel moeilijk is en altijd maar voorlopig.
De Oekraïnsche boer met zijn zoon in de rolstoel overkwam het, dat soldaten van de Tsaar een week later alle gezonde jonge mannen kwamen ronselen voor de oorlog. De gevechten waren hevig en geen een van hen keerde levend naar het dorp terug.

VALLENDE STERREN
Lieve kinderen. Peter en Paul waren twee broers. Ze woonden naast elkaar in een aardig huis. Greet en Annemie waren twee zusjes. Ook zij woonde al jaren naast elkaar. Nu gebeurde het op een mooie zomeravond dat er een schitterende zilveren streep aan de hemel verscheen van een vallende ster. En ze deden alle vier een wens. Peter moest even nadenken en toen zei hij: "Ik wens een groter en mooier huis dan Paul!" Paul moest ook even nadenken en wenste: "Ik wens een prachtiger en groter huis dan Peter!" Een beetje verderop kneep Greet haar ogen dicht en wenstte: "Ik hoop dat de wens van Annemie in vervulling gaat". En Annemie wenst: "Ik hoop dat de wens van Greet in vervulling gaat." Nou, je begrijpt wel, als mensen hetzelfde wensen kunnen de gekste dingen gebeuren. Greet keek om zich heen en zag dat er helemaal niets gebeurde. En Annemie zag ook niets bijzonders. Ze zagen alleen elkaar en ze begonnen te lachen en ze waren gelukkig. Maar Peter zag dat zijn huis ineens een meter aan alle kanten groter werd en begon te glimmen van de verf. En toen werd het huis van Paul twee meter dikker aan alle kanten. Maar het huis van Peter liet dat niet op zich zitten en werd nog groter dan dat van Paul, en zo werden de huizen groter en groter totdat ze in elkaar stortten. Dus lieve kinderen, het is niet zo gemakkelijk als je een wens mag doen. Ik wens jullie daar veel wijsheid bij. Er komen weer veel vallende sterren half augustus en half november.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag93
gister193
deze maand4190
totaal823950