De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

DERDE ZONDAG IN DE 40-DAGENTIJD
© Harrie Brouwers, Voerendaal

WAAR IS GOD HET MEEST?

HET ROZENHOEDJE EN DE VAAT
Thuis baden wij vroeger elke avond een rozenhoedje. Mijn moeder had dat aan Maria beloofd toen ik met difteritis in het ziekenhuis lag. Mijn zus heeft me dat als kind persoonlijk kwalijk genomen. Als ze zelf de hemel iets af te dwingen had beloofde ze altijs honderd knopen aan te naaien. Het bidden geschiedde tijdens de afwas. Degene die vrij was van de vaat moest voorbidden. Ik was dat op dinsdag en vrijdag, de dagen van de droevige geheimen. Tijdens het bidden lag mijn vader in een luie fauteuil. Mij broertje bad onverstoorbaar mee: "die nedergedaald is in Helden...", want daar woonde mijn opa. Ik had als voorbidder een techniek ontwikkeld om het rozenhoedje sneller af te werken. Die bestond hierin dat ik in elk tientje een of twee weesgegroetjes oversloeg. Niemand telde ze na. Dacht ik. Maar toen ik het eens erg bont had gemaakt en tientjes van zes en zelfs van vijf weesgegroetjes had gemaakt, toen verhief mijn vader zijn stem na het laatste kruisteken en zei bars: "En nu de rest!" En hij begon: "Wees gegroet Maria..." De rozenkrans was een ritueel dat afgewerkt moest worden. Je deed het als een offertje. Er was geen speciale gemoedsinstelling voor nodig. Dat voelen we tegenwoordig heel anders aan.

LEKKERE BID-PLEKJES
Wij vinden dat bidden je ook iets moet doen! Zo vertellen mensen wel eens dat ze wel niet vaak naar de kerk gaan, maar toch bidden. "Ik kan het beste bidden als ik nog in bed lig, en 's morgens net wakker ben. Dan neem ik met God even de dag door, tenminste ik hoop dan maar dat God meekijkt", legde een jonge moeder van een communicantje uit. Ik had juist vertelt dat voor kinderen het uiterlijke en het innerlijke niet makkelijk te scheiden zijn. Je kunt hardop een weesgegroet met ze bidden, of ook op de knieën gaan zitten, de handen vouwen of een kaarsje aansteken, maar er hoort iets uiterlijks bij.
"Ik kan alleen maar bidden bij muziek van Bach", onthulde iemand in een gespreksgroep. "Het beste kan ik bidden in Maastricht bij de Sterre der zee", zei een ander. Het sprak haar vooral aan om daar tussen zoveel andere mensen, ook jongeren, te staan, en ook trof haar de ongenaakbaarheid van het hoog achter glas opgestelde beeld. Een jonge weduwnaar zei: "Toen ik hoorde dat mijn vrouw ziek was heb ik troost en herbezinning gezocht tijdens stormbuien langs het strand van de zee. De aanrollende golven gaven me het gevoel dat ik in een eeuwig proces thuis hoorde."
Iemand anders zei het zo: "Bidden gaat vanzelf als ik in Zwitserland alleen ergens hoog in de bergen wandel. Daar is het absoluut stil. En overal om je heen is zo een verkwistende schoonheid. Je realiseert je ineens hoe het heelal prachtig ligt te wezen, ook zonder mensen die het zien... Welke onvoorstelbare vergezichten zouden er op andere planeten zijn? Kleuren die niemand ooit zal zien, geluiden die niemand hoort. Dan voel ik ineens dat alles doordrongen is van zin en schoonheid..." Het sluit aan bij wat een tiener zei: "Bidden doe ik 's nachts als ik naar de sterrenhemel kijk en met realiseer hoe ikzelf een klein en toch uniek onderdeel ben van dat geheel." De uitspraak deed me denken aan mijn jeugd waarin ik uren kon luisteren naar de mysterieuze geluiden die de korte golf van mijn "U-apparaatje" opving uit de ether. Het is een boeiend gespreksonderwerp: Waar ontmoet je God?

