De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

VIJFTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR
© Harrie Brouwers, Voerendaal

DE ZAAIER

GRASMAAIER ALS ROBOT-BUFFEL
Een zaaier ging uit om te zaaien... Van het allerbeste graan had hij wat bewaard om nu in de aarde te laten sterven opdat het vrucht zou dragen. Vooral als de oogst was tegengevallen was het van belang om niet alles op te eten. Het beste diende om te zaaien. De zaaier was zich bewust van de verhevenheid van zijn taak. Zijn armzwaai was ingestudeerd en nauwkeurig. Een zaaier ging uit om te zaaien. Hij stond aan het begin van de magische cyclus.
Ik ben geen zaaier. Ik kan er niks van. Dit jaar nam ik mij voor de tuin goed bij te houden. Terug van vakantie, zakte de moed me in de schoenen. Ik besloot de natuur aan zichzelf over te laten. Als bezoekers een blik over de zuring en de weegbree in het gazon werpen, verontschuldig ik. "Ik heb maar niet geprobeerd de Schepper te verbeteren... Ik grijp niet in, in het plan van God..." Maar laatst zei iemand: "Dat doe je wel!" Je hebt een omheining om je tuin gezet en dat is ingrijpen. Dat is het tegenhouden van buffels en konijnen. Nu zullen de halmen je grond verstikken; volgend jaar staan er alleen brandnetels."
Zo had ik het nooit bekeken. Het omheinen is al een drastische ingreep. Een grasmaaier is een robot-buffel!

HET RESPECT VAN DE ZAAIER
Een zaaier moet liefde hebben voor zijn grond. Hij moet eerbied hebben voor de zuurgraad, de schimmels, de mossen en het vocht. Alleen dan kan hij iets bereiken: als hij met respect een spel aan gaat met de schepping. Vroeger was deze heilige omgang met de bodem een model. Men zocht het ook in de opvoeding. Dat is ook zaaien in een akker; eerbiedig aanbieden en afwachten.
Denk aan woorden als "seminarie". Daar zit "semen", zaad in. Denk aan het woord "kweekschool".
De boer moet vooral niet de natuur forceren. Als hij alle keien zou verwijderen en het pad omploegen; als hij de distels zou verbranden en dan het zaad in de aarde zou laten vallen, dan zouden de sprinkhanen komen en er zou niets overblijven. Hij heeft het nodig dat er zaad op rotsen valt, dat zal de vogels bezighouden. Zo werkt ook dit zaad mee aan de oogst. Hij heeft het nodig dat er zaad op ondiepe grond valt, het zal dunne lichtgroene blaadjes leveren voor de slakken. Hij heeft de distels nodig die het graan zullen beschermen als het groter wordt. Hij kan slechts met eerbied ingrijpen in de schepping.

GENETISCHE MANIPULATIE
Hoe anders is het boerenbedrijf in onze tijd. Wij kennen monoculturen, hectaren met hetzelfde. Kunstmest is nodig. Onkruid en ongedierte worden bestreden. We beginnen zelfs de genen te bewerkten. We sleutelen in de atomaire structuren van de plantencellen en herschikken daar de programma's die de plant als bouwplan in zich dragen. Zo geven we andere eigenschappen aan de bonen. We maken ze sterker. En niemand weet hoe diep we daarmee ingrijpen in de schepping. Ook het stuifmeel over de akkers in de buurt is gemanipuleerd. Het komt in de hele kringloop terecht. Zal het daar beheersbaar blijven? Ik weet het niet. Ik zie alleen hoe heel anders de boer tegenwoordig uitgaat om te zaaien. En Jezus wil vandaag trouwens ook geen lesje "zaaien" geven, maar hij gebruikt een beeld, en wel het beeld van de boer van vroeger: zijn zaad valt bewust tussen de rotsen en op ondiepe bodem. En dat is nodig om straks te kunnen oogsten.

