De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

EERSTE ZONDAG 40-DAGENTIJD
© Frans Luiten, Hoensbroek

IN DE WOESTIJN

DE LAAGSTE PLEK OP AARDE
Jeruzalem ligt op een hoogte van ongeveer 800 m. boven de zeespiegel. Als je de stad aan de oostkant verlaat via Bethanië, het dorp van Lazarus, Maria en Martha, kom je vrij vlug in de woestijn van Judea. De weg loopt steil naar beneden en links en rechts zie je regelmatig Bedoeïnendorpen. Na een steile afdaling loopt de weg uit in het Jordaandal en naar het zuiden kijkend is de Dode Zee te zien; 400 m. beneden de zeespiegel en daarmee de laagst gelegen plek op aarde. Van Jeruzalem naar de Dode Zee overbrug je dus in vrij korte tijd een hoogteverschil van 1200 m. Iets naar het noorden ligt Jericho, een van de oudste steden ter wereld, een oase midden in de woestijn, en tot op de dag van vandaag bekend om zijn overheerlijke fruit.
In deze streek heeft Johannes de Doper rondgetrokken en zijn doopsel van bekering verkondigd. Men neemt ook aan dat Jezus hier door Johannes in de Jordaan gedoopt is. En iets ten westen van Jericho rijst een steile berg op die de "Berg van de Bekoringen" genoemd wordt.
In deze bergachtige woestijn speelt het evangelie van vandaag. In onze ogen is de woestijn een onherbergzame plaats. Er is nauwelijks water of voedsel. Er zijn grote temperatuurverschillen : overdag bloedheet en 's nachts kan het flink afkoelen. Er zijn geen oriëntatiepunten behalve de hemellichamen. Je gevoel voor tijd en richting verdwijnt. En misschien wel het ergste van alles : de eenzaamheid is er bar. Wie er verzeild raakt, is overgeleverd aan de goden !

VEERTIG
De woestijn is een plaats waar leven, overleven wordt; waar vertrouwen en hoop basisvoorwaarden worden en op - weg blijven de enige mogelijkheid van overleven. Ná zijn doop trekt Jezus de woestijn in : een tijd van vasten en voorbereiding, een tijd van bezinning - 40 dagen en nachten lang. In de Bijbel komen we regelmatig getallen tegen die een eigen betekenis hebben gekregen. Het getal zeven b. v. betekent :"nogal veel". Het getal veertig betekent : "een lange tijd " of "een generatie lang".
Pasen is zo' n belangrijk feest dat het om een "lange tijd" van voorbereiding vraagt, om veertig dagen dus. Mozes die zijn volk naar het beloofde land leidde, werd door God gevraagd om bij Hem op de berg te komen om daar de leefregels te ontvangen. Mozes bleef op die berg veertig dagen en nachten. En trok met zijn mensen veertig jaar door de woestijn. De profeet Elia wordt bedreigt met de dood en gaat op de vlucht. Hij is veertig dagen en nachten onderweg naar de berg Horeb. Jezus zelf vastte veertig dagen en nachten in de woestijn. In die tijd wordt hij zich bewust van zijn roeping. Hij kent zijn kracht nog niet ten volle en misschien schrikt het hem ook af. Hij heeft weet van de sterke verwachtingen van zijn tijdgenoten. Misschien trekken ze hem wel aan: "Wordt onze koning. Help ons Jeruzalem te veroveren. Bevrijdt ons van het Romeinse juk!"
En dan is er nog die harde, eenzame man : Johannes de Doper. Die trekt hem ook aan met zijn boodschap van het Rijk van God dat van binnenuit moet groeien : uit ommekeer, bekering en vergeving. En de vreedzame groep Esseense monniken in de woestijn bij Qumran, in wier midden hij mogelijk enige tijd geleefd heeft. Ook door hen werd hij aangetrokken : een leven van licht, vreugde en liefde. Allen waren op hun manier bezig te bouwen aan het Rijk van God. En hij voelde zich geroepen om zich daar voor in te zetten. Maar hoe?

IDENTITEIT IN DE WOESTIJN
In de woestijn vindt Jezus zijn leefregels; hij vindt er zijn identiteit. Dat wat hem daar ontbreekt, zal hij zijn leven lang uitdelen. Steeds opnieuw zal hij het brood delen en daarin het symbool van zijn leven vinden : een eenvoudige maaltijd, maar een gedeelde rijkdom. Consequent kiest hij voor een eenvoudig en gedeeld leven. Hij wil niet boven de mensen staan, maar tussen hen in. Hij wil niet machtig zijn, deze Messias, deze zoon van God, maar barmhartig. Zijn intocht houdt hij op een ezel. Hij zal de weerloze zijn tot in de Hof van Olijven en verder…Waar mensen hem nodig hebben - zieken, eenzamen ,zondaars - zal hij zijn gaven en bijzondere krachten gebruiken, maar nooit ten eigen bate. Hij spant God niet voor zijn karretje. Hij biedt zich vrijwillig aan de kar zelf te trekken. De duivel met zijn machtige verleidingen heeft geen vat op hem. De veertig dagen en nachten in de onherbergzame, dorre woestijn, blijken een vruchtbare tijd te zijn. Jezus vindt er zijn levensprogramma. De meesten van ons kennen de woestijn alleen op een afstand : uit verhalen, boeken, een t. v. programma.
Onze veertig dagen tot Pasen, waar we juist mee begonnen zijn, brengen we niet in barre eenzaamheid door. Onze reis is een innerlijke reis. We worden uitgedaagd. We keren in onszelf en waar nodig, bekeren we ons. De veertigdagentijd wordt ook boetetijd genoemd. Het woord "boeten " wordt in onze tijd praktisch alleen nog gebruikt als het gaat om een bekeuring…" ik heb de boete betaald". Verder is het woord niet zo erg in. Toch is het zinvol de veertigdagentijd ook boetetijd te noemen als we aan het volgende denken. Vissers komen nogal eens thuis met netten die stuk zijn, vol gaten. Het herstellen van die netten wordt " boeten " genoemd. Boetetijd is dan : de gaten in ons eigen leven herstellen. Gaten in de zin van : tekorten, zwakheden, misstappen, ondeugden, schaduwkanten. Vanzelfsprekend moeten we ons altijd proberen te herstellen als er gaten vallen, maar in de veertigdaagse boetetijd krijgt dat extra aandacht. Het is, denk ik, zinvol om ons af te vragen : durven wij met Jezus op tocht te gaan door onze woestijn? Durven we in onszelf te keren, tot bezinning te komen? Durven we in ons hart op zoek te gaan naar het essentiële en ons leven daar op af te stemmen? Durven wij te gaan met een belofte:

dat het leven sterker is dan de dood?
dat eenvoud overtuigender is dan macht?
dat overgave veel meer effect heeft dan dwang?
dat vergeving sterker is dan schuld en schaamte?
dat het ook nu Pasen wordt?


Op weg gaan met Jezus is niet vrijblijvend, maar brengt verplichtingen met zich mee, namelijk vrucht te dragen, ieder op zijn of haar manier. Graankorrel te zijn en te overleven in onze woestijn om leven voort te brengen, honderdvoud. De verplichting brood te zijn voor elkaar en gist voor deze wereld. Want zijn kracht schuilt in eenvoud en overgave. Zijn kracht schuilt in het brood dat we breken en delen met elkaar.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag492
gister203
deze maand3859
totaal887938