GOD WOONT IN GEEST EN WAARHEID
Jezus debatteert erover met een Samaritaanse vrouw. Dit onderwerp was zeer heikel. Het betrof hèt twistpunt tussen Jeruzalem en Samaria. Toen de tempel van Jeruzalem verwoest was door de koning ban Babel hadden ze in Samaria een eigen Godshuis gebouwd. Omdat in het joodse denken één God maar één huis kan hebben, eisten de inwoners van Jeruzalem dat het bedehuis in Samaria weer werd afgebroken toen hun tempel eenmaal weer hersteld was. Hiervoor voelden de gelovigen en de middenstanders van Samaria niets, en dus was het oorlog tussen joden en Samaritanen. En hier zit een jood, Jezus, bij een waterput en hij praat met een vrouw, drinkt uit haar kruik, kortom doet alles wat verboden was. Ze praten over de plek waar je God het beste kunt ontmoeten. Is dat hier in Samaria, op de Gerizim, of is dat alleen in Jeruzalem?
Jezus doorziet hoezeer godsdienstige twisten helemaal niet over God gaan. Het zijn meestal gevechten om de macht tussen mensen en stromingen. De godsvraag wordt misbruikt voor het eigen prestige. Voor Jezus is God enkele maten groter. God houdt van Jeruzalem, ja zeker, maar het is maar één stad onder velen. God houdt van Samaria, maar ook dat is één stad onder velen. "Er komt een tijd", zegt Jezus "dat God aanbeden wordt in Geest en Waarheid." Er komt een tijd waarin mensen beseffen dat God zoveel groter is dan voorschriften of gewoontes voorhouden. God bestaat in de Geest, in de liefde, in de waarheid. Daar moet je Hem zoeken.

IN DE BLIK VAN EEN MEDEMENS
Het zal een interessante zoektocht zijn die je voert langs eeuwenoude kapellen en pelgrimspaden, naar middeleeuwse kathedralen en verstilde oosterse muziek, naar extatische dansen, naar bergtoppen en onweersbuien, naar een zachte bries en de smekende blik van een ander mens of een stralende glimlach. Naar de roes van middeleeuwse mystici opgewekt door langdurig hongeren, of wie weet welke anderen geest verruimende middelen uit de natuur. Maar uiteindelijk zul je God vinden in Geest en Waarheid.

GOD IN HET BOS
Beste kinderen. Ken je dat verhaal over dat joodse jongentje dat tijdens de middagpauze stiekem de speelplaats verliet. De meester vroeg zich af waar hij toch naar toe ging tussen de middag en op zekere dag sluipt hij achter hem aan. De jongen loopt een kwartiertje lang het dorp uit totdat hij aankomt bij een prachtig bos. Hij loopt het bos in gaat zitten op een open plek. Hij spreidt zijn handen open en sluit de ogen en begint te bidden. Na vijf minuten staat hij op en keert terug naar school. De meester is zeer verbaasd. Na school roept hij hem bij zich. "Kom eens hier. Ik zag dat je vanmiddag zat te bidden in het bod. Je moet eigenlijk op school blijven tussen de middag. Weet je dan niet dat je overal kunt bidden. God is immers overal dezelfde God. Ook hier op de speelplaats en in de klas." "Dat weet ik meester", zei de jongen. "God is overal dezelfde, maar ìk ben niet overal dezelfde...!" Daarom zoeken mensen speciale plekjes om te bidden. Niet omdat God speciale plekjes heeft, maar omdat wij een ander gevoel van binnen krijgen als het sneeuwt of als het donker is, als er echo's klinken of kaarsen branden. Zoek jij maar eens het plekje uit waar jij het beste kunt bidden.
"Als mamma mij instopt in bed", zei Guus. "Dan bid ik voor oma."


  MENU


   
BEZOEK
vandaag112
gister193
deze maand4209
totaal823969