De genoemde datums laten het moment van publicatie zien, 
De datum waarop de preek gehouden is ligt gewoonlijk een week later
Star InactiveStar InactiveStar InactiveStar InactiveStar Inactive
 

Pasen 2009 © Harrie Brouwers, Voerendaal

HET ECHTE LEVEN


EIEREN OF VERRIJZENIS
‘Het gaat niet alleen om de eieren! Pasen is het feest van Jezus’ verrijzenis!’ Maud knikte heftig ja tegen oma en greep met beide handjes naar het groene ei om met pappa te ‘tietsjen’. Het ging inderdaad niet om de eieren, maar ze waren wel lekker. En de verrijzenis van Jezus, dat klonk ook niet slecht; een beetje moeilijk misschien, maar het was een geruststellende gedachte dat opa ergens daarboven was - niet tussen de sterren natuurlijk, maar toch, ergens..., al wist ze ook niet wat hij daar deed al die tijd, of zonder tijd...
Die middag zou mamma het nog eens aan tante Ria vertellen, dat de kinderen alleen maar aandacht voor de eieren hadden en niet meer wisten dat het om de verrijzenis ging. Ria had meelevend geknikt terwijl ze bedachtzaam met de vingers naar een donkerblauw chocolade-eitje had zitten zoeken en er voorzichtig het papiertje vanaf probeerde te wikkelen zonder vettigheid achter de nagels te krijgen.
Een vrouw in het ziekenhuis wilde ‘bediend’ worden. Ze dacht spoedig te sterven en was zich daarop aan het voorbereiden. Haar man was overleden en haar dochter woonde in het buitenland. Of ik vrijdagmiddag kon? Die vrijdag kwam ik op haar kamer. Het bed was leeg. Had iemand mevrouw gezien?

ZIEKENZALVING OF KAPPER
De patiënt naast haar keek op en zei: ‘Die denkt dat ze doodgaat dit weekend. Daarom is ze is naar de kapper gegaan!’ Als je dood gaat wil je in de hemel terechtkomen. Daarom vraag je de pastoor om de zalving. Je moet ook zorgen dat je er in het mortuarium een beetje netjes bij ligt, daarom ga je naar de kapper. Die vrijdag won de kapper het van de pastoor.

HEMEL OF HEL
Onze omgang met het verrijzenisgeloof is wat koket. We flirten met het idee van eeuwig leven, maar we nemen het niet echt serieus. Het fungeert vooral als een pleister op de wonde op een droevig moment. Het hoort niet echt bij ons leven. Ik heb ooit een studie gelezen naar wat er zoal in een doorsnee preek in Nederland en Vlaanderen verteld werd in de zeventiende eeuw. De pastoors waren oprecht bezorgd om het zielenheil van hun kudde. Ze wilden niemand verloren laten gaan, maar de gelovigen zelf waren niet erg bekommerd om de eeuwigheid. Het vooruitzicht van een eeuwigdurende aanschouwing van de Godheid maakte hen niet enthousiast. Op een wolk harp spelen, of - nog kinderlijk -, rijstepap met zilveren lepels eten, het leek op den duur allemaal niet erg aantrekkelijk. Daarom beperkten de meeste pastoors zich tot een afschrikkingstactiek. Ze schilderden de helse pijnen zo gruwelijk mogelijk af. Dat hielp beter om hen in het gareel te houden. De hemel leek vooral saai.
De verrijzenis is echter niet de mayonaise op het paasei. Het is niet een goedkope troost tegen onze doodsangst. Het is geen vervanger voor vage juffrouwen en meneren die voor met de geesten aan gene zijde contact zeggen te maken en zo het televisiepubliek vermaken.

HET WAARACHTIGE LEVEN
Jezus werd gekruisigd. Hij werd verworpen. Ondanks zijn onschuld, zijn goede bedoelingen, zijn grenzeloze liefde voor mensen..., ondanks zijn intense band met God, hing hij aan het kruis. Hij leed helse pijnen. Zijn moeder en vrienden stonden er machteloos bij. ‘God, waarom heb je mij verlaten!?’ schreeuwde hij uit. En zij die het hoorden, voelden bitterheid. Tot in de knoken ervoeren ze de ellendigheid van dit mensenbestaan. En diep in hun ziel fluisterde er iets: ‘Nee!’ Nee, dit is niet de bestemming van een mens. Dit is niet het einde van de liefde. Een mens is meer dat zijn lot. Hij is veel meer dan wat door zijn leeftijd wordt begrensd. Hij is voortgekomen uit het Al en is er met alle vezels mee verbonden. Hij is een onderdeel van iets voor groters, van het goddelijk mysterie. En terwijl hun ogen zien hoe de stervende de laatste adem uitblaast, weet het hart dat dit heilige moment een thuiskomst is bij de Eeuwige. Geloof in het leven. In de heiligheid ervan. In de onverwoestbaarheid ervan. Vecht voor het leven, geniet ervan. Kies voor het leven van je kinderen, de zieken, de hongerigen. Want zo ben je een gestalte van de Allerhoogste. De troost van de lente verraadt een heimwee naar het Licht. Zo zal je dood een thuiskomst zijn.
En voor het zover is pak ik graag met Pasen een chocolade eitje, vooral een blauwe en ik lik een mes mayonaise bij het ei. Ik zet een bloesemtak in een vaas en ruik de hyacint en ik zing: Leve het leven! Wie de weg van Jezus gaat, een weg van liefde en barmhartigheid, die heeft deel aan het waarachtige leven dat eeuwig is.


Lieve kinderen, Pimmetje rende uitgelaten door het gras als een pasgeboren lam. Hij vond Pasen verrukkelijk. Zes gekleurde eieren had hij gevonden, zomaar in het gras en onder de rabarber. Het leven was helemaal goed. Bij de narcissen had hij er zelfs een van chocolade gevonden. Hij danste in het rond. ‘Kom Tim, we gaan naar binnen!’ riep pappa want die had het koud gekregen; hij was al een tijdje langer bezig geweest in de tuin. Maar Timmetje rende opnieuw naar de rabarber. Hij kon er geen genoeg van krijgen. ‘Kom maar, er ligt niks meer’, riep pappa iets te zeker van zijn zaak.
Dát was het moment waarop Tim een briljant idee kreeg. Hij liep naar de mand met eieren. ‘Ga jij maar naar binnen’, riep hij tegen pappa. ‘Dan was ik paashaas en dan mag je dalijk komen zoeken.’ En Tim begon de eieren opnieuw te verstoppen. Een paar tussen het groen van de coniferen, enkele in de vuilnisbak en een onder een bloempot. Pappa stond lachend toe te kijken achter het gordijn. Hij was trots op Tim. Eindelijk geloofde Tim echt in Pasen. Want niet wie eieren raapt heeft Pasen in zich, maar wel wie ze uitdeelt. Je moet niet ín de paashaas geloven, maar áls de paashaas!


  MENU


   
BEZOEK
vandaag353
gister172
deze maand1108
totaal825754