De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later

ZESTIENDE ZONDAG DOOR HET JAAR
© Harrie Brouwers, Voerendaal

DE EEUWIGE ALS VREEMDELING

AVEZ VOUS DE L'EAU?
Ik heb ooit in de omgeving van Grenoble een paar dagen van hotel naar hotel gewandeld. Op de routebeschrijving stond eens de waarschuwing om eten en drinken mee te nemen. Dat leek mij overdreven. Er zou toch wel ergens een winkeltje zijn of een terras; we kamen immers door enkele dorpjes. Nou, mooi niet. Het was zoeken naar huisjes. Tenslotte klopte ergens aan. Ik kon nog wel vragen om "de l'eau" maar ik kreeg daarop zulke radde wedervragen dat ik schouderophalend de aftocht blies.
Ik heb geleerd om routebeschrijvingen voortaan serieus te nemen, en ook hoe het was om te reizen in de achter ons liggende eeuwen.
Een reiziger van vierduizend jaar geleden was aangewezen op de welgezindheid van de bevolking. Hij moest kunnen rekenen op hun gastvrijheid anders ging hij dood. Gastvrijheid is dan ook een zeer bejubelde deugd. Zo vaak bezongen in de bijbel, dat ik er achterdochtig van word. Kennelijk was het nodig keer op keer te hameren op gastvrijheid. Reizigers zullen maar al te vaak overvallen zijn, berooid en gewond achtergelaten. Ontvangen, verwend en vervolgens beroofd. Die tijd zal niet zo veel anders zijn geweest dan thans.

HOEVER GASTHEER ELIËZER GING
Rabbi Eliëzer wordt beschouwd als de grondlegger van de Chassiedim, een joodse uit de achttiende eeuw in midden Europa. Zij wilden het geloof uit de studeerkamer en dichter bij het volk brengen. Dans en vrolijkheid werd in de eredienst gebracht. Wel, Eliëzer stond bekend om zijn gastvrijheid. Bedelaars en zwervers ontving hij met rijke maaltijden. Hij zette zelfs posten uit aan de grenzen van het dorp om arme reizigers op te vangen en naar hem door te sturen. In de hemel bestond daarvoor bewondering. Hij was opgevallen en de hemelingen discussieerden over hem. Satan stelde voor om de gastvrijheid van Eliëzer op de proef te stellen, maar de heilige profeet Elia zelf sprak: "Laat mij naar de aarde gaan om zijn gastvrijheid te testen." Zo geschiedde. Elia vermomde zich als bedelaar. Hij koos de sabbat uit, een dag waarop de wet ten strengste verbood om arbeid te verrichten. Uitdagend pakte Elia een zware takkenbos op zijn rug en kwam bij Eliëzer. De rabbi zag hoe de bedelaar de sabbatswet grof schond, maar hij wilde hem niet in verlegenheid brengen. Hij zette hem een rijke maaltijd voor en gaf hem een royale aalmoes, zodat het hem des te beter smaken zou. Elia constateerde blij dat er over de sabbatswet geen woord gesproken werd. Gastvrijheid gaat boven alles.

ABRAHAMS ONMOGELIJK DILEMMA
Abraham is al oud. Abraham is de personificatie van het joodse volk. Hij is het oertype van de gelovige. Hij is de eerste. Daarom draagt hij alle kenmerken in zich van een goede jood. Daartoe hoorde ook dat hij trouwde met een meisje uit zijn eigen stam. In onze ogen hebben dit soort wetten hun tijd gehad. Maar in vroeger dagen, toen er geen internationaal recht was, toen talen mensen alleen maar verwarden, meenden volkeren zich alleen te kunnen handhaven door het bloed zuiver te houden. Meestal was dat best te doen, maar bij een veronderstelde stamvader, bij de eerste van het volk was dat moeilijk. Hij kan niet anders dan trouwen met een bloedverwant. Abraham huwt Sara, zijn halfzus.
Dan ontstaat een nieuw probleem. Dat van bloedschennis. Eerst verwekt Abraham een kind bij zijn slavin; daarna probeert hij Sara aan andere koningen te slijten, maar de bijna onverenigbare wetten vóór zuiverheid en tégen bloedschande worden gehandhaafd doordat de negentigjarige Abraham alleen een zoon krijgt omdat God het wil.

GOD ALS GAST
Er komen bij de eik van Mamre, een heiligdom bij Hebron, drie vreemdelingen langs. Abraham toont zich de ideale gastheer. Hij handelt niet uit berekening. De drie zouden hem evengoed kunnen beroven als belonen. Wie neemt er drie lifters tegelijk mee? Even klinkt het verhaal alsof het gaat om een visioen bij het heiligdom. Er staat "Abraham sloeg zijn ogen op en zag plotseling drie mannen staan..." Het lijkt erop alsof hij voelt dat de drie God vertegenwoordigen. "Indien ik genade heb gevonden, blijf dan hier..." zegt hij. Of zouden vreemdelingen principieel een beeld van de Almachtige zijn, in hun kwetsbaarheid en in de verborgenheid van hun afkomst...? Abraham haalt water en brood, en laat de verdere arbeid aan Sara over. De gastvrijheid wordt beloond met de belofte dat Sara een kind zal krijgen. Omdat God hier uit drie gasten bestaat heeft men dit verhaal als een voorafbeelding van de drie-eenheid gelezen.
Het beoefenen van gastvrijheid is in onze geloofstraditie een ontmoeting met God.

WIE BEZOEK JE HET LIEFST?
Lieve kinderen. Ik heb een keer op school het verhaal verteld over de twee zusjes, Martha en Maria. Jezus ging er op bezoek. Maria ging bij hem zitten en begon te luisteren naar zijn verhalen. "O ja, heb je dat allemaal meegemaakt, en wat deed ze toen...?" En Jezus maar vertellen. Martha stond intussen in de keuken. Die maakte eten klaar voor de gast. Toen vroeg ik: Bij wie zou je het liefste op bezoek gaan, bij Martha of bij Maria...? "Bij Martha natuurlijk!" riep iedereen. "Lekker, frieten en kip-filet!" "Ik denk niet dat Martha frieten heeft gebakken, die bestonden niet." "Wat at Jezus dan?" wilde Marieke weten. Goeie vraag; ik wist het niet. "Ik denk dat hij brood at en dadels en een stukje vlees van een lammetje!" "Wat?", gilde Giel boven iedereen uit. "Bah, dat vind ik niet leuk. Je moet geen lammetje eten." Giel hield van schaapjes. Hij kreeg rode wangen van boosheid en toen de bel ging zette hij het op een holletje naar huis. Hij maakte de deur open en riep keihard nog voordat hij binnen was: "Mamma, weet je wat Jezus heeft gegeten....? Mamma..., waar ben je? Maar mamma was niet thuis en Giel werd boos. Er moet toch iemand zijn om naar je verhaal te luisteren! Dat is even belangrijk als eten klaarmaken.
Ze horen bij elkaar de zusje Martha en Maria.


  MENU


   
BEZOEK
vandaag187
gister172
deze maand942
totaal825588