VERKWISTEND ALS DE ZAAIER
Jezus wil zijn leerlingen moed in spreken. Wees niet bedroefd als je merkt dat je goedbedoelde woorden worden weggehoond. Vraag het de boer: het hoort bij het zaaien. Wees niet teleurgesteld als je offer voor een ander ondank ondervindt. Vraag het de boer, dat hoort erbij. Wees niet verbitterd als je voor de duizendste keer een ander vergeeft zonder waardering te oogsten. Het hoort erbij om straks honderdvoudig te oogsten.
Wees niet bang als je daden van liefde kleine druppeltjes dauw zijn op een gloeiende plaat: ze horen er allemaal bij om een koninkrijk van God te vestigen.
De parabel van de zaaier past in de serie bemoedigingsverhalen, zoals die van het mosterdzaadje, dat klein begint maar groot eindigt. Het was natuurlijk verleidelijk voor de leraren van de jonge kerk om met het beeld van Jezus verder te stoeien. Ze gingen het verhaal gebruiken om egoïstisch lieden te bekritiseren.
Mattheus gebruikt de parabel zelfs als een pleister op een diepe wonde. Hij had zo gehoopt dat de Joden zich massaal tot Jezus zouden bekeren toen de tempel in Jeruzalem in het jaar zeventig verwoest was. Waarom komen zij niet? "Kijk", hoort hij Jezus zeggen. "de mensen horen het wel, maar ze begrijpen het niet. Daarom vertel ik raadsels, opdat alleen de goede verstaanders het snappen. Zo worden de wijzen wijzer en de dommen dommer. Wie heeft zal gegeven worden. Alleen wie gelijk heeft kan gelijk geven. Zulke paradoxen dus.
Wat Jezus u met de zaaier wil vertellen is dit: Gods koninkrijk zal zich uit onze kleine bijdragen ontwikkelen.

DE SOUVENIRS VAN MIRIAM
Lieve kinderen. Miriam liep door de smalle straatjes van een Frans stadje en ze neusde in alle winkeltjes. Morgen was de vakantie voorbij. Dan reden ze naar huis. Ze had nog 120 francs om souvenirs te kopen. Ze zocht een cadeautje voor oma die was ziek. En voor haar vriendinnetje Anne, die niet op vakantie ging. Toen ze van haar afscheid nam, hadden de pappa en de mamma van Anne ruzie op de slaapkamer. Ze hadden hun oren dichtgestopt. Ze wilde ook iets kopen voor haar neefje Tom. Tom had zo een slecht rapport dat hij was blijven zitten, en dat gebeurde niet dikwijls. Miriam was moe gelopen. De ingang van de camping was al te zien. Ze ging even onder een boom zitten... Plotseling stond er een engel voor haar neus. "Hallo, ik ben Gabriël! Jij zocht nog cadeautjes voor thuis? Je hebt mijn winkeltje nog niet gezien!" Hij nam Miriam bij de hand. Ze aaide eerst nog even over de veren van de vleugel om te kijken of ze echt waren. De engel nam haar mee in een winkel van licht. Gek dat ze die nog niet eerder had gezien. "Kijk", zei hij. Hij hield haar een piepklein zilveren doosje voor. "Dit cadeautjes is vrede. Dat is misschien iets voor Anne. En dit doosje", hij liet haar een wit stralend pakje zien, "dit is genezing en gezelligheid, misschien iets voor je oma. En kijk hier", weer zo'n klein pakje, "dit is wijsheid, leuk voor Tom." "Ja, alles goed en wel", zei Miriam, "maar hoe kan er in zo'n klein pakje nou vrede zitten en wijsheid en troost?" "O ja", zei Gabriël, "dat vergat ik bijna te vertellen. Ik verkoop in mijn winkel niet het eindproduct; je kunt hier alleen de zaadjes krijgen. De rest moet jezelf doen." Ineens was hij weg. Miriam wreef haar ogen uit en huppelde naar de camping.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag109
gister193
deze maand4206
totaal823966