De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZESTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR
© Harrie Brouwers, Voerendaal

DE GROTE EN DE KLEINE BROOS

Een kerkhistoricus (Kees Bak) vertelde laatst een kostelijk verhaal over de grote bisschop Ambrosius. Ambrosius had mijn sympathie en hij heeft dat nog steeds. Pittige uitspraken staan op zijn naam. Bijvoorbeeld deze: -ik citeer uit mijn hoofd- "als ik iets geef aan een arme, dan geef ik niet uit míjn bezit, maar uit zíjn bezit...!" Ook herinner ik me graag dat Ambrosius ooit een boze brief schreef naar zijn collega-bisschop in Rome. Hij verweet hem het sacrament van de voetwassing te hebben afgeschaft, omdat hij zich daar te hoog voor voelde.
Enfin, deze Ambrosius dus loopt in de vierde eeuw als bisschop statig door de straten van Milaan als hij plotseling een vrouw tegenkomt die hem herkent. In zijn wilde jaren voordat Ambrosius bisschop was had hij haar vaak bezocht en vele feesten met haar gevierd. De vrouw zwaait enthousiast en roept: "Hé, Broos, ken je me nog? Ik ben Maria!" Daarop haast de Eminentie zich te zeggen: "Jawel..., maar ik ben Broos niet meer!" De grote Ambrosius probeerde te vergeten hoe de kleine Broos geweest was.

ONKRUID IN EEN VOLKSTUINTJE
Het evangelie vertelt een parabel. Ze gaat over een tuinman en zijn knecht. De knecht constateert dat er onkruid is gezaaid. Dat is een rotstreek van een gehate vijand. Een oude schoolvriend vertelde mij dat hij in Wijk bij Duurstede een volkstuintje had gehad. Hij experimenteerde er met exotische groenten. Op zekere dag ontving hij een aangetekend schrijven. Daarin werd hem meegedeeld dat hij als lid was geroyeerd. Hij zou teveel onkruid ongewied hebben gelaten en daarmee het tuinplezier van zijn buren hebben bedorven. Hij protesteerde, want er was geen onkruid. Zijn buren kenden de exotische planten niet; voor hen bestonden alleen bonenstaken en tomatenplanten. Maar de reglementen waren onverbiddelijk.
In Jezus parabel is er geen slordige of luie buur, maar een kwaadwillende vijand. Jezus zegt daarmee: het kwaad in de wereld is niet door God gewild. Maar het ís er wel. En dan waarschuwt hij: Wees niet te fanatiek met het uitroeien ervan! De knecht stelt voor om het onkruid te wieden. Daar is zijn Heer het niet mee eens. Als je te vroeg het onkruid verwijdert, loop je kans om ook de goede planten uit te rukken. Een mens kan niet uitmaken wat goddelijk of wat des duivels is. Dat is veel te moeilijk. Laat het allebei maar opgroeien.

ZELFS TOLERANT JEGENS STATAN
In deze en andere verhalen toont het christendom zich op zijn allerbest. Het is uiterst tolerant. Zelfs tegenover Satan. Wees voorzichtig met je neiging om uit te roeien. Matig je niet te makkelijk een oordeel aan over anderen. Wees toegeeflijk en wacht eerst even af. Deze voorzichtige en eerbiedige geluiden contrasteren sterk met de praktijk van de kerk zoals wij die uit de recente geschiedenis kennen.
De kerk heeft zich vaak impopulair gemaakt met harde oordelen over mensen die ze niet begreep. De aarde kun je zien als een planeet die om de zon draait. Mensen van andere talen en kleuren zijn even menselijk als wij. Het voortbestaan van dieren en planten is onze verantwoordelijkheid als rentmeester van God. De vervolging van de joden, het lot van homoseksuelen of van mensen die tot hun grote verdriet in de steek gelaten zijn... Er zijn zoveel groeperingen die als onkruid bestempeld zijn en uit de akker verwijderd.
Het evangelie klinkt dan als een verademing. Laat het opgroeien. "Misschien ben je in je ijver wel bezig om de beste vruchten uit te trekken!", waarschuwt Jezus.

BROZE BROOS
Ik heb me afgevraagd: hoe zou het komen dat de jonge kerk zo oneindig tolerant was en de latere kerk steeds minder? De oorzaak is niet moeilijk te vinden. De jonge kerk was een bedreigde kleine groep in een vijandige wereld. Ze wist zich aangewezen op de genade van anderen. Dat besef was een onderdeel van haar moraal. Wie het kleine vernietigt, vernietigt misschien wel het mooist en het toekomstrijkste dat er is. Wees dus verdraagzaam. In het evangelie roept Jezus herhaaldelijk op om juist die positie van de kleinen, de nederigen, de armen in het oog te blijven houden. Als je later groot bent, vergeet dan niet wat het was om klein te zijn. In latere eeuwen wordt de kerk machtig. De onverdraagzaamheid groeit.
De machtige Ambrosius wil niet meer aan zijn wilde jaren herinnerd worden. Terwijl precies dat hem verdraagzaam zou maken. "He, Broos ken je me nog?" "Ja zeker Maria, ik ben gegroeid, maar ik ben nog steeds je vriend! Woon je nog in dat hutje bij de haven. Kom eens bij me langs, je zult verbaasd staan over mijn paleis." Met andere woorden het is niet zo belangrijk dat het nietige mosterdzaadjes verlangt een grote struik te worden.
Het is van levensbelang dat de machtige mosterdstruik zich herinnert een klein zaadje te zijn geweest. Voor alle duidelijkheid. Ik veroordeel geen paus en bisschop om zijn oordelen en veroordelingen. Ik wil slechts samen met u een kerk zij die niet veroordeelt en die niet uitroeit.

EEN ZAADJE EN EEN KLEURPLAAT
Lieve kinderen. Jezus zei: de dingen van God beginnen bijna onzichtbaar. Zo klein als een mosterdzaadje. Wist je dat? Wist je dat je mosterd kunt zaaien? Ik wist het vroeger niet. Toen ik het hoord vond ik het heel erg gek! Mosterd aan een boom? Er groeit toch ook geen hagelslag aan een struik!
Kijk, hier is een zaadje. Klein hè? Kun je het zien...? Nee, natuurlijk niet. Oei, daar valt het. Die vinden we pas terug als er hier in de vloer iets begint te groeien. Een grote struik waarin de vogels komen wonen. Dit verhaaltje van Jezus staat ook op het altaar. Kijk helemaal links onderaan. Ik heb er een kleurplaat van gemaakt. Zie je wel! En onder die plaat heb ik een heus mosterdzaadje geplakt. Dan weet je hoe klein God begint. Bij jou en bij mij. Dadelijk dan krijg je van de collectant zo'n plaat. Als je het leuk vindt mag je hem kleuren. En als je hem bij mij in de brievenbus doet dan zorg ik dat ze komende zondag in de kerk ophangen. Als je iets goeds doet voor iemand anders, dan doet iemand anders ook iets liefs voor weer iemand anders, en zo gaat het goede de wereld rond. Het groeit vanzelf als een mosterdzaadje!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag143
gister193
deze maand4240
totaal824000